Het ontploffen van de luchtbel (Benny Creemers)

Deel 1 Sinds het ontstaan van de Bretton-Woods akkoorden en het afstappen van de goudstandaard is er geen limiet meer aan het creëren van dollars, maar ook bijvoorbeeld euro’s. Geld wordt in de vorm van eentjes en nulletjes op de digitale balans van de centrale bank bijgeschreven bij leningen en afgeschreven bij waardevernietiging. Deze balans wordt de geldhoeveelheid genoemd.

Eén manier om te bepalen hoeveel iets waard is, is de ruilwaarde. Wat kan je ervoor kopen? Wanneer we de waarde van geld meten, meten we vaak deze inflatoire druk.

Een andere manier om de waarde van ons fiatgeld te meten is er ook. Als je 1 dollar of euro zou hebben, welk deel van het geheel van dollars of euro’s is aan jou?
Je aandeel is dan 1 gedeeld door de geldhoeveelheid. Zo zie je dat de factoren voor de waardebepaling van fiatgeld dagelijks veranderen.

Naast goederen en diensten kan je voor fiatgeld ook waardepapier kopen, bijvoorbeeld in de vorm van aandelen van bedrijven.
Maar de prijs in fiatgeld voor publieke aandelen verandert ook dagelijks en het wil dat deze aandelen waardebepaling ook afhankelijk is van de waardebepaling in fiatgeld zelf.

We kunnen over ettelijke decennia de gelijk gebalanceerde Dow Jones index in relatie met de geldhoeveelheid (M2) voorstellen als M2 / Dow en deze ruis uit de waardepaling van de aandelenmarkt halen. De relatie M2 / Dow gedraagt zich in één opzicht als een aandelenkorf en in een ander opzicht als een wisselverhouding.