Als de ratten het zinkend schip verlaten, dan kun je er vanop aan dat we in de eindfase zitten. De Amerikaanse minister van Financiën Timothy Geithner gaf aan zich terug te willen trekken uit de politiek. Zogezegd om voor zijn zoon te zorgen, maar natuurlijk omdat hij weet wat voor donderwolken er boven de VS hangen.
Hij zegt te willen blijven tot na het “debt ceiling debate”, het debat over het nogmaals verhogen van het schuldplafond van de VS, dat nu op 14,3 triljard dollar staat, en dat op 16 mei al doorbroken werd. Geithner gaf aan dat de VS in serieuze problemen komt als het schuldplafond niet ten laatste tegen 2 augustus verhoogd wordt. De regering en de republikeinen in het Congres zitten in een patstelling over dit onderwerp, en het ziet er niet naar uit dat dit probleem opgelost wordt.
Moody’s Investors Service liet op 2 juni weten dat het de Triple-A-rating van de Amerikaanse overheid zal herzien als er tegen midden juli geen vooruitgang is. Kredietbeoordelaar Fitch liet dan weer weten dat het Amerikaans schuldpapier zou verlagen in rating als er tegen 2 augustus inderdaad geen actie genomen is.
Het “geluk” van de VS geraakt ook op andere manieren op. Omdat de VS in de laatste twee deccenia zijn consumptie vooral financierde met schuld, bleef de inflatie in het binnenland laag. Nu de Federal Reserve al 70 % van de Amerikaanse schuld zelf moet opkopen met versgedrukt geld, beginnen de prijzen te stijgen. De dollar wordt steeds minder waard, en daardoor wordt de Chinese import duurder. De importprijzen stegen 8 % in de laatste twee jaar, zelfs zonder de olieprijsstijgingen mee te rekenen die op zich al 30 % zijn.
Ondertussen wordt de Amerikaanse overheid stilaan wanhopig. In een poging om de opgaande trend in prijzen te breken kondigde Obama op woensdag 22 juni laatstleden de verkoop van 30 miljoen vaten olie aan, als onderdeel van het plan van het Internationaal Energie Agentschap om in de komende maand 60 miljoen vaten olie op de markt te gooien. Na deze aankondiging zakten de prijzen van ruwe olie met maar liefst $5.71 per vat, van een prijs van $95.41 per vat tot $89.70 per vat de dag daarna. De laagste prijs was te noteren deze week maandag, toen een vat ruwe olie nog slechts $89.61 koste.
In de voorbije drie dagen (dindag, woensdag, donderdag) klom de prijs van olie echter terug de hoogte in, en op dit moment kost een vat terug $95.42 per barrel, één cent meer dus dan de prijs die men voor een vat ruwe olie betaalde voor de move van Obama. De 30 miljoen vaten komen uit de strategische energiereserve van de VS, die 727 miljoen vaten groot is. Obama gooide dus 4,1 % van de strategische oliereserves te grabbel om een artificiële dip te veroorzaken in de olieprijs, hetgeen volledig mislukt is.
Ook de eerdere pogingen om de zilvermarkt onderuit te halen zijn deerlijk gefaald. Nadat men tot vijf keer toe de margins op zilverfutures verhoogd heeft (dit heeft als effect dat beleggers meer cash moeten neerleggen en er dus minder over hebben om andere futures te kopen, waardoor de vraag artificieel zakt) zien we ook bij zilver weer koopsignalen. De Amerikaanse overheid doet dus wat ze al jaren doet: denken op korte termijn. Maar niets kan de fundamentals van goud, zilver en ruwe olie wijzigen zolang de VS zijn dollarbeleid niet wijzigt.