à la baisse -
Transactie waarbij men (de baissier) effecten verkoopt zonder ze te bezitten, of een beleggingsconstructie opzet met het oogmerk terug te kopen op een tijdstip waarop de koers gedaald is. Het gaat hier dus om een speculatie op koersdaling. Dergelijke transacties kunnen meestal alleen door de beroepshandel worden aangegaan. Particulieren moeten een extra zekerheid stellen door een Margin-verplichting.
à la baisse gaan -
Handelen met als uitgangspunt een dalende markt.
à la hausse -
Transactie waarbij men (de haussier) effecten koopt of een beleggingsconstructie opzet met het oogmerk te verkopen op een tijdstip waarop de koers is gestegen. Het gaat hier dus om een speculatie op koerswinst.
à la hausse gaan -
Handelen met als uitgangspunt een stijgende markt.
A-aandelen -
Dit zijn aandelen op de Chinese handelsmarkten genoteerd in Chinese yuan. Daarnaast bevat de Chinese handelsmarkten B-aandelen welke zijn genoteerd in in dollars.
A-shares -
een aanduiding voor een 'class' van de gewone of preferente aandelen. Aandelen A van gemeenschappelijke of preferente aandelen hebben doorgaans meer stemrechten of andere voordelen in vergelijking met de andere vormen van aandelen die mogelijk zijn gemaakt.
Aan de markt hebben -
Een beursterm welke betekent 'iets te willen verkopen'. Synoniem: 'aan jou'
Aan jou -
Een beursterm welke betekent 'iets te willen verkopen'. Synoniem: 'aan de markt hebben'
Aan toonder -
Dit zijn aandelen die op papier gedrukt zijn. Zij kunnen aan derden doorgegeven worden, met of zonder speciale administratieve procedures. Het bewijs van aandeelhouderschap is belichaamd in de drager, het papier. Dit maakt ze gevoelig voor diefstal en verlies. Tegenwoordig is het leeuwendeel van de aandelen aan toonder opgenomen in een zgn. geautomatiseerd systeem voor effectenverkeer. In Nederland is het bekende systeem het zgn. NECIGEF-systeem. De Wet giraal effectenverkeer reguleert deze materie. Het moge duidelijk zijn dat handel op de effectenbeurzen niet mogelijk zou zijn indien het aandeel telkens lichamelijk aanwezig zou moeten zijn op geleverd te kunnen worden. Een geautomatiseerd systeem is dan ook een voorwaarde voor moderne effectenhandel.
Aanbiedende bank -
Onder de aanbiedende bank verstaan we in het handelsverkeer de bank die daadwerkelijke financiële documenten en handelsdocumenten aanbiedt en gelden incasseert.
Aanbiedingsplicht -
Bij een aanbiedingsplicht zullen de overige aandeelhouders, groot en klein, bij verkoop van hun aandelen eerst deze aandelen aan de overige aandeelhouders moeten aanbieden (naar rato van hun aandelenbezit).
Aandeel -
Een aandeel is een bewijs van deelneming in het eigen vermogen van een onderneming. Een aandeelhouder is daardoor mede-eigenaar van de onderneming voor het percentage aandelen dat hij bezit. In ruil daarvoor heeft de aandeelhouder recht op een deel van de winst, het zogeheten dividend. Aan een aandeel is gewoonlijk stemrecht verbonden dat men tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders kan uitoefenen. Door uitgifte van aandelen kan een onderneming risicodragend kapitaal aantrekken om te investeren in uitbreiding, vernieuwing, overnames, etcetera. Het met de uitgifte van aandelen aangetrokken kapitaal beschouwt men als eigen vermogen. Diverse factoren bepalen de waarde of koers van een aandeel. Hiertoe behoren vraag en aanbod (bij beursgenoteerde aandelen), en nationale en internationale economische- en bedrijfsmatige ontwikkelingen.
Aandeel aan toonder -
Een aandeel waarop de naam van de eigenaar niet staat vermeld. Vrijwel alle aandelen zijn tegenwoordig aan toonder Het zijn dan ook zogeheten CF-stukken. als opvolger van de K-stukken
Aandeel in portefeuille -
Aandelen die een onderneming zelf in bezit heeft. Deze zijn nog niet uitgegeven door de onderneming. Ook kan de onderneming hebben besloten om een deel van de aandelen weer terug te kopen van de aandeelhouders, deze aandelen valen ook onder de aandelen in portefeuille.
Aandeel op naam -
Een aandeel waarop de naam van de eigenaar staat vermeld. Deze gegevens worden bijgehouden in een centraal register. Dit type aandeel komt tegenwoordig bijna niet meer voor.
Aandeel van derden -
Het ""Aandeel van derden"" (ook genoemd ""Belang van derden"") is een post in de geconsolideerde jaarrekening dat aangeeft welk deel van het geconsolideerde eigen vermogen niet in handen is van de moedermaatschappij maar door derden is ingebracht. Deze derden houden een minderheidsaandeel in een van de dochtermaatschappijen van de onderneming. Er rusten geen aflossings- of betalingsverplichtingen op deze post in de jaarrekening omdat deze post geen betrekking heeft op schulden van de onderneming. Dit aandeel van derden kan worden aangemerkt als permanent risicodragend vermogen en wordt derhalve tot het eigen vermogen gerekend.
Aandeel zonder nominale waarde -
Aandeel waarop niet vermeld staat welk deel van het maatschappelijk kapitaal van een onderneming het vertegenwoordigt.
Aandeelbewijs -
Het bewijs dat men aandeel heeft in het kapitaal van een onderneming.
Aandeelhebber -
De eigenaar van aandelen, ook wel actionaris genoemd.
Aandeelhouder -
Eigenaar van een bewijs van deelneming in het eigen vermogen van een onderneming.
Aandeelhoudersaansprakelijkheid -
De aansprakelijkheid (voor de activiteiten van een onderneming) die iemand heeft bij het bezit van aandelen. Deze wordt beperkt tot het deel dat men in het aandelenkapitaal van een bedrijf heeft.
Aandeelhouderscommissie -
Een door de algemene vergadering van aandeelhouders benoemde groep aandeelhouders die de bevoegdheden heeft om aandeelhouders te vertegenwoordigen.
Aandeelhoudersmacht -
Onder de term aandeelhoudersmacht verstaan we de macht die aandeelhouders direct of indirect hebben binnen een bedrijf. Vooral grote aandeelhouders willen nog wel eens indirect de nodige macht uitoefenen. Vaak betreft het dan het aanblijven van bestuurders, het verstrekken van bonussen en dergelijke. Voor kleine aandeelhouders zijn de mogelijkheden uiterst beperkt. Soms zijn er mogelijkheden om zich te verenigen, en dan wordt er groepsgewijs een stem uitgebracht. Ook is er vaak sprake van het gebruik van certificaten, waarbij alleen het administratiekantoor dat de certificaten uitgeeft stemrecht heeft.
Aandeelhoudersregister -
Aandelenregister, waarin de personalia van alle houders van aandelen op naam zijn opgenomen, met vermelding van datum verkrijging, erkenning of betekening alsmede van het op ieder aandeel gestorte bedrag.
Aandeelhoudersvereniging -
Een aandeelhoudersvereniging is een rechtspersoon die een groep aandeelhouders die lid zijn van deze aandeelhoudersvereniging in rechte kan vertegenwoordigen. In Nederland is de VEB, de Vereniging van Effecten Bezitters als zodanig actief.
Aandeelhouderswaarde -
Ook wel shareholdersvalue genoemd, in tegenstelling tot de stakeholdersvalue (de waarde voor de overige participanten). Het management streeft naar een zo groot mogelijke beurswaarde van de onderneming wat kan botsen met de belangen van bijvoorbeeld werknemers.
Aandelen leasen -
Het kopen van aandelen met geleend geld.
Aandelenanalyse -
Inschatting van de waarde en de waardeontwikkeling van een aandeel op basis van bedrijfseconomische analyse van de activiteiten van een bedrijf. De analyse is uitsluitend op basis van de koersbeweging van een aandeel, index of markt is (koers)technische analyse.
Aandelenbelang -
Het belang (in aandelen) in een bedrijf dat een privé persoon of bedrijf heeft. Dit wordt vaak uitgemeten in percentages. Bij een belang van meer dan 50% is de partij bevoegd het bedrijf te leiden.
Aandelendepot -
De aandelen die bij een bewaarbedrijf als bijvoorbeeld een bank zijn ondergebracht, zowel in fysieke vorm als via een girale vorm op een effectenrekening. We spreken in plaats van een aandelendepot ook wel van een aandelenportefeuille.
Aandelenemissie -
Uitgifte van nieuwe aandelen. Een emissie wordt meestal begeleid door een bank, die bemiddelt bij het plaatsen van de nieuwe aandelen. Een onderneming kan ook zelf aandelen uitgeven.
Aandelenemissie met voorkeursrecht -
Uitgifte van nieuwe aandelen door een onderneming waarbij bestaande aandeelhouders recht van voorkeur hebben.
Aandelenfonds -
Een aandelenfonds is een fonds dat hoofdzakelijk belegt in aandelen.
Aandelenfusie -
Een fusie tussen twee bedrijven waarbij de aandelen van het ene bedrijf over worden genomen door het andere bedrijf en omgekeerd. Dit wordt ook gebruikt om te voorkomen dat twee bedrijven samen geheel nieuwe aandelen uitgeven.
Aandelenfuture -
Een futurescontract met als onderliggende waarde een pakket van 100 aandelen.
Aandelenindex -
Een index van aandelen: ofwel een samenstelling van een gewogen gemiddelde van een aantal aandelen die bijvoorbeeld in Amsterdam de AEX-index en de AMX-index.
Aandelenindexoptie -
Een aandelenindexoptie heeft als onderliggende waarde een index en individuele aandelen. De index is in deze een (gewogen of ongewogen) gemiddelde waarde van een pakket aandelen.
Aandeleninkoopprogramma -
Een aandeleninkoopprogramma is een door een bedrijf geformuleerde periode welke weergeeft welke en hoeveel aandelen gekocht zullen worden gedurende deze periode door het bedrijf.
Aandelenkapitaal -
Het totale nominale bedrag van de aandelen van een onderneming. Is te berekenen door het aantal aandelen te vermenigvuldigen met de nominale waarde per aandeel.
Aandelenkoers -
De waarde van aandelen bepaald door de vraag en het aanbod van de aandelen op de beurs.
Aandelenlease -
Aandelenlease is een overeenkomst waarbij iemand geld leent waarmee voor die persoon effecten worden gekocht. De klant betaalt maandelijks rente en eventueel een bedrag om zijn schuld af te lossen en krijgt tenslotte de opbrengst van de effecten na aftrek van de eventueel nog niet afgeloste schuld. Zolang de schuld niet is afgelost, dienen de effecten als onderpand.
Aandelenlease-affaire -
De aandelenlease-affaire ontstond rond 2001 toen aandelenlease contracten na de beurscrash voor veel deelnemers in plaats van winst een enorme restschuld opleverden. In Nederland zijn een paar honderdduizend van deze contracten verkocht, in België aanzienlijk minder. Op het hoogtepunt van de markt stonden ongeveer 700.000 aandelenlease contracten uit met een totale waarde van circa 6,5 miljard euro. In Nederland werden de meeste contracten verkocht door Legio Lease, een dochterbedrijf van bank Labouchere. Bank Labouchere werd in augustus 2000 door Aegon verkocht aan Dexia. Aandelenlease is een beleggingsconstructie waarmee beleggers naast hun eigen inleg met een deel geleend geld beleggen. Ten tijde van de beurs-hausse rond 2000 werden er veel aandelenlease constructies aangeboden onder wervende namen als vermogensversneller, korting cadeau, winst verdriedubbelaar, sprintplan etc. Deze constructies werden via telefonische verkoop verkocht, vaak zonder duidelijk te vermelden dat aandelen werden geleased. Toen een jaar later de beurs instortte, kwamen veel leasebeleggers daardoor onverwacht met een restschuld te zitten. De meeste contracten met namen als Winst verdriedubbelaar werden verkocht door Bank Labouchere dochter Legio Lease. Aegon was als eigenaar verantwoordelijk maar wist de imagoschade redelijk te beperken door Labouchere tijdig aan Dexia te verkopen. Niet alleen Aegon maar ook de DSB Groep, Fortis, ABN AMRO en Nationale Nederlanden verkochten aandelenlease contracten.
Aandelenmarkt -
De handel in aandelen in het algemeen
Aandelenoptie -
Een optie met als onderliggende waarde een vast aantal aandelen. Aandelenopties worden verhandeld op de optiebeurs van Amsterdam Exchanges en alle andere optiebeurzen in de wereld.
Aandelenprijs -
De aandelenprijs is de waarde van een aandeel. Deze waarde is bepaald door de vraag en het aanbod van de aandelen op de beurs.
Aandelenregister -
Het aandelenregister is een register dat het bestuur van een vennootschap bijhoudt en waarin per aandeel (of groep aandelen)is opgenomen: 1. De namen en adressen van de aandeelhouders 2. Het bedrag dat op het aandeel gestort is 3. De personen met het recht van vruchtgebruik 4. Wie het pandrecht heeft 5. Wie het stemrecht heeft
Aandelenruil -
Financieringsvorm bij een bedrijfsovername waarbij de overnemende partij aandelen van de eigen onderneming aanbiedt in ruil voor aandelen van de over te nemen onderneming.
Aandelenselectie -
Het uitzoeken van de beste aandelen voor een effectenportefeuille. Willen we een echt goede selectie maken dan is kennis van de toekomst een absolute noodzaak, maar vindt maar eens een adviseur dat die kennis daadwerkelijk heeft. We weten het dus doodgewoon niet. Veel beleggers kopen dan maar wat. Vaak zogenaamde kwaliteitsaandelen. Aandelen die met de kredietcrisis 85% inleverden zoals de aandelen van de grote banken.
Aandelenspaarplan -
Een combinatie van beleggen in een beleggingsfonds en een levensverzekering. Ook alle kosten als bijvoorbeeld de verzekeringspremie worden hieruit betaald.
Aandelenspam -
Aandelenspam is een vorm van spam, waarbij internetgebruikers via e-mail wordt aangemoedigd om waardeloze aandelen te kopen. Dat resulteert meestal in een korte koersstijging. De spammers verkopen (dumpen) hun aandelen echter kort voordat de koers instort. De kopers blijven met waardeloze aandelen zitten.
Aandelensplitsing -
Oude aandelen worden in een vaste verhouding vervangen door een aantal nieuwe aandelen. Na een Aandelensplitsing ligt de prijs van de nieuwe aandelen meestal lager dan de vroegere prijs.
Aandelenvermogen -
Vermogen dat verkregen is door uitgifte van aandelen (in feite het geplaatste aandelenvermogen). Het aandelenvermogen is een deel van het eigen vermogen van een BV of NV. Synoniem: aandelenkapitaal.
Aangeschreven -
Ook wel Assigned. Wanneer de bezitter van een optierecht zijn recht aanzegt, krijgt de schrijver (zie schrijven) de plicht om de aandelen te leveren (calloptie) of af te nemen (putoptie) tegen de uitoefenprijs.
Aankondigingsdatum -
De datum waarop een onderneming of en zo ja hoeveel aandelen een onderneming uit gaat geven. Hierbij wordt ook de geplande datum van uitgifte genoemd.
Aankoopkosten -
De aankoopkosten zijn de kosten die men betaalt bij de aankoop van een fonds.
Aankooplimiet -
De maximum prijs die de belegger bereid is te betalen voor een aandeel of enig ander effect.
Aanlappen -
Het verkopen van effecten
Aanloopverliezen -
We spreken van de aanloopverliezen van een onderneming bij de verliezen die gedurende de eerste 6 jaren na het stichten van de onderneming geleden worden.
Aanmeldingstermijn (bij overnamebod) -
Een aanmeldingstermijn is de periode waarin geïnteresseerden hun bod uit kunnen brengen op een te koop staand bedrijf. Deze aanmeldingstermijn kan worden verlengd met inachtneming van de geldende biedingregels.
Aanmerkelijk belang -
Het bezitten van 5% of meer van alle aandelen van een onderneming
Aanmerkelijke marktmacht -
Een aanbieder heeft een aanmerkelijke marktmacht (AMM) als deze op de desbetreffende markt alleen of tezamen met andere ondernemingen over een economische kracht beschikt die haar in staat stelt zich in belangrijke mate onafhankelijk van haar concurrenten, klanten en uiteindelijk consumenten te gedragen. De OPTA maakt marktanalyses op basis waarvan zij kan besluiten dat een aanbieder een aanmerkelijke marktmacht heeft.
Aanpassing -
Tijdelijke wijziging in de gevoeligheid voor de waarneming van stimuli die het gevolg is van voortdurende en herhaalde blootstelling aan dezelfde of soortgelijke stimuli
Aanschafwaarde -
De waarde van een of meer gebouwen of machines als optelsom van de respectievelijke aanschafprijzen en de bijkomende installatie-uitgaven (vaak ten onrechte aangeduid als aanschafkosten of installatiekosten).
Aanschrijvingsbericht -
We spreken van een aanschrijvingsbericht als een bank een bericht stuurt aan een klant die effecten in bewaring heeft gegeven over zaken als beleggen en handelsterminologie.
Aansprakelijk vermogen -
Onder het aansprakelijke vermogen van een bedrijf, meestal een vennootschap, verstaan we het eigen vermogen dat wordt uitgebreid met achtergestelde vorderingen, die op het moment van bepalen in het bedrijf aanwezig zijn en daarmee hetzelfde risico lopen als het eigen vermogen
Aansprakelijkheidsverklaring -
De rechtspersoon of vennootschap die de financiële gegevens van de betreffende rechtspersoon heeft meegeconsolideerd, moet schriftelijk verklaren zich hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor uit de rechtshandelingen voortvloeiende schulden van die rechtspersoon.
Aanvraag tot toelating -
Het verzoek van een bedrijf om een officiële notering te krijgen aan een effectenbeurs. Niet ieder bedrijf wordt toegelaten, er moet voldaan zijn aan een aantal voorwaarden.
Aanvullend vermogen -
Het aanvullend vermogen wordt ook wel additioneel vermogen of additioneel kapitaal genoemd. Dit is een deel van het aansprakelijk vermogen van een bedrijf en is het totaal van de herwaarderingsreserves, algemene voorzieningen, achtergestelde leningen en de stille reserves.
Aanwas -
Vermeerdering van iemands bezit, bijvoorbeeld bij een gemeenschap doordat een vermogensdeelgenoot afziet van zijn aandeel waardoor dat van de overige deelgenoten groter wordt
Aanwijzing -
Wanneer de koper van een optie of warrant zijn recht uitoefent, wordt de schrijver van de opties of warrant aangewezen om zijn plicht tot levering of afname na te komen. In het Engels wordt dit 'assignment' genoemd.
Aanzeggen -
Aanzeggen is het berichten aan de koper, dat de door hem/haar op termijn gekochte goederen in ontvangst moeten worden genomen.
Aanzegging -
Aanzegging is het bekendmaken door middel van het uitreiken van een gerechtelijk schrijven, bijvoorbeeld een dagvaarding of een kennisgeving.
Aanzegpremie -
Bedrag dat betaald moet worden om gedurende een bepaalde tijd een baissepositie in te nemen, ofwel gedurende een bepaalde tijd het recht te hebben om een aantal stukken op een bepaalde datum voor een bepaalde prijs te verkopen.
AAOIFI -
Dit is de afkorting van Accounting and Auditing Organization for Islamic Financial Institutions. Voor de betekenis zie het begrip 'Accounting and Auditing Organization for Islamic Financial Institutions'.
Aardappelopties -
Aardappelopties, welke verhandeld worden op de agrarische termijnmarkt van Euronext, is een recht tot kopen/verkopen van een termijncontract op aardappelen tegen een vooraf vastgestelde prijs.
Aardappeltermijncontract -
Een termijncontract met een onderliggende waarde van 25.000 kilogram aardappelen. Dit contract kent verhandeling op Euronext.liffe Amsterdam.
Abandon -
Abandon / abondonneren zijn termen waarmee wordt aangegeven dat we op de uitoefendatum verder niets met een optie willen doen, we willen hem niet uitoefenen, en er is geen sprake meer van tijdswaarde. We doen er gewoon niets mee en de optie loopt waardeloos af. In het algemeen: Afstand doen of het niet uitoefenen van een (eigendoms)recht
Abonnementspolis -
Ook wel pauschalpolis of afkooppolis genoemd. Goederentransportverzekeringscontract waaronder, tegen betaling van een premie in een bedrag ineens af, alle binnen het kader van het contract vallende zendingen binnen het in de polis omschreven verzekeringsgebied, plaatsvindend binnen de periode waarvoor de verzekering is aangegaan, tot een in de polis genoemd maximumbedrag per vervoermiddel op de overeengekomen condities automatisch, zonder dat enige verdere opgave nodig is, gedekt zijn. De premie wordt gebaseerd op de vermoedelijke omzet, d.i. de totale waarde van de onder de verzekering gedekte zaken, die in de verzekeringsperiode verzonden zullen worden; bij verlenging van de verzekering moet de verzekerde de werkelijke omzet opgeven. Behalve de echte abbonementspolis, komt de abbonementspolis met naverrekeningsclausule voor, ook wel omzetpolis genoemd. Deze verschilt van de abbonementspolis in zoverre dat de vooraf betaalde premie slechts als voorschotbetaling geldt en de definitieve premie wordt vastgesteld door na afloop van de verzekeringsperiode het premiepermillage te slaan over de dan door de verzekerde opgegeven werkelijke omzet.
Absolute breadth index -
De Absolute Breadth Index (""ABI"") is een sentimentsindicator die ontwikkeld is door Norman G. Fosback. De ABI geeft aan hoeveel activiteit er op de markt is en hoe volatiel deze is. De indicator is bedoeld voor de de New York Stock Exchange. De richting waarin de koersen zich bewegen wordt verder niet meegenomen. De Abi wordt ook wel de activity index genoemd. Een hoge waarde duidt op veranderingen en een forse activiteit op de markt, terwijl lage waarden op weinig inspiratie duiden. In Fosback's boek, ""Stock Market Logic"" geeft hij aan dat in het verleden hoge waarden aangaven dat er drie tot 5 maanden later een fors hogere koers tot stand was gekomen. Fosback ontdekte nog een betrouwbare variant, namelijk door de ABI te delen door het totale aantal verhandelde aandelen. Waarden boven de 40% geven een bullmarkt aan en als we onder de 15% gaan komen we in een bearmarkt terecht. De ABI wordt berekend door de absolute waarde te nemen van het aantal gestegen fondsen minus het aantal gedaalde fondsen.
Absolute rate -
Onder een absolute rate verstaan we de interest bij een swap uitgedrukt in een vast rentepercentage. Ook wordt er wel een premie of een opslag op een bekend percentage, zoals libor gebruikt
Absolute return -
Een fonds of portefeuille dat een 'absolute return' nastreeft, heeft als doel iedere verslagperiode een positief rendement te behalen, dat in ieder geval boven het rendement op kasgeld ligt.
Abu Dhabi Investment Authority -
De Abu Dhabi Investment Authority (ADIA) is een Sovereign wealth fund eigendom van Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. AIDA beheert een aanzienlijk bedrag van het kapitaal van de Emiraten en is een van de grotere investeerders in de wereldfondsen. Door haar grootte, is het fonds invloedrijk in de internationale financiën. ADIA heeft nooit bekendgemaakt hoeveel het heeft in activa. Geaccepteerde schattingen zijn tussen de 650 miljard dollar tot ongeveer 875 miljard dollar in activa.
Accommoderend beleid -
Het beleid van een centrale bank, gericht op het bevorderen van de groei. Kenmerken zijn een lage rente en ruime kredietverlening. Veel geld onder de mensen om uit te geven dus. Het gevaar van inflatie ligt bij dit beleid op de loer. Accomoderend beleid is het tegengestelde van restrictief beleid.
Accommoderend beleid1 -
Accomoderend beleid is het beleid van een centrale bank, gericht op het bevorderen van de groei.
Accommoderend monetair beleid -
Accommoderend monetair beleid is het geheel van maatregelen die een Centrale Bank kan nemen om de waarde van de eigen valuta stabiel te houden. Men kan twee soorten waarde ten aanzien van een valuta onderscheiden: de binnenwaarde ofwel de koopkracht en de externe waarde ofwel de wisselkoers. Accommoderend monetair beleid bestaat dan ook uit twee onderdelen, de geldpolitiek en het wisselkoersbeleid.
Accountancyprincipes -
Accountancyprincipes zijn een aantal elementen waaraan een algemeen aanvaarde jaarrekening aan moet voldoen, waaronder: 1. Het voorzichtigheidsprincipe 2. het realisatieprincipe 3. het matchingprincipe 4. het continuiteitsprincipe 5. het bestendigheidsprincipe.
Accountant -
Een accountant (accomptant, rekenaar, rekenmeester) is iemand die beroepsmatig jaarrekeningen controleert, jaarrekeningen opmaakt of financiële administraties voert. Voor dit beroep is een speciale opleiding nodig. In veel landen is, net als in Nederland, het voeren van een beroepstitel voor een beroep, dat vergelijkbaar is met de Nederlandse accountant, wettelijk beschermd.
Accountant-administratieconsulent -
Een Accountant-administratieconsulent (AA) is in Nederland een accountant die staat ingeschreven in het accountantsregister van de NOvAA al dan niet met certificeringbevoegdheid. Deze inschrijving met certificeringbevoegdheid geeft de Accountant-administratieconsulent de wettelijke bevoegdheid om een verklaring (accountantsverklaring) af te geven over de getrouwheid van een jaarrekening. Tezamen met een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) ook die van een controleplechtige instelling. In Nederland is Accountant-administratieconsulent een bij wet geregeld beroep. De AA-titel, die wettelijk beschermd is, is een beroepsaanduiding en wordt niet vóór de naam van de persoon geschreven, maar er achter.
Accountantsverklaring -
Een verklaring van de accountant waarin hij zijn mening geeft omtrent de balans en de daarbij behorende verlies-en winstrekening van een door hem gecontroleerde onderneming.
Accounting and Auditing Organization for -
De Accounting and Auditing Organization for Islamic Financial (AAOIFI) is een internationale islamitische autonome non-profit orgaan dat de boekhouding voorbereidt en auditeert voor verschillende bedrijven/industrieën . AAOIFI werd opgericht in overeenstemming met de overeenkomst van vereniging die islamitische financiële instellingen hebben gesloten op 26 februari 1990 in Algiers.
Accountmanager -
Een accountmanager is de beheerder van klanten die een zakelijke relatie hebben met een bedrijf. Tegenwoordig is het woord `account` in de bedrijfswereld zo populair, dat het meer de betekenis van relatie- of klantmanager is geworden. Vroeger werd zo iemand een verkoper genoemd. Er bestaan twee soorten accountmanagers: `farmers` en `hunter
Accreditief -
Opdracht aan een bank tot uitbetaling aan een derde. Deze internationale betalingsvorm wordt ook wel een documentair krediet of letter of credit (L/C) genoemd. De afkorting van letter of credit is L/C.
Accruals -
De verschillen tussen nettowinst en operationele cash-flow, dus wijzigingen in de activa en passiva op de balans die niet te herleiden zijn op de nettowinst (of het nettoverlies).
Accrued interest -
Samengestelde interest, het verdienen van rente op rente.
Accumulatie -
De ophoping van stoffen, waarvan sprake is als de concentratie van de betrokken stof in een organisme hoger is dan in het omringend milieu.
Accumulatie swap -
Swaps met een groeiende leensom. Dit wordt veel gebruikt door banken met groeiende kapitaalbehoeft.
Accumulation -
Accumulation is de Engelse term voor een fonds dat geen dividend uitkeert, maar dit toevoegt aan het vermogen (een groeifonds). Het tegenovergestelde is een Income, ofwel een dividenduitkerend fonds.
Achterbalkon -
De in een levensjarenstelsel toegepaste verhoging van de aanspraken over alle jaren - vanaf een bepaalde leeftijd - voorafgaand aan de aanvang van het deelnemerschap van de deelnemer. Het levensjarenstelsel is met ingang van 1 juni 1999 fiscaal niet meer toegestaan.
Achtergestelde converteerbare obligatie -
Een achtergestelde converteerbare obligatie wordt pas afgelost als bij een faillissement alle andere schuldeisers zijn betaald.
Achtergestelde lening -
Een lening die aan de aandeelhouders pas wordt afgelost indien alle overige schuldeisers zijn terugbetaald
Achtergestelde obligaties -
Bij een faillissement van een onderneming zijn de bezitters van deze obligaties pas aan de beurt als aan alle andere verplichtingen is voldaan. Houders van deze obligaties worden gelijkgesteld aan de rechten van de aandeelhouders.
Achterstelling -
Een lening die pas wordt afgelost indien bij een faillissement alle schuldeisers hun geld hebben teruggekregen (aandeelhouders zijn daar niet bij, die zijn mede-eigenaar en geen schuldeiser). In tegenstelling tot andere leningen wordt de achtergestelde lening tot het eigen vermogen van een onderneming gerekend.
Achterwaartse integratie -
We spreken van achterwaartse integratie als een bedrijf in een bedrijfskolom de activiteiten van de aanleverende partij overneemt. Bijvoorbeeld een detailhandel die de groothandel integreert en direct bij de fabrikant gaat afnemen. De integratie is dan in de richting van de oerproducent.
ACI -
ACI is de afkorting van ""Association Cambiste Internationale"", hieronder verstaan we het overkoepelend orgaan, gevestigd in Parijs, van alle nationale verenigingen van arbitrageanten, dus personen die zich met name met de arbitrage van valuta bezig houden.
Acid test -
Een berekening die aangeeft of een bedrijf in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen. De cash, kortlopende vorderingen en investeringen op de korte termijn worden bij elkaar opgeteld en gedeeld door het vreemd vermogen op korte termijn. Bedrijven die met een ratio onder de 1 uitkomen, kunnen hun verplichtingen op korte termijn niet nakomen. De term komt uit de manier waarop goudzoekers vroeger bepaalden of hun vondt echt goud was. Als het klompje metaal niet oploste in zuur (acid) dan was het echt goud. Als een bedrijf slaagt voor de acid test, dan is de financiële huishouding op orde.
Acquisitie -
Het is het aankopen van nieuwe aandelen (of bedrijven) door een bedrijf. Ook het winnen van een nieuwe klantenkring wordt soms een acquisitie genoemd.
Actief -
Het actief (of activa) van een onderneming omvat alle bezittingen van die onderneming.
Actief bankbedrijf -
Het deel van het bankbedrijf dat zich bezighoudt met de kredietverlening.
Actief beheer -
Een manier van portefeuillebeheer waarbij de beheerder in functie van zijn marktvisie en verwachtingen actieve posities inneemt met als doel een beter beleggingsresultaat te halen dan dat van zijn benchmark. Tegenover de kans op een beter beleggingsresultaat staat het risico dat het resultaat achterblijft bij dat van de benchmark.
Actief beleggen -
Op grond van een bepaalde marktvisie wordt afgeweken van de benchmark, om zo te trachten een betere performance te behalen.
Actief fonds -
Onder een actief fonds verstaan we een Fonds waarin tijdens de beursdag doorlopend handel wordt gedreven.
Actiefzijde -
Een ander woord voor de actiefzijde is de debetzijde. Dit is de zijde op de balans waarop de investeringen en bezittingen vernoemd staan.
Actieve belegger -
Een actieve belegger is iemand die actief belegt op de beurs. De kern van actief beleggen is 'kopen en verkopen', oftewel frequent handelen op de beurs. De keuze om te kopen of verkopen maakt de actieve belegger op grond van korte termijn koersverwachtingen. Een actieve belegger gelooft dat hij/zij koersontwikkelingen min of meer correct kan voorspellen.
Actieve financiering -
De activiteiten van een bedrijf betreffende het aantrekken van eigen en vreemd vermogen en de besteding daarvan.
Actieve fondsen -
Hoofdfondsen; effecten waarin doorgaans de meeste handel plaatsvindt
Actieve portefeuille -
Een portefeuille aan aandelen/opties met veel risico maar ook kans op hoge rendementen.
Action de jouissance -
Action de Jouissance is een ander woord voor bewijs van deelgerechtigheid. Onder een bewijs van deelgerechtigdheid/action de jouissance verstaan we een recht dat wordt toegekend aan een aandeelhouder bij wie zijn aandeel in het maatschappelijk kapitaal volledig is terugbetaald. Een bewijs van deelgerechtigdheid geeft recht op een deel van de overwinst en in bepaalde gevallen ook een recht op een deel van het liquidatiesaldo.
Activa -
Bezittingen en vorderingen van de onderneming
Activa discontabele -
Met het begrip discontabele activa (van banken) worden de activa bedoeld die de banken kunnen verdisconteren bij De Nederlansche Bank NV. In de praktijk is dit eigenlijk alleen Nederlands schatkistpapier met een resterende looptijd die korter is dan drie maanden. Het verdisconteren van andere activa door banken dan dit schatkistpapier komt relatief weinig voor. Daarnaast komen er in incidentele gevallen disconteringen voor van door banken geaccepteerde wissels. Deze wissels dienen dan te voldoen aan de vereisten voor het toepassen van het wisseldisconto.
Activa-categorie -
De verschillende categorieën waarin activa kunnen worden ingedeeld aan de activa zijde. Voorbeelden zijn: boekwaarden, investeringen, desinvesteringen en afschrijvingen.
Activeren -
Uitgaven die gedaan zijn opvatten als investeringen en om die reden opnemen bij de posten op de debetzijde van de balans. Dus uitgaven opnemen bij de activa, zodat ze in de loop van de tijd afgeschreven kunnen worden. Inmiddels staan ze als kapitaal op de balans vermeld. Voorbeelden zijn uitgaven voor de installatie van machines, of uitgaven voor research and development.
Activistische aandeelhouder -
Aandeelhouders met een groot deel van de aandelen in een bedrijf. Zij roeren zich in de bestuurskamers en trekken meer macht naar zich toe dan de andere aandeelhouders.
Activistische belegger -
Activistische belegger is een ander woord voor actieve belegger. Voor de betekenis zie het begrip 'actieve belegger'.
Activity index -
Activity index is een ander woord voor de Absolute Breadth Index (""ABI""). De ABI is een sentimentsindicator die ontwikkeld is door Norman G. Fosback. De ABI geeft aan hoeveel activiteit er op de markt is en hoe volatiel deze is. De indicator is bedoeld voor de de New York Stock Exchange. De richting waarin de koersen zich bewegen wordt verder niet meegenomen. De Abi wordt ook wel de activity index genoemd. Een hoge waarde duidt op veranderingen en een forse activiteit op de markt, terwijl lage waarden op weinig inspiratie duiden. In Fosback's boek, ""Stock Market Logic"" geeft hij aan dat in het verleden hoge waarden aangaven dat er drie tot 5 maanden later een fors hogere koers tot stand was gekomen. Fosback ontdekte nog een betrouwbare variant, namelijk door de ABI te delen door het totale aantal verhandelde aandelen. Waarden boven de 40% geven een bullmarkt aan en als we onder de 15% gaan komen we in een bearmarkt terecht. De ABI wordt berekend door de absolute waarde te nemen van het aantal gestegen fondsen minus het aantal gedaalde fondsen.
Actual/360 -
Een methode voor de berekening van de opgebouwde rente die wordt verdiend op een obligatie. Het werkelijke aantal dagen per maand en 360-dagen per jaar worden gebruikt voor de berekening van de rente.
Actual/365 -
Een methode voor de berekening van de opgebouwde rente die wordt verdiend op een obligatie. Het verschil met de actual/360 methode is dat hier 365 dagen per jaar worden gebruikt voor de berekening van de rente.
Actual/actual -
Een methode voor de berekening van de opgebouwde rente die wordt verdiend op een obligatie. Het werkelijke aantal dagen in elke maand en het werkelijke aantal dagen in het jaar worden gebruikt voor de berekening van de rente.
Actuals -
We spreken van actuals in de termijnhandel wanneer we het hebben over de goederen waarin vandaag gehandeld wordt, in tegenstelling tot futures die op toekomstige handel betrekking hebben. Je zou kunnen zeggen dat we het hier hebben over de eigenlijk de onderliggende waarde van de termijncontracten.
Actuariële grondslagen -
Wanneer een contante waarde van een reeks toekomstige uitkeringen moet worden bepaald, maakt de actuaris gebruik van actuariële grondslagen, zoals: 1. de rekenrente of de marktrente 2. de kansstelsels: sterftekansen, arbeidsongeschiktheids- en revalidatiekansen, frequenties van gehuwd zijn, soms ook toekomstige salarisontwikkeling of toeslagbeleid etc. 3. kostenopslagen (bijvoorbeeld voor administratiekosten en/of uitbetalingskosten).
Actuariële methoden -
Methoden om met behulp van actuariële grondslagen de contante waarde van een reeks toekomstige uitkeringen of bijdragen te berekenen. Methoden om pensioenbijdragen vast te stellen zijn onder andere: premiesysteem, koopsomsysteem, inhaal-premiesysteem, inhaalkoopsomsysteem en het dynamische premiesysteem. Ook bestaan verschillende methoden om de reservering voor nabestaandenpensioen vast te stellen (zie ook bepaalde en onbepaalde man/vrouw/partnersysteem).
Actuariële rente -
Verzekeringsmaatschappijen en pensioensfondsen hanteren een fictief rentepercentage bij het bepalen van hun toekomstige verplichtingen. Dit fictieve percentage wordt de rekenrente of actuariële rente genoemd.
Actuarieel Genootschap -
Het Actuarieel Genootschap is een vereniging, welke kantoor houdt in Utrecht, die zich de bestudering en ontwikkeling van de actuariële wetenschappen ten doel stelt, alsmede de verbreding van de wetenschappelijke basis van de werkzaamheden van de actuaris en het geven van voorlichting over de taak en de bevoegdheid van de actuaris. Voorts heeft het Actuarieel Genootschap gedragsregels opgesteld, waaraan de leden zich dienen te houden, om het aanzien en de waardigheid van het beroep actuaris hoog te houden.
Actuarieel rendement -
Het rendement op jaarbasis dat daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Het is de rentevoet (ook wel actualisatie- of discontovoet genoemd) die een reeks van toekomstige kasstromen verbonden aan een investering wiskundig gelijk stelt aan het oorspronkelijke investeringsbedrag. Daarvoor wordt niet enkel rekening gehouden met de omvang van de in- en uitgaande kasstromen, maar ook met het tijdstip waarop die kasstromen plaatsvinden. Bij de berekening van het actuarieel rendement van een obligatie bijvoorbeeld wordt niet enkel rekening gehouden met de nominale rente, maar ook met de coupondata, de eindvervaldag, de uitgifte- en terugbetalingsprijs en de kosten. Dat is de enige objectieve manier ter vergelijking van investeringen waarvan de kasstromen ongelijk zijn gespreid in de tijd.
Actuaris -
Een actuaris combineert economische en wiskundige technieken. De actuaris is gespecialiseerd in verzekeringswiskunde (zowel levensverzekering als schadeverzekering). Met behulp van de verzekeringswiskunde bepaalt de actuaris hoe hoog de benodigde koopsom of premie moet zijn voor bepaalde verplichtingen. De actuaris verricht risico-analyses en bepaalt welk bedrag voor toekomstige verplichtingen moet worden gereserveerd. Verder houdt de actuaris zich bezig met het samenstellen van modellen om verplichtingen en beleggingen van een pensioenfonds of een verzekeraar optimaal op elkaar af te stemmen (matching)en om de samenstelling van het beleggingspakket te optimaliseren.
Actuele waarde -
Waardering van activa op basis van actuele prijzen. Dit kan gerealiseerd worden door waardestijgingen en -dalingen direct als winst of verlies te boeken of door de waardeveranderingen op een aparte rekening herwaardering te plaatsen en pas bij verkoop door te boeken naar de winst en verliesrekening te boeken.
ADB -
ADB is de afkorting van de Asian Development Bank. De ADB is een in 1966 opgerichte regionale ontwikkelingsbank om de economische en sociale ontwikkeling te bevorderen in de Azië en de Pacific door middel van leningen en technische bijstand. Het werk van de Asian Development Bank is gericht op verbetering van het welzijn van de mensen in Azië en de Pacific, met name de 1,9 miljard mensen die leven van minder dan 2 dollar per dag. Ondanks de vele succesverhalen blijven Azië en de Pacific de thuisbasis van twee derde van de armen in de wereld.
Add on yield -
Standaard yield berekening voor vele geldmarkten: Het rentepercentage, teruggerekend op jaarbasis, gedeeld door de oorspronkelijke hoofdsom, uitgedrukt als een percentage.
ADIA -
AIDA is een afkorting van de Abu Dhabi Investment Authority. ADIA is een Sovereign wealth fund eigendom van Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. AIDA beheert een aanzienlijk bedrag van het kapitaal van de Emiraten en is een van de grotere investeerders in de wereldfondsen. Door haar grootte, is het fonds invloedrijk in de internationale financiën. ADIA heeft nooit bekendgemaakt hoeveel het heeft in activa. Geaccepteerde schattingen zijn tussen de 650 miljard dollar tot ongeveer 875 miljard dollar in activa.
Adjustable rate mortgage -
Een Adjustable-rate mortage (ARM) is een hypotheek waar de rente periodiek wordt aangepast op basis van een aantal indices. Een van de meest voorkomende indices zijn de tarieven op 1-jarige vaste looptijd Treasury (CMT) effecten, de Kosten van fondsen Index (COFI), en de London Interbank Offered Rate (LIBOR).
Adjusted business day (conventie) -
Het gedeelte van een dag waarin de meeste ondernemingen actief zijn, meestal van 9 uur tot 5 uur van maandag tot en met vrijdag.
Adjusted futures price -
Onder de adjusted future price verstaan we het equivalent van een future in baar geld.
Adjustment of terms -
Wijziging van een uitoefenprijs en/of de unit of trading als gevolg van een split-up, stockdividenden en dergelijke.
Administratiekantoor -
Een kantoor welke aandelen en obligaties koopt en daartegenover aan het publiek certificaten van die effecten uitgeeft. Het stemrecht op de aandelen blijft dan bij het administratiekantoor.
Administratieve lasten -
Administratieve lasten zijn de tijd en kosten die de administratie met zich mee brengt.
Administratieve organisatie -
Het gehele complex van organisatorische maatregelen binnen een organisatie, inclusief het stelsel van maatregelen van interne controle. Dit complex heeft direct of indirect betrekking op een goede werking van de administratie, de financieel-administratieve systemen, de rechtmatigheid en de doelmatigheid van het (financiële) beheer, en het heeft hier tevens de verantwoording over.
ADR's -
Amerikaanse certificaten van Nederlandse en andere buitenlandse aandelen. In sommige gevallen zoals bij Akzo Nobel hebben de American Depository Receipts een andere nominale waarde dan de aandelen, zodat de koersen van het Damrak en Wall Street niet meteen vergelijkbaar zijn.
Advance payment bond -
Advance payment bond is de Engelse vertaling voor vooruitbetalingsgarantie. Dit is een garantie voor een koper die de leverancier al helemaal of ten dele betaald heeft voordat hij de bestelde goederen heeft ontvangen.
Advance/decline -
Meting van het aantal aandelen dat over een bepaalde periode in prijs is gedaald of gestegen. Deze ratio van de een ten opzichte van de ander laat ook de richting van de markt in het algemeen zien ( naar boven of naar beneden ).
Adverse excursion -
We spreken van een adverse excursion als we een bepaalde richting van de beurs voorspellen en deze gaat dan toch een andere richting op dan we hadden verwacht. Soms wordt het daadwerkelijk direct in geld omgerekend en we gebruiken het begrip dan voor de mate van verlies bij een nog lopende, openstaande trade. Want in het algemeen zal een koersrichting tegengesteld aan wat we verwacht hadden wel een verlies opleveren in onze positie. Een toepassing is de Maximum Advanced Excursion, een techniek die ontwikkeld is door John Sweeneya
Adviesinflatie -
Veel beleggingsadviseurs kunnen hun mening niet naar buiten bregen zonder in conclift te komen met de belangen van hun werkgever. Dat is bijvoorbeeld een reden voor het feit dat veel analisen zelden of nooit het woord -verkopen- in de mond nemen. Dit advies is namelijk waarschijnlijk strijdig met een eerder aan de klant gegeven koopadvies, het geeft het bedrijf waar de bank graag zaken mee doet een negatief imago, en de analist hoeft in de toekomst ook niet meer aan te kloppen bij dat bedrijf voor informatie. Daarom houdt men het liever op het neutrale -hold-. Nog een aspect daarbij is, dat een -sell- advies alleen houders van het betreffende aandeel tot actie (en dus transacties en verdiensten) aan zal zetten, maar een koop advies kan iedereen tot kopen verleiden. De potentiele winst van een -buy- advies is dus veel groter dan van een -sell-. Omdat dit verschijnsel inmiddels wel overal is doorgedrongen ontstaat er een nieuw verschijnsel, en dat is het mijden van het woord -hold- dat overal als eufemisme van -sell- wordt gezien. Bijvoorbeeld door het gebruiken van -marktperformer- of -equalweight-. Omdat beleggers (en hun advocaten!) nog wel eens opstandig willen worden als ze een verkeerd advies gekregen hebben worden ook harde termen als kopen en verkopen steeds meer vervangen. In plaats van kopen wordt de inhoudsloze term -accumulate- of -overweight- gebruikt of het indirecte -outperformer-. En wie zou nu niet iets gaan kopen dat het beter gaat doen dan de markt als geheel. En dan is -underperformer- of -underweight- natuurlijk een ideaal eufemisme voor -sell-.
Advieskoers -
De door de hoekman geschatte koers, die voorafgaand aan het totstandkomen van de koers wordt opgegeven.
Adviesprijs -
Sinds het verbieden van de verticale prijsbinding vermelden fabrikanten bij hun producten een adviesprijs. Het staat detaillisten vrij daarvan af te wijken. Verticale prijsbinding bestaat nog wel in vrijgestelde sectoren, zoals de boekhandel.
AED -
Valutacode voor de dirham, muntstuk van Verenigde Arabische Emiranten.
AEX -
De Amsterdam Exchanges indeX is een beursgraadmeter die is gebaseerd op de 25 grootste fondsen op de Amsterdamse effectenbeurs. Stijgt de gemiddelde waarde van een aandeel in die bedrijven, dan gaat de AEX omhoog. Hoewel er veel meer dan 25 bedrijven aan de Amsterdamse beurs staan genoteerd, wordt de AEX in het algemeen als maat genomen voor hoe goed het Nederlandse beursklimaat is. De bekende Amerikaanse tegenhanger van de AEX is de Dow Jones-index.
AEX Access 2000 -
AEX Access 2000 is een elektronisch voorportaal tot de beurs. Dit door Amsterdam Exchanges ontwikkelde systeem bestaat uit AEX Access Stock (voor de handel in aandelen) en AEX Access Derivatives (voor de handel in opties, futures en agrarische termijncontracten). Uitsluitend toegelaten instellingen kunnen gebruik maken van AEX ACCESS 2000.
AEX Clearing en Depository -
Werkmaatschappij van Amsterdam Exchanges waar de afwikkeling en garantie plaatsvinden van transacties die gedaan zijn op de beurzen van Amsterdam Exchanges. Ook bewaarneming van effecten is een taak van AEX-Clearing & Depository. Dit wordt gedaan door de bedrijfsonderdelen Necigef en NIEC.
AEX covered call index -
De Covered Call wordt ook wel buy / write genoemd. Beide namen verwijzen naar de optiestrategie die aan deze strategische index ten grondslag ligt.
AEX dagopties -
Na het succes van de AEX-index weekopties, zijn er nu ook dagopties ook wel ' dailies' genoemd op de AEX-index in notering. De dagopties hebben een looptijd van 1 dag. Dagopties hebben dezelfde contractspecificaties als standaard AEX-index opties. De enige verschillen zijn de looptijd en het serie-introductiebeleid.
AEX Midkap Index -
De AEX Midkap-index is een mandje aan aandelen met een hoge omzet. De samenstelling van de Midkap-index word berekend en jaarlijks begin maart herzien. Bepalend voor die samenstelling is de effectieve aandelenomzet. Dat is, grofweg gezegd, gemiddelde beurswaarde maal gemiddelde dagomzet over het voorbije kalenderjaar. De 25 fondsen met de hoogste omzet komen in principe in de AEX-index, fondsen op plaats 26 t/m 50 in de Midkap-index en fondsen op plaats 51 t/m 75 in de AscX-index.
AEX optie -
Een optie met de AEX-index als onderliggende waarde. Bestaat in zowel een normale als een light versie.
AEX protective put index -
Een protective put index is een index die de resultaten volgt vaneen beschermende put strategie inrelatie tot een aandelenindex, waarbij de belegger een long positie in de index combineert met de koop van een put-optie op dezelfde index.
AEX weekopties -
AEX Weekopties hebben een looptijd van 1 week (van vrijdag tot vrijdag). AEX Weekopties zijn uitermate geschikt voor korte termijn handelsstrategieën en bieden beleggers een nieuwe manier om te beleggen in de huidige nieuwsgedreven marktn.
AEX-Agrarische Termijnmarkt -
In het marktsegment AEX-Agrarische Termijn markt worden agrarische termijncontracten en opties verhandeld.
AEX-index -
De AEX-index is een gewogen index die is gebaseerd op de koersen van de 25 meest verhandelde, in Nederland genoteerde ondernemingen op de effectenbeurs van Euronext. Onder andere de effectieve aandelenomzet in het voorgaande jaar is bepalend voor de opname van een fonds in de AEX-index. De weging van elk fonds in de index is mede afhankelijk van de marktkapitalisatie van de vrij verhandelbare aandelen. Vanaf 2005 zal deze weging op het moment van de periodieke herweging nooit meer bedragen dan 15%. De AEX-index kent ieder jaar op de eerste handelsdag in maart een periodieke herweging.
AEX-indexreservelijst -
Een lijst met vijf fondsen die kunnen worden opgenomen in de AEX-index als één van de 25 hoofdfondsen tijdens een jaar onverwacht uit de index valt.
AEX-Optiebeurs -
Werkmaatschappij van Amsterdam Exchanges waar opties op aandelen, indices, obligaties, dollars, goud en futures worden verhandeld. De handel op de optiebeursvloer vindt plaats in open outcry.
Afboeken -
Het boekhoudkundig verwerken van een verlies op een effectenportefeuille.
Afbrokkelend -
Wanneer de koers van het aandeel langzaam in waarde daalt.
Afdekken -
Een belegger kan het risico dat hij loopt met handel in aandelen afdekken. Dit heet ook wel indekken of hedgen.
Affaire -
Een verliesgevende effectentransactie
Affidavit -
Een schriftelijke verklaring, opgesteld door een beëdigd persoon bestemd voor gerechtelijke doeleinden. Bijvoorbeeld voor de houder van een obligatie waarvan de houder geen onderdaan is van het land waar de obligatie is uitgegeven en daar niet woont, met als doel het verkrijgen van belastingfaciliteiten.
Affiliatie -
Affiliatie is de samenvoeging in verband van ondergeschiktheid van ondernemingen of organisaties.
AFFM -
AFFM is de afkorting van de Australian Financial Futures Market. De optiebeurs en financiële termijnmarkt van Australië
Afgeleid recht -
Het recht dat een houder van een effect heeft, en dat voortkomt uit dat houderschap. Bijvoorbeeld het recht op dividend bij het bezit van een aandeel.
Afgeleide instrumenten -
De term afgeleide financiële instrumenten staat voor het groot aantal instrumenten die zijn ontwikkeld om zich in te dekken tegen het wisselrisico, het intrestrisico en vooral de fluctuaties.
Afgeleide producten -
Onder afgeleide producten vallen beleggingsvormen zoals opties en futures, waarvan de prijsvorming afhankelijk is van andere ('onderliggende') waarden, zoals aandelen en obligaties.
Afghani -
Het muntstuk van Afghanistan
AFGI -
Vereniging van Financial Guaranty Insurors
Afgiftekoers -
De prijs waartegen onder andere niet-genoteerde beleggingsfondsen, banken en andere financiële instellingen bereid zijn hun producten te verkopen.
Afgiftekosten nieuwe aandelen -
Onder de Afgiftekosten van nieuwe aandelen/participaties verstaan we de de eenmalige door een beleggingsinstellingen in rekening gebrachte kosten, die verband houden met de afgifte van nieuwe aandelen dan wel participaties in deze beleggingsinstelling. De afgiftekosten komen bovenop de intrinsieke waarde van de reeds bestaande aandelen/participaties. De afgiftekosten dienen ondermeer voor het dekken van: 1. de kosten verbonden aan het verwerven van nieuwe beleggingen 2. administratieve kosten. Bij participaties/aandelen die reeds verhandeld worden, zijn deze kosten in de prijs inbegrepen.
Afgifteprijs -
Prijs of koers van beleggingsfondsen die niet zijn genoteerd aan een beurs, maar bij de uitgevende instelling zelf moeten worden gekocht of verkocht. Deze uitgevende instellingen geven aan- en verkoopkoersen ofwel afgifteprijzen af.
Afkoop -
Afkoop is het ineens uitbetalen van een bedrag ter vervanging van een verplichting om in de toekomst een serie betalingen te doen (afkoop). In geval van afkoop wordt de verzekering op verzoek van de verzekeringnemer voortijdig beëindigd, waarbij de verzekeraar de afkoopwaarde uitbetaalt.
Afkoopwaarde -
Beëindigt u een levensverzekering voortijdig, dan wordt de afkoopwaarde uitgekeerd. Dit is de op dat moment opgebouwde waarde van de levensverzekering, minus eventuele kosten.
Afloopdatum -
De datum waarop een optie of een future ophoudt te bestaan ofwel expireert. De afloopdatum heet ook wel expiratiedatum. Bij opties genoteerd op Euronext.liffe Amsterdam is de afloopdatum altijd de derde vrijdag van de afloopmaand, tenzij dat geen handelsdag is.
Afloopmaand(en) -
Wordt ook wel expiratiemaand genoemd: dit is de maand waarin het optierecht vervalt.
Aflosbaarstelling -
Bij het bereiken van de aflossingsdatum stelt men een obligatie aflosbaar of betaalbaar. De belegger ontvangt dan de nominale waarde van de obligatie terug.
Aflossing -
Aflossing is een terugbetaling van een deel van een bepaald geleend bedrag.
Aflossingsindexering -
Een manier om obligaties af te lossen waarbij de koers waartegen deze obligaties worden afgelost wordt aangepast aan de inflatie. In het algemeen zal er dus een hoger bedrag terugbetaald worden dan dat er oorspronkelijk is geleend.
Aflossingskoers -
De koers waartegen de obligaties worden afgelost door de instelling die in het verleden de betrok ken obligaties heeft uitgegeven. Dit kan het oorspronkelijke bedrag zijn maar er kan ook een vorm van indexering, bijvoorbeeld voor inflatie plaatsvinden.
Aflossingsperiode -
De aflossingsperiode is de periode waarin een obligatie wordt uitgeloot.
Aflossingsregeling -
Komt ter sprake als een persoon of een bedrijf geld heeft geleend en dat niet (op tijd) kan terugbetalen. Lener en geldgever maken dan een afspraak wanneer en hoeveel er uiteindelijk zal worden terugbetaald.
Aflossingsschema -
Omschrijving van het aantal termijnen waarin aflossing van een lening of een obligatie plaats zal vinden, en in welk jaar en op welke datum de eerste aflossing plaats zal vinden.
Aflossingsverlies -
Verlies dat wordt geleden als een obligatie op een lagere koers wordt afgelost dan zij door een belegger is gekocht. De meeste obligaties worden a pari ofwel op 100% afgelost. Er treedt dus verlies op als de obligatie boven pari is gekocht.
Aflossingswinst -
Winst die wordt behaald als een obligatie op een hogere koers wordt afgelost dan zij is gekocht. De meeste obligaties worden a pari ofwel op 100% afgelost. Een belegger maakt winst wanneer hij de obligatie beneden pari ofwel onder de 100% heeft gekocht.
AFM -
AFM is de afkortingen voor Autoriteit Financiele Markten. De AFM is de beurswaakhond die toezicht houdt op de financiële markten. Dat houdt in dat de AFM toeziet op het gedrag van de gehele financiële marktsector: sparen, beleggen, verzekeren en lenen. Met het gedragstoezicht wil de AFM een bijdrage leveren aan het goed functioneren van de financiële markten. Voorzitter is Hans Hoogervorst. De AFM is de rechtsopvolger van de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE). De STE was verantwoordelijk voor het toezicht op het effectenverkeer. De wijziging van STE naar AFM vloeit voort uit de nota 'Herziening van het toezicht op de financiële marktsector' van het Ministerie van Financiën: de sectorale indeling van het toezicht maakt plaats voor een functionele indeling in prudentieel toezicht en gedragstoezicht.
Afmijnen -
kooper worden door 'mijn' te roepen bij een verkoop.
Afnameplicht -
De schrijver van put-opties heeft de plicht op zich genomen om als hij aangewezen wordt de onderliggende waarde af te nemen tegen de uitoefenkoers, ongeacht de werkelijke koers van dat moment.
Afnemerskrediet -
Een vorm van kortlopend vreemd vermogen waarbij de afnemer aan de leverancier krediet verleent, door te leveren goederen of diensten vooruit te betalen.
Afrekening met gecompenseerde valuta -
Valutering vreemde valuta (value dating of foreign exchange). Toekennen van de datum waarop de in verband met de aan of verkoop van vreemde valuta voorkomende mutaties op de desbetreffende rekeningen worden geboekt; deze datum ligt op de tweede werkdag na de dag van afsluiting van de transactie. Voorbeeld: dollars gekocht op i maart worden met valuta g maart gecrediteerd op de dollarrekening van de koper waartegenover zijn guldensrekening wordt belast. (Dit crediteren en debiteren met dezelfde valutadatum wordt afrekening met gecompenseerde valuta' genoemd.) tweedagshandel; vervaldag.
Afrekenkoers -
De koers van de onderliggende waarde waarop afrekening plaatsvindt van opties en futures op expiratiedag. Bij opties en futures op de AEX-index® bijvoorbeeld is deze koers het gemiddelde van de 31 noteringen die op de laatste handelsdag elke hele minuut van 15.30 tot en met 16.00 uur totstandkomen. Euronext.liffe Amsterdam stelt de afrekenkoers vast, die uitsluitend geldt voor cashsettlementproducten.
Afschrijven -
Het boekhoudkundig verwerken van de waardevermindering van kapitaalgoederen. Een synoniem is 'afschrijving'. Bijvoorbeeld: Als er een nieuwe bedrijfsauto is gekocht met een waarde van ?10.000,- en de eigenaar wil over vijf jaar een nieuwe auto kopen. Dan wordt er elk jaar ?2.000,- in de boekhouding afgeschreven, zodat de bedrijfsauto over vijf jaar boekhoudkundig niets meer waard is en er een nieuwe auto kan worden gekocht.
Afschrijven op aandelen -
Een ander woord voor afschrijven op aandelen is 'afstempelen'. Vermindering van de originele nominale waarde van een aandeel. Door afstempeling wordt de grootte van het geplaatste aandelenkapitaal gewijzigd. Afstempeling gebeurt meestal bij ondernemingen die langdurig forse verliezen hebben geleden. Door afstempeling wordt de nominale waarde van het aandelenkapitaal in overeenstemming gebracht met de werkelijke waarde van het bedrijf.
Afschrijving -
Het boekhoudkundig verwerken van de waardevermindering van kapitaalgoederen. Een synoniem is 'afschrijven'. Bijvoorbeeld: Als er een nieuwe bedrijfsauto is gekocht met een waarde van ?10.000,- en de eigenaar wil over vijf jaar een nieuwe auto kopen. Dan wordt er elk jaar ?2.000,- in de
Afschrijvingskosten -
Afschrijvingskosten zijn de kosten die de economische waardevermindering weergeven van een goed gedurende de economische levensduur. De termen economische levensduur, technische levensduur en restwaarde zijn hier van belang.
Afschrijvingspolitiek -
Ander woord voor afschrijvingsbeleid. De manier waarop bedrijven afschrijven, kan en mag verschillen. Bedrijven worden wel geacht als zij eenmaal een beleid hebben vastgesteld, dit een aantal jaren te hanteren. Het is niet de bedoeling dat de methode van afschrijven elk jaar verandert, al naar gelang het een bedrijf uitkomt.
Afschrijvingstermijn -
De periode waarover bijvoorbeeld een aangekochte machine of computersoftware wordt afgeschreven.
Afslag -
openbare verkoping of verpachting waarbij de bedragen van inzet door een bevoegd persoon in afdalende reeks worden genoemd, en de koop of pacht aan de hoogst afmijnende wordt toegewezen
Afsluitprovisie -
Afsluitprovisie is het bedrag dat een bank in rekening brengt voor het afsluiten van een hypothecaire lening (hypotheek).
Afstempelen -
Vermindering van de originele nominale waarde van een aandeel. Door afstempeling wordt de grootte van het geplaatste aandelenkapitaal gewijzigd. Afstempeling gebeurt meestal bij ondernemingen die langdurig forse verliezen hebben geleden. Door afstempeling wordt de nominale waarde van het aandelenkapitaal in overeenstemming gebracht met de werkelijke waarde van het bedrijf.
After-hours trading -
De handel buiten de normale handelsuren.
Aftermarket -
De handel in een aandeel na de beursintroductie.
Aftikken -
Op papier verliezen.
Afwaarderen -
devalueren
Afwaardering -
Term uit de bedrijfseconomie: verlaging van de boekwaarde van bezittingen of vorderingen; hangt samen met afschrijven.
Afwijking ten opzichte van de intrinsiek -
Spread is de afwijking van de intrinsieke waarde van een beleggingsfonds. Fondsen worden door de fondsaanbieder vaak aangeboden tegen een prijs die enkele procenten boven de intrinsieke waarde ligt. Evenzo is de fondsaanbieder vaak bereid aandelen van een fonds weer in te kopen tegen een koers die onder de intrinsieke waarde ligt. Het verschil tussen koers en intrinsieke waarde noemen we spread. Voor fondsen is er een maximum spread gedefinieerd.
Afwikkelen van een valutatermijncontract -
Onder het afwikkelen van een valutatermijncontract verstaan we het op de vervaldatum over en weer leveren van de valuta's tegen de in de termijnaffaires overeengekomen koers.
Afwikkeling -
afhandeling, afdoening de afwikkeling van de schade neemt 2/3 van de tijd in beslag
Afwikkelingsmaand -
De laatste maand waarin men een agrarisch termijncontract kan verhandelen
Afwikkelingsrisico -
Het risico dat bijvoorbeeld een bepaalde effectentransactie niet wordt afgewikkeld zoals het hoort. Daardoor kan een belegger in de problemen raken, vooral als hij, erop vertrouwend dat een bepaalde transactie correct zal worden afgewikkeld, alweer een nieuwe transactie heeft gedaan en zijn tegenpartij eist dat hij die nakomt.
Afzet -
Aantal verkochte producten in een bepaalde tijd.
Agence d'Evaluation Financière -
Officiële naam voor Adef, een organisatie vergelijkbaar met Standard & Poor's.
Agency theorie -
De principaal-agenttheorie wordt ook wel de agency theory genoemd. Centraal bij deze theorie staat het keuzevraagstuk van de contractuele vormgeving van transactierelaties tussen deelnemers (actoren) aan het economische proces. Simpel gezegd (beetje kort door de bocht): in deze theorie staat het economische gedrag van actoren centraal. De theorie heeft als basis twee veronderstellingen. De eerste veronderstelling is dat er in de relatie tussen de principaal (opdrachtgever) en de agent (opdrachtnemer) een belangentegenstelling is, waarbij de agent andere belangen nastreeft dan de principaal voor ogen heeft. De tweede veronderstelling is dat de principaal niet bij machte is om de activiteiten en doelen van deze activiteiten van de agent te achterhalen, omdat de principaal niet over voldoende informatie beschikt. De agent zit namelijk dichter op de materie dan de principaal, waardoor de agent een informatievoorsprong heeft. Het resultaat van deze zogeheten informatie-assymetrie is dat er ondoelmatigheid optreed. Deze ondoelmatigheid heet X-inefficiency. De centrale vraag is: hoe kan op basis van enerzijds verschillende doeleinden en anderzijds onvolledige informatie opportunistisch gedrag worden tegengehouden?
Agent -
Dit is een ander woord voor opdrachtnemer (zoals bijvoorbeeld een werknemer, adviseur etc.)
Agent de change -
In Frankrijk heeft de status van een effectenmakelaar in 1989 verdwenen te worden vervangen door die van aandelen van het bedrijf
Agentschap van de Nederlandsche Bank -
Onder een agentschap van De Nederlandsche Bank verstaan we een vestiging van De Nederlandsche Bank NV, die in een provincie aanwezig kan zijn. De agentschappen fungeren als Rijkskassier en zijn in deze provincies de bronnen voor chartaal geld en pasmunt voor de banken.
Agentschap van de schuld (België) -
De federale staatsschuld bestaat dat schuld uitgegeven of overgenomen door de federale overheid, evenals de schuld van andere instellingen - ondermeer het ALeSH - wiens schuld diensttijd valt aan de federale overheid.
Agentschap van het Ministerie van Financ -
Het agentschap van het ministerie van financiën voert voor de staat transacties uit op de geld- en kapitaalmarkten en regelt het beheer van de staatsschuld. Ook verzorgt het agentschap de uitgifte van staatsobligaties.
Aggressief -
Aanvallend, Gewelddadig,
Aggressieve portefeuille -
Een portefeuille met een bèta die hoger is dan de bèta van de marktportefeuille (de index die als 'benchmark' dient heeft een bèta van 1).
Agio -
Positief koersverschil bij de uitgifte van een aandeel boven de nominale waarde of obligatie boven de koers van 100%. Dit heet ook wel 'een uitgifte boven pari'. Het ontvangen bedrag vind men terug op de balans van een onderneming als eigen vermogen terug onder 'agioreserve'.
Agio op aandelen -
Teveel ontvangen bedrag door een onderneming over de nominale waarde van haar aandelen. Dit bedrag vormt een deel van de niet-uitkeerbare reserves van de onderneming die meestal kunnen alleen worden gebruikt voor zakelijke doeleinden omschreven in de wetgeving.
Agio op obligaties -
Een Premium Bond is een loterij obligatie uitgegeven door het Verenigd Koninkrijk de nationale regering Sparen en Beleggen regeling
Agiobonus -
Dividend in de vorm van aandelen uit de agioreserve van de onderneming. Een synoniem in Agiostock. Deze uitkering is voor de particulieren belastingvrij, en daardoor hoeft er over deze uitkering geen inkomstenbelasting te worden betaald.
Agiodividend -
Dividend dat door een bedrijf wordt uitgekeerd en waarvan de kosten ten laste worden gebracht van de agioreserve. Voor de aandeelhouders is de agiobonus belastingvrij. Doordat de reserve wordt omgezet in aandelen, zal normaal gesproken de koers van het aandeel dalen: er komen immers meer aandelen, terwijl ook de waarde van het bedrijf daalt.
Agiokapitaal -
Ander woord voor agioreserve.
Agioreserve -
Het bedrag dat ontstaat door effecten boven pari uit te geven. Dit bedrag rekent men tot het eigen vermogen van de onderneming.
Agiostock -
Vorm van stockdividend dat gratis wordt uitgekeerd aan aandeelhouders ten laste van de agioreserve. Deze uitkering is, in tegenstelling tot een gewoon stockdividend dat ten laste van de winst wordt uitgekeerd, fiscaal onbelast.
Agrarische Termijnmarkt -
Na de fusie, de Amsterdamse effectenbeurs met de effectenbeurzen van Brussel en Parijs, tot Euronext. De Agrarische termijnmarkt wordt daarna 'Euronext Amsterdam Commodity Market' genoemd.
Agrarische Termijnmarkt Amsterdam -
Een onderdeel van de optiebeurs van Euronext Amsterdam. Op de agrarische termijnmarkt worden termijncontracten verhandeld op aardappelen, varkens, biggen en eieren, en opties op termijncontracten aardappelen en varkens. Sinds de fusie van Amsterdam Exchanges met Brussels Exchanges en Paris Bourse tot Euronext heet de agrarische termijnmarkt Euronext Amsterdam Commodity Market.
Agroproducten -
Landbouwproducten. Categorie in de koerstabel Goederen en Grondstoffen in Het Financieele Dagblad.
Aibor -
Aibor staat voor Amsterdam Inter Bank Offered Rate en is het tarief dat commerciële banken bij elkaar in rekening brengen. De Euribor heeft de Aibor opgevolgd
Airbag -
Voorwaardelijk bescherming van de hoofdsom van een structured product tot een gemaximeerde daling van de onderliggende waarde.
Akkoord -
In een faillissement door de gefailleerde aan zijn gezamenlijke schuldeisers aangeboden regeling. Na aanvaarding en homologatie komt door deze regeling een eind aan het faillissement. Dit is ook mogelijk door een surséance van betaling.
Akte -
Een ondertekend, gedagtekend en notarieel document waarin feiten en afspraken zijn vastgelegd. Deze wordt ondertekent door twee partijen en is bedoeld om als bewijs te dienen als er onenigheid ontstaat over de uitvoering van de overeenkomst.
AKX-index -
Afkorting van Amsterdam Kempen Property Fund Index. Deze index gaf tot halverwege 2002 de beleggingsresultaten van Nederlandse vastgoedfondsen weer. Deze index is vervangen door de GPR-index.
Alfa -
Alfa is de outperformance die een beleggingsfonds heeft behaald bovenop wat verwacht zou mogen worden volgens een bepaald beleggingsmodel. Een positieve alfa geeft aan dat een fonds het beter heeft gedaan dan op basis van de gegeven beta verwacht mocht worden. Evenzo geeft een negatieve alfa aan dat het fonds een underperformance heeft, gegeven de verwachtingen die behoren bij de beta van het fonds.
Algemeen verbindend verklaren -
Besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waardoor een cao ook wordt opgelegd aan werkgevers (en hun personeel) die geen lid zijn van de werkgeversorganisatie die de cao heeft afgesloten. Vaak afgekort tot avv. De avv is sinds 1937 bij wet geregeld.
Algemene bank -
Een algemene bank biedt het volledige dienstenpakket van een bank aan, en valt in het algemeen onder de primaire banken.
Algemene kosten -
De kosten die gemaakt worden voor het voortbrengen van omzet. Een tweetal categorieën algemene kosten zijn te onderscheiden: kosten van de aan de klant geleverde goederen en kosten van de bedrijfsvoering.
Algemene ouderdomswet -
De Algemene Ouderdomswet (AOW) regelt in Nederland het verplichte, collectieve ouderdomspensioen dat als algemene basis dient voor Nederlandse ouderdomspensioenen. Verzekerd voor de AOW zijn ingezetenen van Nederland en niet-ingezetenen van Nederland die bepaalde inkomsten in Nederland genieten. De AOW is één van de zogenoemde volksverzekeringen.
Algemene reserve -
Onder algemene reserves vallen de vrije uitkeerbare reserves. Voor deze reserves bestaat dus geen verplichting op grond van wet of statuten om deze aan te houden. Ze worden ook wel de overige reserves genoemd. Mutaties in de algemene reserves kunnen bijvoorbeeld ontstaan door: -verwerking winstbestemming - boeking vrijval gerealiseerde herwaardering uit de herwaarderingsreserve - vorming en vrijval uit wettelijke reserves - rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen buiten het resultaat om - uitkering van dividend ten laste van reserves
Algemene vergadering van aandeelhouders -
De officiële afkorting voor Algemene Vergadering voor de Aandeelhouders is AVA. Op grond van de statuten is de directie van de onderneming ten minste eenmaal per jaar verplicht om verantwoording en rekenschap af te leggen aan de aandeelhouders tijdens de jaarlijks terugkerende algemene vergadering van aandeelhouders. Daartoe roept de directie, op de wijze zoals dat in de statuten is voorgeschreven, de aandeelhouders in vergadering tezamen. In deze vergadering doet de directie verslag van de gang van zaken en doet voorstel over de bestemming van een eventuele winst. In deze algemene vergadering van aandeelhouders worden ook de directieleden benoemd dan wel ontslagen. Naast de gewone algemene vergadering van aandeelhouders kan ook sprake zijn van een bijzondere aandeelhoudersvergadering. Deze bijzondere vergadering kan tussentijds plaatsvinden op verzoek van zowel aandeelhouders als directie. De wijze van oproeping en stemming behoort in de statuten van de onderneming te zijn geregeld. Bij zowel de gewone algemene vergadering van aandeelhouders als de Bijzondere Vergadering van Aandeelhouders geldt dat de spelregels als de bevoegdheden in de statuten moeten zijn vastgelegd.
Algo trading -
In de elektronische financiële markten, algoritmische handel of geautomatiseerde handel, ook wel bekend als algo trading, black-box handel of robo trading, is het gebruik van computerprogramma's voor het invoeren van orders de handel met de computer algoritme te beslissen over aspecten van de orde, zoals het tijdstip, prijs, of de hoeveelheid van de bestelling, of in veel gevallen de inleiding van de bestelling zonder menselijke tussenkomst.
Algorithmic trading -
In de elektronische financiële markten, algoritmische handel of geautomatiseerde handel, ook wel bekend als algo trading, black-box handel of robo trading, is het gebruik van computerprogramma's voor het invoeren van orders de handel met de computer algoritme te beslissen over aspecten van de orde, zoals het tijdstip, prijs, of de hoeveelheid van de bestelling, of in veel gevallen de inleiding van de bestelling zonder menselijke tussenkomst.
Algoritme -
Een aantal nauwkeurig gedefinieerde bewerkingsregels of methoden die zijn opgesteld om een bepaald resultaat te verkrijgen uit een eindig aantal bewerkingen
Algoritmisch handelen -
In de elektronische financiële markten, algoritmische handel of geautomatiseerde handel, ook wel bekend als algo trading, black-box handel of robo trading, is het gebruik van computerprogramma's voor het invoeren van orders de handel met de computer algoritme te beslissen over aspecten van de orde, zoals het tijdstip, prijs, of de hoeveelheid van de bestelling, of in veel gevallen de inleiding van de bestelling zonder menselijke tussenkomst.
ALL -
Internationale valutacode van Swift voor de lek, de munt van Albanië.
All Ordinaries index -
Dit is de Australische beurs index
All risks-verzekering -
Verzekering die verlies van en schade aan het verzekerde voor alle risico's dekt.
All-cash deal -
Een all-cash deal betekent dat u verkocht het gebouw zonder ""terug te nemen van een hypotheek"" (dat wil zeggen, je hebt de volledige verkoopprijs in een keer bij sluiting)
All-in kosten -
Afkorting voor ""alles inbegrepen"" kosten, die worden uitgedrukt als de betaalde rente of ontvangen voor de totale kosten van een financiële transactie.
All-or-none order -
Een order die in zijn geheel moet worden uitgegeven of helemaal niet.
All-or-nothing option (alles-of-niets op -
All-or-nothing option is een ander woord voor Binary option. Kijk voor de betekenis bij het begrip 'binary option'.
All-time high -
De hoogste koers dat een index of effect ooit heeft gehaald.
All-time low -
De laagste koers dat een index of effect ooit heeft gehaald.
Allebeurzenorder -
Een allebeurzenorder is een order van effecten die op meerdere beurzen kan worden uitgevoerd. Wanneer de beurs in Nederland gesloten is kan de bank of de commissionair de order bijvoorbeeld ook in Londen of New York uitvoeren.
Alles-of-niets-order -
Dit is een order waarbij of alle effecten in een keer worden gekocht of helemaal niet. Het kan namelijk voorkomen dat een order in meerdere delen wordt uitgevoerd.
Allfinanz -
Naam voor combinatie van bank- en verzekeringsdiensten in hetzelfde bedrijf.
Alligator spread -
Een ingewikkelde combinatie van een aantal calls en puts die zoveel commissie kost dat de belegger maar een minimale kans op een klein winstje heeft, ook al loopt de constructie zoals verwacht.
Allocatie -
Allocatie is de wijze van aanwending van productiefactoren. Hierbij worden een aantal kernvragen gesteld: Door wie/wat/hoe/waar/voor wie en hoeveel wordt er geproduceerd? Wie beslist er? Hoe wordt er beslist? Beslist de overheid of doen particulieren dat? Wordt er autoritair, democratisch of via overleg beslist? De kernaspecten zijn: centralisatie of decentralisatie (op gebied van besturen en regelgeving) - overheidsinvloed (passief of actief) - prijsvorming (via de markt of de overheid) - eigendomsvorm (collectief of overheid t.o.v. particulier). Het marktmechanisme bij volkomen concurrentie heeft de eigenschap dat producenten hun productie via prijssignalen keurig inrichten volgens de wensen van de consumenten. Vragen de consumenten meer van een bepaald goed, dan gaat (bij gegeven aanbod) de prijs daarvan omhoog. Dat is voor de producenten een signaal dat het aanbod moet worden uitgebreid. Het marktmechanisme bij volkomen concurrentie brengt dus automatisch een situatie van optimale allocatie tot stand.
Allotment -
toewijzing van fonds bij inschrijving.
Allowance -
Een overeenkomst tussen een bank en een cliënt, waarbij de bank de effectencliënt in staat stelt om opties te schrijven zonder de onderliggende waarde te bezitten.
ALM -
ALM staat voor Asset Liability Management. Het afstemmen van het pensioenvermogen op verplichtingen. Het uitvoeren van een ALM-studie kan een pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij helpen bij het kiezen van de beleggingsmix, de wijze van financieren van de pensioenregeling en/of het financieren van toeslagen. Een ALM-studie kent de volgende aspecten: 1) het in kaart brengen van de financiële stromen. 2) de simulatie van toekomstige financiële posities. 3) de samenhang met de economische omgeving. 4) de vergelijking van beleidsvarianten.
Alpha -
Statistische meting van de volatiliteit van een aandeel, veroorzaakt door andere factoren dan de markt.
Alt-A loans -
lt-A leningen (Alternative-documentatie leningen), zijn er al een tijdje. In de afgelopen jaren echter, is hun betekenis enigszins vervagen. Alt-A leningen worden voornamelijk gedreven credit-score, omdat de kandidaten voor deze leningen vaak een gebrek aan bewijs van de inkomsten uit de traditionele werkgelegenheid.
Alternatieve beleggingen -
Alternatieve beleggingen, ook wel alternatives genoemd, zijn beleggingen in hedgefunds en particuliere aandelenfondsen. Ze hebben als doel jaarlijks een positief resultaat te behalen ongeacht de economische omgevingen.
Alternatieve kosten -
De kosten van het opgeofferde alternatief. Tijd is schaars, dus je zult keuzes moeten maken. 'Ga ik naar de bioscoop of ga ik naar de kroeg?' De ene mogelijkheid zul je moeten opofferen om de andere mogelijkheid uit te kunnen voeren.
Alternative Investment Market -
Aandelenbeurs in Londen speciaal bedoeld voor jonge en snelgroeiende bedrijven. De beurs is in 1995 opgericht en lijkt op de Nieuwe Markt Amsterdam.
Alternative Trading System -
De officiële afkorting van Alternative Trading System is ATS. ATS is een electronisch handelsplatform.
Alternext -
Alternext is een markt op maat voor kleine en middelgrote ondernemingen. NYSE Alternext voorziet in de behoefte van kleine en middelgrote ondernemingen die vereenvoudigde toegang tot de kapitaalmarkt zoeken.
Altijddurende rente -
Altijddurende rente vind plaats bij een overeenkomst waarbij de geldschieter rente bedingt tegen betaling van een hoofdsom, welke betaling hij niet terugvordert
Altmann Z-scoremodel -
Rekenmethode ofwel model uit de bedrijfseconomie waarmee de gezondheid van een bedrijf kan worden beoordeeld ofwel, in het jargon, het insolventierisico van een bedrijf kan worden vastgesteld. De berekening gebeurt op basis van een ingewikkelde formule. Hoe hoger de uitkomst (die Z-score wordt genoemd), hoe kleiner de kans dat een bedrijf insolvent raakt, dat wil zeggen niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen.
Ambachtsportie -
Vrijwel niet meer bestaand eigendomsbewijs in een in gemeenschappelijk eigendom beheerd boerenbedrijf, de ambachtsheerlijkheid. Iemand die een ambachtsportie bezit, noemt men een ambachtsheer.
Ambulance stock -
Term afkomstig uit Japan: een soort reddingsaandeel voor iemand die met andere beleggingen geld verliest en door aankoop van de ambulance stock weer in de zwarte cijfers terecht kan komen.
American Bondholders Protective Council -
De American bondholders protective council is een Centrale organisatie in de USA die zich bezighoudt met het beschermen van de houders van bonds (obligaties).
American Depository Receipt -
De afkorting van American Depository Receipt is ADR. Dit zijn Amerikaanse certificaten van Nederlandse aandelen. Bijvoorbeeld Philips en Koninklijke Olie worden in Amerika niet in de vorm van aandelen maar als ADR's verhandeld. Tegenover deze certificaten worden in het land van uitgifte aandelen in bewaring gegeven.
American Shares Amsterdam System -
American Shares Amsterdam System staat voor ASAS-aandelen. Dit zijn buitenlandse fondsen, die in Nederland via een giraal systeem, het zogeÂÂnaamde ASAS wat een afkorting is van American Shares Amsterdam System. Het zijn in feite geen echte aandelen, maar een ASAS-aandeel vertegenwoordigt een recht op een origineel aandeel. Het is wat te vergelijken met een certificaat van aandeel, zij het dat die een geheel andere achtergrond hebben. De koersen zijn de valuta van het land van uitgifte. Ze worden uitgegeven door Nominee Amsterdam Stock Exchange. Tegenover de uitgegeven rechten wordt een gelijk aantal aandelen in New York gedeponeerd.
American Stock Exchange -
NYSE Equities Amex, voorheen bekend als de American Stock Exchange (AMEX) is een Amerikaanse effectenbeurs gelegen in New York. AMEX was een wederzijds organisatie, eigendom van haar leden. Tot 1953 was het bekend als de New York Curb Exchange.
American Stock Exchange (AMEX) -
Beurs waar aandelen en obligaties van kleine en middel grote Amerikaanse bedrijven worden verhandeld. De AMEX heette tot 1921 The Curb Exchange. Deze index is gevestigd op 86, Trinity Place in downtown Manhattan in New York.
American Stock Exchange (AMEX)1 -
Effecten- en optiebeurs in New York, afgekort als Amex. Niet hetzelfde als de New York Stock Enchange (NYSE), die ook wel met de term Wall Street wordt aangeduid.
American style -
Opties Amerikaanse stijl zijn op elk moment gedurende de looptijd uitoefenbaar. U bepaalt dus zelf de expiratiedatum. Opties Europese stijl zijn alleen uitoefenbaar op de van te voren afgesproken expiratiedatum. De meeste opties die worden verhandeld zijn Amerikaanse stijl.
American Trust Unit -
Een beleggingsfonds dat belegt in een specifiek aandeel en closed-end is. Een deelname in dit beleggingsfonds noemt men een unit, die bestaat uit een prime en een score. De prime geeft recht op dividend en stemrecht, in tegenstelling tot de score, die alleen kans op waardestijging biedt.
Amerikaanse optie -
Optie die ook tussentijds (dus gedurende een tijdvak) kan worden uitgeoefend (tussen de verwervingsdatum en de afloopdatum c.q. expiratiedatum). Dit in tegenstelling tot de Europese optie.
Amerikaantjes -
Zo worden Amerikaanse aandelen die in Amsterdam worden verhandeld genoemd.
AMEX -
AMEX staat voor American Stock Exchange. De beurs waar aandelen en obligaties van kleine en middel grote Amerikaanse bedrijven worden verhandeld. De AMEX heette tot 1921 The Curb Exchange. Deze index is gevestigd op 86, Trinity Place in downtown Manhattan in New York.
AMF -
Action Message Format (AMF) is een binair formaat gebruikt om ActionScript objecten serialize. Het wordt hoofdzakelijk gebruikt voor de uitwisseling van gegevens tussen een Adobe Flash-toepassing en een externe dienst, meestal via het internet.
Amortisatie -
Term uit de financiële boekhouding. Amortisatie betreft een afwaardering van immateriële activa, zoals goodwill
Amortisatiebewijs -
Ook genoemd winstbewijs. Een bewijs dat wordt uitgegeven na een reorganisatie, waarbij het aandelenkapitaal volledig of gedeeltelijk is afgestempeld. Het bewijs geeft recht op een gedeelte van de (over) winst en soms ook op een liquidatiesaldo.
Amortisatiefonds -
Onder een amortisatiefonds verstaan we een fonds dat wordt gebruikt om de aflossing van een obligatielening te kunnen garanderen. In dit fonds wordt bijvoorbeeld een gedeelte van de winst gestort. Bij overheidsinstellingen wordt vaak geld gereserveerd middels de opbrengst uit heffingen.
Amortising option -
Optie waarvan de hoeveelheid van de onderliggende waarde geleidelijk afneemt naarmate de looptijd van de optie verstrijkt.
Amsterdam All-Share index -
Door Euronext berekende en onderhouden index die betrekking heeft op alle in Nederland genoteerde aandelen verhandelbaar op de effectenbeurs van Euronext. De Amsterdam All-Share index (AAX) is onderverdeeld in een aantal economische sectoren. De Amsterdam All-Share index en de diverse deelindices geven een zeer getrouw beeld van de prestaties van de gehele Nederlandse effectenmarkt en diverse deelsectoren. De AAX is een zogeheten benchmarkindex.
Amsterdam Depositary Company -
De Amsterdam depositary company is een onderneming die in Amsterdam gevestigd is en die zich bezighoudt met het uitgeven van Continental Depositary Receipts (CDRs).
Amsterdam EOE-index -
Deze afkorting staat voor Amsterdam European Options Exchange index. De European Options Exchange (EOE) publiceert vier indexen: De Amsterdam EOE-index AEX, de Eurotop 100 Index, de Amsterdam Midkap Index en de Nederlandse Top 5-index (European Options Exchange, 1995a). De EOE-index is over het algemeen gezien als de vertegenwoordiger index voor de prijs dynamiek van de Nederlandse aandelenmarkt, en in dit pand het dient als een onderliggende waarde voor opties en futures handel. De index monster wordt jaarlijks aangepast in februari op basis van de uitstaande aandelen gedurende de voorgaande drie volle kalenderjaren (European Options Exchange, 1995a). De gewichten van de individuele aandelen worden herzien om rekening te houden van de dividenden uit aandelen, de betaling van bonussen, of rechten te nemen isses. In het geval van vraagstukken inzake rechten, is de aanpassing gebaseerd op de hypothetische waarde van het recht. De EOE-index is echter, links ongecorrigeerde als het effect van een van bovengenoemde transacties is minder dan 0,1 indexpunten.
Amsterdam Exchanges -
De in Amsterdam gevestigde tak van Euronext, de vroegere effectenbeurs (beursplein 5) en de optiebeurs.
Amsterdam Exchanges Index Future -
Een future (een afgeleid product met verhandelbare plichten) op de AEX-index die in Amsterdam wordt verhandeld.
Amsterdam Exchanges-index -
De Amsterdam Exchange Index (AEX) is De belangrijkste Nederlandse beursindex.
Amsterdam Exchanges-index aandelen -
Volledige naam van de AEX-index.
Amsterdam Financials Sector index -
De officiële afkorting voor Amsterdam Financials Sector Index is AFSX. AFSX is een door Euronext berekende en onderhouden gewogen index die betrekking heeft op koersen van 5 ondernemingen en representatiefis voor de Nederlandse financiele sector. Op de ASFX worden opties en futures verhandeld.
Amsterdam Futures Clearing House -
Een kantoor waar banken wisselen controles en ontwerpen en de rekeningen af te wikkelen.
Amsterdam Informatie Technologie Sector -
De officiële afkorting voor Amsterdam Informatie Technologie Sector Index is AISX. AISX is een door Euronext berekende en onderhouden gewogen index die betrekking heeft op de koersen van 5 ondernemingen en representatief is voor de Nederlandse IT-sector. Op de AISX worden opties en futures verhandeld.
Amsterdam InterBank Offered Rate -
De Amsterdam interbank offered rate die in het dagelijks gebruik meestal afgekort wordt onder de bekendere term AIBOR is de depositorente die banken in Amsterdam onderling in rekening brengen en waartegen alle banken in Nederland deposito's afgeven en opnemen.
Amsterdam Interprofessioneel Marktsystee -
Onder het Amsterdams interprofessioneel marktsysteem meestal aangeduid met de wat simpeler afkorting AIM verstaan we een op de Amsterdamse Effecten beurs bestaand systeem, waarmee institutione le beleggers zelf hun effectentransacties (die wel een bepaalde minimumomvang dienden te hebben) met banken of commissionairs in effecten kunnen afsluiten. Hierbij werd dan geen provisie in rekening wordt gebracht. maar de banken en/ of commissionairs verdienden hun inkomsten met een hen bepaalde marge tussen de bied- en laatkoers van de verhandelde effecten.
Amsterdam Midkap-index -
Door Euronext berekende en onderhouden beursgraadmeter van het middensegment van de Nederlandse aandelenmarkt. De Amsterdam Midkap-index (AMX) is een gewogen index die is gebaseerd op de koersen van de 25 meest verhandelde middelgrote, in Nederlandse genoteerde ondernemingen op de effectenbeurs van Euronext. Onder andere de effectieve aandelenomzet in het voorgaande jaar is bepalend voor opname van een fonds in de AMX-index®. De weging van elk fonds in de index is mede afhankelijk van de marktkapitalisatie van de vrij verhandelbare aandelen. Vanaf 2005 zal deze weging op het moment van de periodieke herweging nooit meer bedragen dan 15%. De AMX-index kent op de eerste handelsdag in maart een periodieke herweging.
Amsterdam Power Exchange -
De Amsterdam Power Exchange (APX) is een markt waar energie verhandeld wordt. De APX is een spot markt: er wordt gehandeld in uur-prijzen. Voor elke dag wordt voor elanden uur van de dag een enorme aparte prijs gesteld.
Amsterdam stock exchange trading system -
Volledige naam van handelssysteem dat tot voor kort werd gebruikt op de effectenbeurs in Amsterdam. De afkorting is Asset, wat niets te maken heeft met de betekenis van het Engelse woord 'asset'.
Amsterdamse Wisselbank -
De Amsterdamse Wisselbank werd in 1609 opgericht. Door de Amsterdamse Wisselbank en de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) werd Amsterdam in de 17e eeuw het financiële centrum van de wereld. De Wisselbank was gevestigd in de kelder van het Paleis op de Dam in Amsterdam. De belangrijkste taak van de bank was de Noord-Nederlandse handel te voorzien van waardevaste munten. De bank nam allerlei soorten munten en klompjes goud en zilver in bewaring. De inlegger kreeg een tegoed in bankguldens. Op die manier werd de basis gelegd voor giraal geldverkeer. Als girobank verrichtte de bank overschrijvingen van de rekening van de ene naar de rekening van de andere klant. Overschrijven naar buitenlandse wisselbanken was ook mogelijk. In de 17e eeuw werd de basis gelegd voor Nederland als kapitaalexporterend land.
AMX-index -
Deze afkorting staat voor Amsterdam Midkap Index. De Amsterdam Midkap Index (AMX) is de aandelenindex van de Amsterdamse effectenbeurs die de middelgrote aandelen vertegenwoordigt. De AMX bestaat sinds 1995, en wordt ook wel de midcap index genoemd. De grootste en meest verhandelde aandelen van de Amsterdamse beurs zijn opgenomen in de AEX Index, de 25 aandelen die daarna de grootste zijn worden opgenomen in de AMX. Dit zijn dus naar grootte de nummers 26 tot en met 50. Het belangrijkste criterium om opgenomen te worden in de AMX is de verhandelde omzet in een beursfonds. De uiteindelijke weging in de index zelf komt tot stand op basis van marktkapitalisatie, de beurswaarde van de onderneming. Op de eerste handelsdag van maart en september wordt de samenstelling van de index aangepast.
AMX-index1 -
De Amsterdam Midkap-index (AMX) is een gewogen index die is gebaseerd op de koersen van de 25 meest verhandelde middelgrote, in Nederlandse genoteerde ondernemingen op de effectenbeurs van Euronext. Onder andere de effectieve aandelenomzet in het voorgaande jaar is bepalend voor opname van een fonds in de AMX-index. De weging van elk fonds in de index is mede afhankelijk van de marktkapitalisatie van de vrij verhandelbare aandelen. Vanaf 2005 zal deze weging op het moment van de periodieke herweging nooit meer bedragen dan 15%. De AMX-index kent op de eerste handelsdag in maart een periodieke herweging.
Analist -
Een analist is een persoon die in hoedanigheid van zijn werk bepaalde analyses uitvoert. Er bestaan onder meer de volgende soorten analisten in verschillende disciplines: financieel analist, politiek analist, systeemanalist en informatieanalist.
Analysecertificaat -
Een document waarin de samenstelling beschreven is voor de goederen waar het document voor is afgegeven.
Analytische optiemodellen -
Het analytisch model bevat meerdere model parameters en bevat definities voor analytische relaties tussen de modelparameters
Anbai kabunishi -
Anbai kabunishi is een Japanse term die aangeeft dat twee bedrijven een aandelenbelang in elkaar hebben en dat de handel in die aandelen op de effectenbeurs zelden voorkomt.
ANG -
ANG is de valutacode voor de gulden, muntstuk van Antillen.
Angel -
Een investeerder die het risico neemt om een startende bedrijf te financieren.
Angel financing -
Een engel investeerder of engel (ook bekend als een business angels of informal investor) is een welvarende persoon die een kapitaal voor een bedrijf
Angelsaksische model (inzake aandeelhoud -
Vorm van economische orde waarbij de nadruk ligt op marktwerking. Voorbeelden: de Verenigde Staten en Groot Brittannië. Staan tegenover het Rijnlandse model dat in Europa centraal staat. De laatste decennia vindt in Europa een ontwikkelingplaats in de richting van het Angelsaksische model. De kredietcrisis van 2008 bracht duidelijk een kentering in het blinde vetrouwen in de resulaten van de marktwerking.
Animateur -
De functie van een Market Maker voor kleine en middelgrote aandelen op de Euronext.
Annuïteit -
Periodiek gelijk bedrag dat bestaat uit aflossing (afschrijving) en intrest deel.
Annuïteitenhypotheek -
Hypotheekvorm waarbij het jaarbedrag, bestaande uit een deel rente en een deel aflossing, gedurende de looptijd in principe gelijk blijft.
Annuïteitenlening -
Een annuïteitenlening is een periodiek gelijkblijvend bedrag, bestaande uit een aflossingscomponent en een rentecomponent. Doordat periodiek wordt afgelost, daalt de verschuldigde rente.
Annual -
Annual is de Engelse benaming wanneer duidelijk wordt gemaakt dat iets jaarlijks plaats vind. Voorbeelden zijn: annual report of annual giving.
Annual report -
Jaarlijks verslag over de financiële conditie waar het bedrijf in verkeert. Ook wel jaarrekening genoemd. Alle geregistreerde aandeelhouders krijgen hier een kopie van.
Anti-overvalconstructie -
Een clausule in de statuten van een naamloze vennootschap, waardoor deze bevoegd is prioriteitsaandelen of niet volgestorte preferente aandelen bij bevriende relaties te plaatsen. Ook worden er wel via een administratiekantoor certificaten van aandelen uitgegeven met het doel om de invloed van derden te beperken. Zo wordt voorkomen dat deze derden door het kopen van grote pakketten aandelen een te groot stempel op de vennootschap kunnen gaan drukken.
Anti-verwateringsclausule -
Bepaling bij de uitgifte van ondermeer warrants dat uitoefening van de warrants niet mag leiden tot meer winstdelende aandelen, omdat dit ten koste zou gaan van de houders van de huidige aandelen.
Anticipatiekrediet -
Een vorm van krediet die tijdelijk wordt verleend in afwachting van de emissie van aandelen en/of obligaties. Na de emissie worden de hiermee aangetrokken geldmiddelen gebruikt om het anticipatiekrediet weer af te lossen.
Anticipatory hedge -
Een lange termijn hedge positie innemen voordat een andere investeerder dezelfde positie in wilt nemen.
Anticumulatie -
Uitkeringen uit hoofde van de wettelijke sociale zekerheid kunnen samenlopen met uitkeringen op grond van een pensioenregeling. Het bekendste voorbeeld daarvan is de samenloop van ouderdomspensioen dat ingaat vóór het bereiken van de 65-jarige leeftijd, met een WAO - dan wel een WIA-uitkering. Ter voorkoming van een dergelijke samenloop (cumulatie) worden in pensioenregelingen zogeheten anticumulatiebepalingen opgenomen. De anticumulatiebepaling in de pensioenregeling zorgt ervoor dat de pensioenuitkeringen verminderd worden met de uitkeringen uit hoofde van de wettelijke sociale zekerheid. Het opnemen van een dergelijke bepaling is overigens niet verplicht.
Antitrust -
De antitrustwetgeving in de Verenigde Staten richt zich tegen monopolies en concurrentiebeperkende praktijken van oligopolies. De eerste federale antitrustwet, de Sherman Antitrust Act van 1890 werd in 1914 aangevuld met de Federal Trade Commission Act en de Clayton Act. De eerstgenoemde stelde de Federal Trade Commission in die het antitrustbeleid uitvoert. In het begin van de twintigste eeuw zijn krachtens deze wetgeving Standard Oil of New Jersey en American Tobacco opgesplitst. Een dertien jaar slepende zaak tegen IBM werd in 1982 opgegeven. In 1984 is overeenstemming bereikt over een opsplitsing van het tot de American Telephone and Telegraph Company (AT&T) behorende Bell System. In 1999 dreigt onder antitrust regiem Microsoft te worden opgesplitst.
AOW -
Algemene Ouderdomswet. Dit is een wet waarin staat dat als je 65 jaar of ouder bent recht hebt op een uitkering, zodat je niet meer hoeft te werken. Het huidige kabinet heeft nu het plan deze leeftijd te verhogen van 65 jaar naar 67 jaar of misschien wel ouder.
AOW-gat -
Per 1 januari 2015 zal de partnertoeslag aan AOW-ers met een partner die jonger is dan 65 jaar komen te vervallen. Voor personen die zijn geboren op of na 1 januari 1950 en dus op of na 1 januari 2015 de 65/jarige leeftijd bereiken, kan het gezamenlijke inkomen hierdoor tijdelijk lager worden. Dit wordt het AOW-gat genoemd. De grootte van dit gat is afhankelijk van het leeftijdsverschil tussen beide partners.
APFD -
Actieplan voor financiële diensten
Appreciatie -
Ander woord voor waardestijging. Wordt gebruikt in de valutahandel om de waardestijging van de ene valuta ten opzichte van een andere aan te geven. Tegenovergestelde van depreciatie.
APX -
De APX is de in Amsterdam gevestigde stroombeurs. Opgericht in mei 1999 wordt op deze beurs dagelijks stroom verhandeld voor de volgende dag.
Arbeidsmobiliteit -
De mate waarin mensen veranderen van werkgever, beroep en van regio op de arbeidsmarkt.
Arbeidsproductiviteit -
Dit is het aantal eenheden product dat per werknemer per tijdseenheid wordt gemaakt. Voorbeeld: in een bedrijf werken 100 mensen elk 5 dagen van 8 uur. Dus worden er 100 (mensen) x 5 (dagen) x 8 (uren) = 4.000 mens-uren gewerkt. Als in die tijd 20.000 eenheden product worden voortgebracht is de arbeidsproductiviteit 20.000 (eenheden) / 4.000 (mens-uren) = 5 eenheden per mens-uur. De arbeidsproductiviteit gaat omhoog als dezelfde hoeveelheid product in minder mens-uren kan worden voortgebracht. Of als met dezelfde hoeveelheid mens-uren een groter productievolume kan worden gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de mensen beter worden geschoold of als ze door diepte-investeringen vernuftiger machines ter beschikking krijgen.
Arbitrage -
De handel op grond van gelijktijdige prijsverschillen op twee of meer markten.
Arbitrage dividend -
Het gelijktijdig handelen in aandelen, en opties op die aandelen met het doel winst te halen uit de verwachte koerssprong van het aandeel op de ex-datum.
Arbitrage pricing theory -
Onder de Arbitrage Pricing Theorie verstaan we een model dat enigszins vergelijkbaar is met het wat bekendere CAPM model. Maar waar het CAPM model met name naar het risico kijkt, kan het APT model meerdere variabelen in beschouwing nemen. De Arbitrage Pricing Theorie wordt meestal afgekort tot APT.
Arbitrage sur place -
Een vorm van arbitrage waarbij geprofiteerd wordt van prijsverschillen die zich voor dezelfde onderliggende waarde soms op dezelfde beurs voordoen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van derivaten.
Arbitrageprincipe -
arbitrage principe gaat ook kom uit dat het niet mogelijk is om een risicoloos rendement te maken
Arbitreant -
Een belegger die gebruikmaakt van arbitrage.
ArcaEx -
ArcaEx is een afkorting van Archipelago Exchange. Dit is een effectenbeurs waarop zowel aandelen en opties worden verhandeld. Het is eigendom van New York Stock Exchange Euronext.
Archipelago Exchange -
Archipelago Exchange is een effectenbeurs waarop zowel aandelen en opties worden verhandeld. Het is eigendom van New York Stock Exchange Euronext. De Archipelago Exchange wordt vaak afgekort tot ArcaEx.
ARM -
ARM is de afkorting van Adjustable-rate mortage. Een Adjustable-rate mortage is een hypotheek waar de rente periodiek wordt aangepast op basis van een aantal indices. Een van de meest voorkomende indices zijn de tarieven op 1-jarige vaste looptijd Treasury (CMT) effecten, de Kosten van fondsen Index (COFI), en de London Interbank Offered Rate (LIBOR).
Armoedeval -
Het verschijnsel dat iemand die een uitkering ontvangt geen prikkel heeft om werk te aanvaarden, doordat een bruto-inkomensverbetering tot een netto-inkomensverlaging kan leiden omdat het recht op allerlei subsidies vervalt. Gezinnen met een laag inkomen kunnen hun financiële positie door arbeidsinspanning nauwelijks verbeteren, omdat extra (loon)inkomen grotendeels verdampt door heffingen, inkomensprijzen en het wegvallen van tegemoetkomingen voor huishoudens op of vlak boven het sociaal minimum. Voorbeeld:Een huishouden heeft een uitkering van netto1000 euro per maand, en ontvangt daarnaast 200 euro individuele huursubsidie. Bovendien verleent de woongemeente als uitvloeisel van het gemeentelijke minimabeleid kwijtschelding van diverse heffingen en korting bij het gebruik van gesubsidieerde voorzieningen, wat dit huishouden 25 euro per maand scheelt. De kostwinner in dit gezin krijgt een baan aangeboden die een netto loon van 1100 euro oplevert. Als gevolg van deze inkomensstijging daalt de individuele huursubsidie met 50 euro per maand en vervallen de tegemoetkomingen van de gemeente. Uiteindelijk blijft van het netto verschil tussen loon en uitkering (van 100 euro) maar 25 euro over. Als gevolg van het geringe inkomensverschil bij (meer) werken en niet-werken is de financiële prikkel in zulke gevallen te zwak om de overstap naar betaalde arbeid te maken of meer uren te gaan werken. Het desbetreffende huishouden zit verstrikt in de armoedeval.
ARO -
Aro van Automobil Românesc (Roemeense auto) is een Roemeens Automerk DAT bouwt Vooral auto's voor de thuismarkt.
ARP -
Valutacode voor de austral, muntstuk van Argentinië.
ARP-index -
Een aandelenindex van de aandelenbeurs van Wenen (Oostenrijk).
ARX-index -
Een aandelenindex van de aandelenbeurs van Oostenrijk in Wenen.
As-you-like option -
Optie waarvan de voorwaarden naar keuze van de koper binnen de looptijd van de optie kunnen worden gewijzigd.
Asas-aandelen -
Aandelen op de Amsterdam Security Account system. Een systeem waarmee op de Amsterdamse beurs kan worden gehandeld in certificaten op buitenlandse aandelen van buitenlandse ondernemingen. De certificaten worden genoteerd in de valuta van het land van uitgifte.
ASE-index -
Aandelenindex van de aandelenbeurs van Athene (Griekenland).
Asean -
Association of South East Asian Nations. In 1967 opgericht in Bangkok. Groep van 10 Zuidoost Aziatische landen (Philippijnen, Thailand, Brunei, Singapore, Indonesië, Maleisië, Laos, Cambodja, Myanmar en Vietnam) die zich onder meer tot doel stelt het bevorderen van de productiegroei, de sociale vooruitgang en de culturele ontwikkeling in het gebied. In dit kader werd besloten in 2002 te komen tot een vrijhandelsgebied. Internet: www.asean.com.
Asia dollars -
We spreken van Asiadollars als we het hebben over de USA-dollars die aangehouden door banken en bedrijven worden in Azië. Met name China neemt tegenwoordig veel Amerikaanse dollars en waardepapieren als obligaties op.
Asia-Pacific Economic Co-operation -
Dit overlegorgaan is opgericht in 1989, om de economische groei te stimuleren door bevordering van handel en investeringen in de Aziatische landen en in de landen rondom de Stille Oceaan. Het secretariaat van de Asia-Pacific Economic Co-operation bevindt zich in Singapore. Afkorting: Apec.
Asian Development Bank -
De Asian Development Bank(ADB) is een in 1966 opgerichte regionale ontwikkelingsbank om de economische en sociale ontwikkeling te bevorderen in de Azië en de Pacific door middel van leningen en technische bijstand. Het werk van de Asian Development Bank is gericht op verbetering van het welzijn van de mensen in Azië en de Pacific, met name de 1,9 miljard mensen die leven van minder dan 2 dollar per dag. Ondanks de vele succesverhalen blijven Azië en de Pacific de thuisbasis van twee derde van de armen in de wereld.
Asian option -
Een Aziatische optie (of een gemiddelde waarde optie) is een speciaal type optiecontract. Voor de Aziatische opties van de uitbetaling wordt bepaald door de gemiddelde prijs ten grondslag liggen over een aantal vooraf vastgestelde periode.
Asian tail -
Een optie functie waarbij een referentieprijs wordt geactiveerd op het einde van een optie moet de onderliggende waarde onder een bepaalde gemiddelde vóór optie vervallen.
Ask -
Vraagprijs of laatprijs. De prijs die de ‘markt’ vraagt voor de verkoop van een bepaald effect.
Ask-1 -
De prijs die gevraagd wordt voor aandelen, waartegen de verkopende partij bereid is te verkopen
Asked price -
De laagste prijs waarop je effecten kan aanschaffen, deze prijzen zijn marktconform.
Aspirant-deelnemer -
Een term uit de pensionsector: een werknemer die nog niet de vereiste leeftijd heeft bereikt om als deelnemer te worden opgenomen in de pensioenregeling van het bedrijf waar hij werkt. Als deze werknemer nabestaanden heeft, wordt het nabestaandenpensioen op risicobasis verzekerd.
ASRO -
De Asro adviesgroep is in 1971 opgericht door de heer P. Hakkesteegt en de heer mr. F. Broedelet van het gelijknamige Rotterdamse autobedrijf. Autobedrijf Broedelet N.V. (afdeling assurantiën) verzekerde vanaf de 50-er jaren met name auto's en caravans en heeft eind 60-er jaren door de toenemende activiteiten op dit gebied assurantie-adviseur de heer P.
Asset -
Alles met een commerciële en -of vervangingswaarde, dat eigendom is van een bedrijf, stichting of individu.
Asset allocation -
Letterlijk de bestemming van bezit. Het gaat hierbij om de verdeling van vermogen over aandelen, onroerend goed, obligaties en deposito's teneinde de gewenste verhouding van rendement en risico te benaderen.
Asset backed security -
Financieel product dat een 'pakket' is van verschillende onderliggende leningen. Subprime-hypotheken werden als Asset-Backed Security verhandeld. Een bank schuift zo het risico van wanbetaling door.
Asset categorieën -
Asset categorieën zijn brede beleggingscategorieën die verschillende niveaus van risico en rendement bieden zoals aandelen, obligaties en kas. Aandelen hebben het grootste potentieel als het gaat om rendement, maar dit gaat gepaard met een relatief hoog risico. Obligaties bieden meer zekerheid met een (ten opzichte van aandelen) gemiddeld wat lager rendement. Onroerend goed kan goede rendementen bieden, maar herbergt het gevaar van illiquiditeit. Kas kent het laagste verwachte rendement, maar biedt veel zekerheid en liquiditeit.
Asset class -
Soort belegging, alles dat een commerciële waarde heeft of dat op een beurs te verhandelen valt. Denk aan aandelen, obligaties, deposito's en vastgoed. Ook cash geld wordt hier soms toe gerekend. Ook wel gewoon ASSET genoemd.
Asset management -
Asset management of vermogensbeheer is de algemene term voor het beheren van een portefeuille van een groep assets, zoals aandelen, obligaties of kas.
Asset mix -
De verdeling van een beleggingsportefeuille over aandelen, onroerend goed, obligaties, liquiditeiten, enzovoorts.
Asset play -
Een beursterm voor een aandeel waarvan de activa meer waard zijn dan de beurskoers.
Asset protection trust -
Een offshore trust die bedoeld is om het bezit van de oprichter te beschermen tegen claims van derden.
Asset stripper -
Iemand die door aankoop van een grote hoeveelheid aandelen voor een ongewenste overname van een bedrijf zorgt.
Asset-backed commercial paper -
Een korte-termijn investering voertuig met een looptijd die typisch is tussen 90 en 180 dagen. De beveiliging zelf is meestal uitgegeven door een bank of andere financiële instelling.
Asset-backed lening -
Een Engelse term voor een obligatielening waarbij een bedrijf een gedetailleerde omschrijving van het onderpand - de assets -Â heeft gegeven. Vastgoed, inventaris en machines kunnen als onderpand dienen.
Asset-based financing -
Het aantrekken van vreemd vermogen door een onderneming waarbij activa in onderpand worden gegeven.
Asset-liability management -
De term asset-liability management wordt Gebruikt in de beleggerswereld en is te omschrijven als: het proces van het verkrijgen van inzicht in de onderlinge afhankelijkheden in de ontwikkeling van Rechten en Verplichtingen van een organisatie. In het jargon wordt de term Vaak afgekort tot ALM.
Asset(s) -
Elk item van de economische waarde in handen van een persoon of maatschappij, met name die die kunnen worden omgezet in contanten. Voorbeelden zijn geld, effecten, debiteuren, inventaris, kantoorapparatuur, onroerend goed, een auto en andere eigendommen.
Assetverdeling -
De assetverdeling of asset mix is de beslissing hoe het vermogen wordt gespreid over de verschillende financiële asset categorieën (aandelen, obligaties en kas) en tastbare asset categorieën (vastgoed, commodities, metalen en verzamelobjecten). De asset mix wordt doorgaans bepaald door de wens om een optimale risicorendementsverhouding te bereiken die past bij de horizon en doelen van de belegger.
Assigned market maker -
Heeft de plicht om in fondsen een tweezijdige markt te onderhouden en om tegen die prijzen met een bepaald minimum in contracten te handelen. Hij heeft een grotere positielimiet als een non-assigned Market Maker. Ook liggen zijn kosten lager.
Assignment -
Wanneer de bezitter van een optierecht zijn recht aanzegt, krijgt de schrijver (zie schrijven) de plicht om de aandelen te leveren (calloptie) of af te nemen (putoptie) tegen de uitoefenprijs.
Associatie Clearing House Amsterdam -
Officiële naam voor clearinginstituut in Amsterdam dat transacties op de optiebeurs in Major Market Index-opties afwikkelt en garandeert.
Association Cambiste Internationale -
Onder de Association Cambiste Internationale (wat in de praktijk wordt afgekort tot ACI) verstaan we het overkoepelend orgaan, gevestigd in Parijs, van alle nationale verenigingen van arbitrageanten, dus personen die zich met name met de arbitrage van valuta bezig houden.
Association of Corporate Treasurers in B -
ATEB is de Association of Corporate Treasurers in België, een vereniging van professionals op het gebied van treasury. Het is een not-for-profit organisatie. Onze belangrijkste doelen zijn het uitwisselen van ervaringen, praktische zaken en werkbare oplossingen onder onze leden op basis van volledige vertrouwen en vertrouwelijkheid.
Association of Financial Guaranty Insure -
Een vorm van verzekering die voor het eerst verschenen in de jaren 1930 als hypotheek garantie verzekeringen en in de jaren 1970 keerde terug in verschillende vormen (gemeentelijke obligaties garantie verzekering, commanditaire vennootschap investeerder obligatie verzekering, woon-waarde verzekering, enz.).
Association of Futures Brokers and Deale -
Een vereniging van handelaren en commissionairs in futures in Londen.
Association of Futures Markets -
Een markt waarin futures-contracten worden gekocht en verkocht. De verschillende georganiseerde futuresbeurzen zijn gespecialiseerd in bepaalde soorten van contracten.
Association of International Bond Dealer -
Met de Association of International Bond Dealers, meestal aangeduid met de afkorting AIBD verstaan we de in Zurich gevestigde Internationale organisatie waarvan de aangesloten Amerikaanse en Europese effectenhuizen als bemiddelaar optreden bij het tot stand komen van transacties op de Eurobondmarkt.
Assuradeur -
Oorspronkelijk was een assuradeur de persoon of firma die als gevolmachtigd agent van een of meer binnen- of buitenlandse verzekeringsmaatschappijen voor rekening en risico van deze maatschappij(en) ter beurze verzekeringen accepteerde, de polissen daarvoor tekende en eventuele schaden regelde en vergoedde. In navolging daarvan noemen provinciaal werkende gevolmachtigdenbedrijven zich ook wel assuradeurenbedrijf. In de praktijk wordt ook een verzekeraar assuradeur genoemd - en andersom.
Assurantie -
Een overeenkomst waarbij de ene partij zich jegens de andere partij tegen genot ener premie verbindt om deze schadeloos te stellen voor verlies, schade of gemis van verwacht voordeel, die zij door een onzeker voorval zou kunnen lijden. Een synoniem voor assurantie is verzekering.
Assurantiebeurs -
De assurantiebeurs is een ontmoetingsplaats tussen aanbieders (verzekeraars) en vragers (verzekeringnemers, vertegenwoordigd door verzekeringsmakelaars) voor verzekeringen die door één enkele verzekeraar niet geaccepteerd worden. Nederland kent twee assurantiebeurzen, gevestigd in Amsterdam en in Rotterdam. Als gevolg van de toenemende automatisering zijn de traditionele ontmoetingsplaatsen in 2004 gesloten.
ASX -
Bedrijf in Australië dat zich toelegt op de beoordeling van de kredietwaardigheid van bedrijven en landen. Vergelijkbaar met de Amerikaanse bedrijven Standard & Poor's en Moody's.
At par -
Een obligatie of preferente aandelen die verkopen tegen een prijs die gelijk zijn gezicht (of PAR) waarde.
At random selection -
De wijze waarop de schrijver van een optie wordt geselecteerd om aangewezen te worden.
At-market -
Een opdracht om tegen de best mogelijke prijs te kopen of te verkopen.
At-the-close order -
Een bestelling met vermelding dat er een handel moet worden uitgevoerd bij het sluiten van de markt, of zo dicht bij de slotkoers mogelijk.
At-the-money -
Op de prijs van dit moment, zoals een optie contract met een uitvoerprijs gelijk of bijna gelijk aan de huidige prijs van de aandelen of onderliggende futures.
At-the-money optie -
De officiële afkorting van at-the-money optie is ATM. Wordt gezegd van een callwarrant of een calloptie waarvan de uitoefenprijs de koers van de onderliggende waarde dicht of volledig benadert. Voor een putwarrant of een putoptie geldt het omgekeerde. ATM series worden meestal het meest verhandeld.
ATM -
ATM is de afkorting van At The Money optie. Wordt gezegd van een callwarrant of een calloptie waarvan de uitoefenprijs de koers van de onderliggende waarde dicht of volledig benadert. Voor een putwarrant of een putoptie geldt het omgekeerde. ATM series worden meestal het meest verhandeld.
Atradius -
Atradius is één van 's werelds grootste kredietverzekeraars met premie-inkomsten van ? 1,8 miljard en een mondiaal marktaandeel van 31 procent. Het hoofdkantoor is gevestigd in Amsterdam.
Attributie -
het toeschrijven van de oorzaken van gedrag aan interne of aan externe factoren. * Attributie (staatsrecht), de rechtstreekse toekenning van een bevoegdheid tot rechtspraak of bestuur.
Attributie-analyse -
Toont aan hoe een rendement tot stand is gekomen en waar de sterktes en zwaktes liggen en brengt in kaart welke beslissingen hoeveel hebben bijgedragen aan het rendement. Denk hierbij aan allocatie en selectie bijdrage.
ATX -
De index van de beurs van Wenen, bestaande uit de 18 grootste fondsen van Oostenrijk.
Auction rate preferent aandeel -
Preferent aandeel waarvan het rendement van tijd tot tijd via een veiling wordt vastgesteld.
Auction rate security -
Een veiling zekerheden (ARS) verwijst doorgaans naar een schuldbewijs (corporate of gemeentelijke obligaties) met een lange-termijn nominale looptijd waarvoor de rente wordt regelmatig opnieuw door middel van een Nederlandse veiling.
AUD -
AUD is de valutacode voor de dollar, muntstuk van Australië, Kiribati, Nauru en Tuvalu.
Audit -
Professionele controle van de boekhouding van een bedrijf, waarbij wordt gekeken of deze conform is aan algemeen geaccepteerde boekhoudbeginselen.
Audit commissie -
In de ´Principes voor goed pensioenfondsenbestuur´ geboden mogelijkheid om jaarlijks het functioneren van het bestuur te laten toetsen door de auditcommissie. Deze bestaat uit ten minste drie onafhankelijke deskundigen.
Audit trail -
zodanige vastlegging van gegevens dat de verwerkingsresultaten achteraf door de accountantsdienst kunnen worden gecontroleerd
Audit-only -
het kenmerk van een accountantsfirma die alleen jaarrekeningen controleert, en verder geen enkele andere vorm van dienstverlening biedt.
Auditing -
Het verifiëren en het controleren van de correcte en adequate werking van de interne controleregels. Deze controle kan zowel door interne accountant worden uitgevoerd als door een externe accountant.
Aussie -
Aussie is Australische slang voor Australische, specifiek met betrekking tot de bevolking van Australië.
Austral -
Austral is het muntstuk van Argentinië.
Australian Ratings -
Bedrijf in Australië dat zich toelegt op de beoordeling van de kredietwaardigheid van bedrijven en landen. Vergelijkbaar met de Amerikaanse bedrijven Standard & Poor's en Moody's.
Australian Stock Exchange -
De nationale organisatie voor de handel in aandelen, obligaties en bepaalde andere effecten.
Authorised shares -
Het maximale aantal aandelen dat een bedrijf mag uitgeven volgens haar eigen statuten. Normaliter kan een bedrijf dit aantal verhogen door de aandeelhouders hierover hun stem te laten uitbrengen.
Auto-quote system -
Computersysteem dat automatisch bied- en laatkoersen berekent.
Autofinanciering -
financiering van de bedrijfsactiviteiten uit interne bronnen, in het bijzonder uit niet-uitgekeerde winsten
Automated pit trading -
APT. Een elektronisch systeem voor de handel gebruikt door LIFFE dat de verontwaardiging wijze van verhandelen van effecten repliceert. Geautomatiseerde pit handel is een scherm-gebaseerd platform gelanceerd in 1989. Het gebruik verlengt de dag voor de handel in futures omdat het niet de handel vloer voor bestellingen gebruik.
Automated teller machine -
Een automatische teller machine (ATM) of de automatische bank-machine (ABM) is een computersysteem dat telecommunicatie-apparaat dat de klanten van een financiële instelling met toegang tot financiële transacties in een openbare ruimte zonder de noodzaak van een kassier, menselijke klerk of bank teller levert.
Automated trading -
In de elektronische financiële markten, algoritmische handel of geautomatiseerde trading, ook bekend als algo trading, black-box trading, of robo handel, is de
Automatic exercise -
De procedure die voorkomt in-the-money aandelenopties van aflopende en worden waardeloos. In deze procedure zal de clearing-onderneming uitoefenen van bepaalde soorten van opties die in het geld zonder instructie van de optiehouder, waardoor houders die optie niet kan een optie zijn om nog winst te vangen monitoring.
Automatische uitoefening -
De bezitter van een warrant of optie ontvangt automatisch de intrinsieke waarde alleen bij expiratie zonder dat hij daarvoor actie hoeft te ondernemen (dit is contractueel bepaald in de voorwaarden van de prospectus).
Autonome winst -
Netto inkomsten uit de eigen onderneming. Winst uit verkoop van belangen / activiteiten e.d. blijven buiten beschouwing.
Autonomie winstgroei -
Winstgroei die bereikt wordt door verhoging van de netto-inkomsten uit de eigen onderneming. De winst uit verkoop van belangen of activiteiten en dergelijke, blijft buiten beschouwing. Bovenop de autonome winstgroei komt veelal nog een winstvermeerdering door aankoop van activiteiten van derden, maar ook deze vorm van groei valt hierbuiten.
Autonoom vermogen -
Vermogen dat actief financieringsbeleid vraagt om aan de vermogensbehoefte te voldoen. Het begrip staat tegenover geïnduceerd vermogen dat voortvloeit uit krediet door leveranciers en andere schuldeisers.
Autoquote -
Autoquote indicatieve prijzen worden gegenereerd voor veel van de financiële optiecontracten verhandeld op LIFFE met behulp van standaard wiskundige modellen zoals afgeleid door Black en Scholes en Cox, Ross, Rubinstein.
Autoriteit Financiele Markten -
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) bestaat sinds 1 maart 2002. De AFM is de juridische rechtsopvolger van de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE). Zij is gevestigd in Amsterdam en houdt toezicht op het gedrag van participanten in de financiële markten, waaronder: financiële dienstverleners, beurzen, bemiddelaars, accountants. De AFM is een zelfstandig bestuursorgaan, wat kortweg inhoudt dat het overheidstaken zelfstandig uitvoert, zonder onder directe verantwoordelijkheid van, in dit geval, het Ministerie van Financiën te vallen. Taak van de AFM is het houden van gedragstoezicht op de financiële markten. Gedragstoezicht houdt in dat erop toegezien wordt dat partijen correct handelen en hun partners van de juiste informatie voorzien. De Nederlandsche Bank (DNB) (alsmede, voor diens fusie met DNB in 2005, de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK)), is verantwoordelijk voor ""prudentieel"" toezicht op de markt. Prudentieel toezicht wil zeggen dat erop toegezien wordt dat partijen hun financiële verplichtingen kunnen nakomen aan hun contractpartners. Het belang van de overheid controle te houden op de financiële markt is dat de markt zelf (publiek en bedrijfsleven) vertrouwen blijft houden in de markt. Wantrouwen in de financiële markt kan grote negatieve gevolgen hebben voor de economie. Met invoering van de nota ""Herziening van het toezicht op de financiële marktsector"" van het Ministerie van Financiën in 2001 ging de Stichting Toezicht Effectenverkeer over in de Autoriteit Financiële Markten en werd het takenpakket uitgebreid. Waar de STE met name verantwoordelijk was voor gedragstoezicht op beurzen is de AFM dat nu voor een veel breder gebied.
AVA -
AVA staat voor Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Average rate option -
Een optie waarbij de afwikkeling plaatsvindt van het verschil tussen de uitoefenprijs en de gemiddelde prijs van de onderliggende waarde in een bepaalde periode.
Average true range -
De average true range komen we veel tegen in publicaties over technische analyse. Het is echter niet meer dan de gewone true range die met behulp van een moving average glad gestreken is.
Averaging -
Het kopen van aandelen als de koers daalt om tot een gunstiger gemiddelde prijs te komen.
Avoir fiscal -
Belastingfaciliteit in Frankrijk om aandelenbezit door niet-Fransen in Franse aandelen te stimuleren. Van de dividendbelasting kan tot maximaal 50% van het aan dividend ontvangen bedrag worden teruggevorderd.
Avondbeurs -
Niet-officiële handel na het slot van de handel op Euronext, vooral in Nederlandse aandelen die ook een notering op de beurs in New York (New York Stock Exchange) hebben.
Avondhandel -
Niet-officiële handel in effecten na 17.00 uur.
AWBZ -
AWBX is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Dit is een regeling voor niet verzekerbare ziekten.
AWG -
AWG is de valutacode voor de florin, het muntstuk van Aruba.
Azië crisis -
De Aziatische financiële crisis ook wel bekend als de Aziatische valutacrisis of lokaal als de IMF-crisis was een financiële crisis in een groot deel van Oost-Azië in 1997. Tot 1997 trok Azië bijna de helft van de totale kapitaalinvoer van ontwikkelingslanden aan. De economieën van Zuidoost-Azië hadden hoge rentestanden wat zeer aantrekkelijk was voor buitenlandse investeerders op zoek naar hoog rendement. Het resultaat was dat de regionale economieën een hoge invoer van investeringen ervoeren en een stijging in bezittingsprijzen. Tegelijkertijd ervoeren de economieën van Thailand, Maleisië, Indonesië, de Filipijnen, Singapore en Zuid-Korea in de jaren tachtig en vroege jaren negentig hoge economische groei van tussen 8 en 12% BDP. Deze prestatie werd wijd toegejuicht door de financiële instituties zoals de IMF en de Wereldbank en werd bekend als het ""Aziatische economische wonder"". De crisis begon in Thailand met de val van de Thaise baht als gevolg van de beslissing van de Thaise regering om de baht te laten zweven en de band met de Amerikaanse dollar te verbreken na geprobeerd te hebben deze te ondersteunen. Tegelijkertijd had Thailand een grote buitenlandse schuld dat het land feitelijk bankroet maakte zelfs voor de val van de baht. De verminderde importinkomsten die het gevolg waren van de devaluatie van de baht maakte een snel herstel onmogelijk zonder internationale interventie. Terwijl de crisis verspreidde zagen het overgrote deel van Oost-Azië en Japan inzakkende valuta's, en dalingen in de aandelenmarkt en bezittingenprijzen en een groei in private schuld.
Aziatische optie -
Een optie waarbij de afwikkeling plaatsvindt op basis van het verschil tussen de uitoefenprijs en het gemiddelde van de prijzen van de onderliggende waarde die gedurende de looptijd van de optie tot stand is gekomen.
AZM -
AZM is de internationale valutacode van Swift voor de Azerbeidzjaanse manat. De manat is de munt van Azerbeidzjan.
B-aandelen -
Dit zijn aandelen op de Chinese handelsmarkten genoteerd in Dollars. Daarnaast bevat de Chinese handelsmarkten A-aandelen welke zijn genoteerd in Chinese yuan.
Baar geld -
Geld in de vorm van bankbiljetten en munten dat overdraagbaar is. Geld waarmee bijvoorbeeld in een winkel betaald kan worden. Synoniem: chartaal geld.
Baby bond -
Normale of converteerbare obligatielening waar de obligaties per stuk minder waard zijn dan $1000. Dit maakt het voor de kleinere beleggers ook mogelijk te investeren op de obligatiemarkt. Ook wordt het hierdoor mogelijk voor kleinere bedrijven, vreemd vermogen aan te trekken.
Back month -
Een leveringsdatum in de termijnhandel die ver in de toekomst ligt.
Back office -
Administratieafdeling bij banken die effectentransacties afhandelt en controleert.
Back test -
Het bekijken van het rendement dat een structured product met gelijke, of zoveel mogelijk gelijkende voorwaarden, zou hebben behaald als het op een reeks van data in het verleden zou zijn uitgegeven.
Back to back -
Een bedrijf dat geld leent en dit meteen weer uit onder dezelfde voorwaarden om fiscale redenen uitleent.
Back-to-back transactie -
een keten van effectentransacties tussen drie of meer tegenpartijen met betrekking tot de aankoop en verkoop van een enkele zekerheid, voor de regeling inzake een enkele dag. De meest eenvoudige back-to-back-handel is een paar van transacties waarbij de ene partij zich op effecten kopen van een tweede partij en dan is het ermee eens om ze te verkopen aan een derde partij.
Back-to-back-krediet -
Financieringsvorm waarbij drie partijen zijn betrokken: partij I, vaak een tussenhandelaar, gebruikt een documentair krediet (documentair accreditief), dat door bijvoorbeeld zijn afnemer (II) aan de tussenhandelaar is gegeven, als dekking voor een documentair krediet dat hij wil hebben van zijn leverancier (III).
Back-to-back-lening -
Wanneer een handelaar aandelen verkoopt met als doel de aandelen later tegen een lagere koers terug te kopen. Wanneer de handelaar de aandelen niet wil leveren kan hij tegen betaling op een later tijdstip de aandelen leveren.
Backend load -
We spreken van een back end load als een belegger bij het opzeggen van een investering nog een premie, boete of iets dergelijks moet betalen om het opzeggen te ontmoedigen.
Backing away -
Wanneer een market maker geen bied- of laatkoers kan afgeven. Dit mag niet omdat een market maker er juist voor is om te garanderen dat beleggers altijd kunnen handelen tegen deze koersen.
Backservice -
Verhoging van pensioenaanspraken over achterliggende dienstjaren bij verhoging van de pensioengrondslag. Deze verhoging van pensioenaanspraken komt voor in eindloonregelingen. Vanwege de kostbaarheid van de affinanciering van de backservice zijn vanaf 2004 veel eindloonregelingen omgezet in een middelloonregeling.
Backservicereserve -
De contante waarde van het gedeelte van de backserviceverplichtingen, dat nog niet is gefinancierd met koopsom- of premiebetalingen aan een pensioenfonds of levensverzekeraar. De term ""backservicereserve"" wordt gebruikt om een bepaalde reservering op de balans van een onderneming mee aan te duiden.
Backserviceverplichtingen -
De verplichtingen die een bedrijf heeft uit hoofde van het backservicepensioen.
Backspread -
Backspread is een optiestrategie waarbij meer opties worden gekocht dan geschreven van dezelfde optieseries.
Backtesting -
Een bedrijf leent geld en leent dit meteen weer uit onder dezelfde voorwaarden om fiscale redenen.
Backwardation -
Een situatie waarin futuresprijzen elke opeenvolgende maand lager zijn. Dit wordt ook wel een omgekeerde markt (inverted market) genoemd.
Badwill -
Badwill is het negatieve verschil tussen de balanswaarde van de onderneming en de prijs die ervoor betaald wordt. Badwill is het tegenovergestelde van goodwill. Er ontstaat badwill wanneer men een prijs voor de onderneming betaalt die onder de balans- of boekwaarde van de onderneming ligt. Badwill wordt ook wel `negatieve goodwill` genoemd.
Bagatelregel -
Een regel die stelt dat beperking van de mededinging onder voorwaarden is toegestaan, mits het effect gering is. In de Nederlandse Wet Economische Mededinging (WEM) is vastgelegd dat indien maximaal acht bedrijven een mededingingsbeperkende afspraak maken en hun omzet maximaal 4,54 miljoen euro bedraagt, zij zijn vrijgesteld van het kartelverbod. Voor diensten geldt een plafond van 908.000 euro. Zie ook deminimis-regel.
Baht -
Baht is de munt van Thailand.
Bailing-out -
Bail out is een woord dat in het Engels is afgeleid van borgstelling. De Nederlandse vertaling is reddingsoperatie. Bij bailing out wordt een transactie of trade zonder meer gestopt, onafhankelijk van omstandigheden als koersen, optredende verliezen en dergelijke.
Baisse -
Baisse is een synoniem van 'bearisch'. Deze term wordt gebruikt als aanduiding van een neergaande markt op de beurs.
Baissemarkt -
Een dalende beurs of een aanhoudende prijsdaling van een belegging
Baissepositie -
Positie die ontstaat wanneer een belegger effecten verkoopt waarvan hij geen eigenaar is. Zie ook shortpositie. Stukken worden verkocht met de bedoeling deze later tegen een lagere koers terug te kopen. De positie reageert dus gunstig op een dalende markt. ( > beleggen > handelsterminologie)
Baissepremie -
De betaling aan een premiemakelaar waarmee men het recht koopt om gedurende een overeengekomen periode(meestal 1 of 3 maanden)tegen een bepaalde koers aandelen te verkopen.
Baissetransactie -
De verkoop van effecten, waarover de verkoper op het moment van verkoop nog niet de beschikking heeft.
Baissewarrants -
Een ander woord voor putwarrant. Een putwarrant geeft de houder het recht om de onderliggende waarde te verkopen. De verkoper gaat ten opzichte van de koper hiermee een verplichting aan.
Baissier -
Belegger die op een koersdaling gokt door een baissepositie in te nemen. Hij verkoopt effecten die hij heeft geleend en neemt door deze actie een shortpositie in.
Balance sheet -
Een financieel verslag dat de bezittingen, schulden en het eigen vermogen op een bepaald moment, meestal aan het einde van de maand, weergeeft.
Balanced fund -
Een financieel verslag dat de bezittingen, schulden en het eigen vermogen op een bepaald moment, meestal aan het einde van de maand, weergeeft.
Balans -
Een balans is een overzicht van de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen van een onderneming of instelling op een bepaald moment. Dat kan betrekking hebben op een natuurlijk persoon of op een rechtspersoon. De Engelse benaming van balans is 'balance sheet'.
Balans van lopende verrichtingen (betali -
De betalingsbalans van een land is een overzicht van de waarde van alle transacties die in een bepaalde periode (meestal een jaar) hebben plaatsgevonden tussen (ingezetenen van) het land en (ingezetenen van) andere landen. De inkomende geldstromen (ontvangsten van het buitenland) worden boekhoudkundig geregistreerd met een plusboeking: +; de uitgaande geldstromen (betalingen aan het buitenland) worden geregistreerd met een minboeking: -. Zo wordt de export geregistreerd met een plusboeking want dit is een uitgaande goederenstroom maar een inkomende geldstroom. De import is een minboeking want er is sprake van een uitgaande geldstroom. De betalingsbalans is onderverdeeld in deelbalansen of deelrekeningen. Er zijn verschillende indelingen.
Balansanalyse -
Strategisch beheer van de activa en passiva van een onderneming ten aanzien van rente-en valutarisico, liquiditeit en solvabiliteit.
Balansbeheer -
Balansbeheer is het strategisch beheer van de activa en passiva van een onderneming ten aanzien van rente- en valutarisico, liquiditeit en solvabiliteit.
Balanscontinuïteit -
Manier van opstellen van de jaarrekening van een bedrijf die niet elk jaar anders is. Bij balanscontinuïteit kunnen bijvoorbeeld aandeelhouders en analisten eenvoudig jaarverslagen en daarmee de resultaten en de kracht van een onderneming van jaar op jaar vergelijken.
Balansposten -
Balansposten zijn posten die op de balans zijn opgenomen b.v. voorraad, liquide middelen, vooruitbetaalde bedragen, crediteuren, nog te betalen kosten etc.
Balanstotaal -
Het balanstotaal is de som van alle activa, wat per definitie gelijk is aan de som van alle passiva. Het balanstotaal geeft een indicatie voor de relatieve omvang van de onderneming ten opzichte van andere ondernemingen in dezelfde bedrijfstak. Bedrijven uit verschillende bedrijfstakken zijn echter met behulp van het balanstotaal niet te vergelijken. In sommige bedrijfstakken (banken, verzekeringen) is het balanstotaal de meest gebruikte maat om de relatieve omvang van een onderneming vast te stellen.
Balansvergelijking -
Vergelijking van twee balansen van een bedrijf die op een verschillend moment zijn opgemaakt, bijvoorbeeld de balansen die op twee verschillende jaareinden zijn opgemaakt.
Balansverkorting -
Balansverkorting is een begrip uit de bancaire wereld wat wil zeggen dat het balanstotaal van een bank vermindert doordat de klanten van de bank hun tegoeden opnemen en deze buiten de bank gaan beleggen. Ook kunnen ze het geld contant houden.
Balansverlenging -
Onder balansverlenging verstaan we een begrip uit de bancaire wereld waaronder het toenemen van de balans van de bank wordt verstaan dat ontstaat als de klanten van de bank geld bij deze bank gaan onderbrengen dat ze eerder elders hadden belegd in bijvoorbeeld aandelen, obligaties of dat ze ergens als contant geld hadden bewaard. Balansverlenging kan ook ontstaan als activa en passiva in de balanstelling worden opgenomen die dat voorheen niet werden, bijvoorbeeld door nieuwe of afwijkende regelgeving.
Balanswaarde -
Waarde waarvoor de Activa en de Passiva op de balans staan. Wat betreft de vaste activa is de balanswaarde gelijk aan de aanschafwaarde minus de afschrijving op de vaste activa tot het moment waarop de Balans wordt opgemaakt. Onder IFRS wordt bij immateriële Vaste activa (zoals Goodwill, octrooien of licenties) de afboeking op boekwaarde met een 'impairment test' bepaald. Er wordt niet langer op afgeschreven. Waarde van activa en de passiva zoals die per saldo op de Balans staan. Een interne Balans kan meer informatie bevatten dan een externe Balans. Zo kan bij de post Debiteuren zowel de totale vordering als de inschatting van de oninbare vorderingen op de Balans staan ter informatie van de directie. Maar op een externe Balans zal men deze informatie niet graag prijs geven.
Balboa -
Balboa is de naam van de munteenheid in Panama, genoemd naar de Spaanse conquistador en ontdekkingsreiziger Vasco Nuñez de Balboa (1474-1519).
Balkanisation of regulation -
Te delen (een regio of gebied) in kleine, vaak vijandige eenheden.
Balkanisering van regulering -
Te delen (een regio of gebied) in kleine, vaak vijandige eenheden.
Ballon constructie -
We spreken van een zogenaamde ballonconstructie als er bij een lening sprake is van 1. een aflossingsschema waarbij hetzij de laatste aflossing van de lening onevenredig hoog is in vergelijking met de voorafgaande aflossingen 2. de aflossing van de lening eenmalig plaatsvindt op de einddatum van de lening.
Ballon optie -
Een optie waarvan de fictieve betalingen aanzienlijk stijgen na een bepaalde drempel is gebroken.
Ballonlening -
Lening waarvan de laatste aflossing veel groter is dan de voorgaande. Wordt verstrekt wanneer in de toekomst extra cash flow wordt verwacht.
Balloon option -
Een optie waarvan de fictieve betalingen aanzienlijk stijgen na een bepaalde drempel is gebroken.
Balloon payment mortgage -
Een ballon betaling hypotheek is een hypotheek die niet volledig afschrijven over de looptijd van de nota, waardoor er dus een saldo op de vervaldag. [1] De laatste betaling wordt een ballon betaling vanwege zijn grote omvang.
Ballpark figure -
Hiervan uitgaande is een ruwe of geschatte aantal (guesstimate) om een algemeen idee van iets, als een ruwe schatting voor de kosten, enz.
Baltic Dry Index -
De Baltic Dry Index (BDI) is De belangrijkste Graadmeter voor tarieven van de bulk-scheepvaart. Het wordt dagelijks gepubliceerd door de Londense Baltic Exchange.
Baltic Exchange -
De Baltic Exchange, voluit Baltische en Scheepvaart Mercantile Exchange, is een scheepvaartbeurs die gevestigd is in het hartje van Londen. Als Belangrijkste beurs in de Scheepvaart verstrekt ze tal van informatie INZAKE het vervoer van goederen over zee.
Banca COM -
De Banca Com index is een index van de beurs van Milaan (Italië).
Bancassurance - model -
Vandaag de dag spreekt men van een bank-verzekeraar in plaatsw van een bancassurance-model. Een bank-verzekeraar is een combinatie van een bank en een verzekeraar binnen een organisatie. De eerste in Nederland ontstond toen de NMB, de Postbank en verzekeraar Nationale Nederlanden in Nederland samen gingen in 1991 onder de naam ING. Fortis, Credit Suisse en Citigroup hebben ook geprobeerd het idee van de bank-verzekeraar tot een succes te maken. Het was daarbij de bedoeling dat de kantorennetwerken van de banken als verkooppunt voor verzekeringspolissen zouden fungeren maar in de praktijk kwam daar niet veel van terecht. In oktober 2009 draaide ING de situatie terug door aankondiging van een splitsing van het bedrijf in een bank en een verzekeraar, hiertoe niet alleen gedwongen door Europees Commissaris Neelie Kroes van Mededinging, . maar ook omdat het model in de kredietcrisis kwetsbaar was gebleken en de voordelen die men verwacht had uitbleven. Fortis, Credit Suisse en Citigroup waren al eerder met het concept gestopt.
Banco del Sur -
De Bank van het Zuiden (Spaans: Banco del Sur, Portugees: Banco do Sul), of BancoSur is een monetair fonds en leningen organisatie voor het eerst voorgesteld
Bandbreedte -
Maximaal toegestane verschil tussen de hoogste en de laagste koers van een valuta. Deze schommelingmarge wordt aangegeven als een percentage van de pariteit.Ook: het verschil tussen het hoogste en het laagste rentetarief dat de Europese Centrale Bank (ECB) hanteert.
Bank for International Settlements -
De Bank for International Settlements (vaak afgekort als BIS) heeft als doel de samenwerking tussen nationale centrale banken te bevorderen. De bank is gevestigd in Bazel. Een belangrijk onderdeel van die samenwerking heeft betrekking op de harmonisatie van het toezicht dat nationale centrale banken op de onder hun toezicht staande commerciële banken uitoefenen. Doel hiervan is het voorkomen van liquiditeits- en solvabiliteitsproblemen in het bankwezen.
Bank holiday -
Bank holiday is een beursvakantiedag.
Bank Identifier Code -
De Bank Identifier Code afgekort (BIC), is een code die wordt gebruikt bij grensoverschrijdend betalingsverkeer om een bank te identificeren. Een andere, al wat oudere aanduiding voor hetzelfde begrip is SWIFT-adres. De organisatie waar BICs worden geregistreerd is SWIFT.
Bank Nederlandse Gemeenten -
Bank die voorziet in de kredietbehoefte van de decentrale overheden.
Bank of England -
Bank of England is de Centrale bank van het Verenigd Koninkrijk. Synoniem: 'Governor and Company of the Bank of England'
Bank of Japan -
De Bank of Japan is de Centrale bank van Japan. De officiële afkorting van Bank of Japan is BOJ.
Bank of the South -
Bank of the South is de Engelse benaming voor 'Bank van het Zuiden'. De Bank van het Zuiden (Portugees: Banco do Sul, Spaans: Banco del Sur) is een Zuid-Amerikaanse ontwikkelingsbank en kredietfonds. De voornaamste doelstelling van de bank is het uitschrijven van leningen voor de uitbouw van een goede, pan-continentale infrastructuur en de ondersteuning van sociale programma's. Deelnemende landen zijn Venezuela, Argentinië, Brazilië, Bolivia, Equator, Paraguay en Uruguay. De hoofdzetel van de bank bevindt zich in Caracas, met afdelingen in Buenos Aires en La Paz.
Bank van het Zuiden -
De Bank van het Zuiden (Portugees: Banco do Sul, Spaans: Banco del Sur) is een Zuid-Amerikaanse ontwikkelingsbank en kredietfonds. De voornaamste doelstelling van de bank is het uitschrijven van leningen voor de uitbouw van een goede, pan-continentale infrastructuur en de ondersteuning van sociale programma's. Deelnemende landen zijn Venezuela, Argentinië, Brazilië, Bolivia, Equator, Paraguay en Uruguay. De hoofdzetel van de bank bevindt zich in Caracas, met afdelingen in Buenos Aires en La Paz.
Bank van Lening -
Een bank van lening, ook wel pandjeshuis genoemd is een bank waar men waardevolle zaken beleent in ruil voor contant geld.
Bank voor Internationale Betalingen -
De officiële afkorting voor Bank voor Internationale Betalingen is BIB. Dit is een internationale bank die onder meer het betalingsverkeer verzorgt tussen nationale centrale banken. Eng.: Bank for International Settlements (BIS).
Bankbiljetten -
Door de centrale bank in omloop gebracht chartaal geld. Een bankbiljet is in wezen een bewijs van vordering op de centrale bank. Vroeger (per land verschillend) kon de houder van zo'n vordering de tegenwaarde in edel metaal bij de centrale bank opeisen
Bankbiljettencirculatie -
Door de centrale bank in omloop gebracht chartaal geld. Een bankbiljet is in wezen een bewijs van vordering op de centrale bank. Vroeger (per land verschillend) kon de houder van zo één vordering de tegenwaarde in edel metaal bij de centrale bank opeisen.
Bankbrieven -
Obligaties die doorlopend kunnen worden uitgegeven door banken. Bankbrieven zijn waardepapieren met een vaste en jaarlijkse rentebetaling, die dagelijks zonder kosten uit afgifte verkrijgbaar zijn. Met bankbrieven ontvangt iemand een vast hoog rendement. Aan het eind van de looptijd ontvangt hij de nominale waarde terug
Bankconsortium -
Een tijdelijke combinatie van financiers of banken om gezamenlijk een financieel project uit te voeren bijvoorbeeld een emissie van aandelen of obligaties.
Bankdisconto -
Het rentepercentage dat de handelsbanken berekenen bij het disconteren van verhandelbare wissels. Dit percentage is gebaseerd op het officiële disconto.
Bankenrisico -
Een verbintenis van een bank om voor rekening van de wederpartij - in dit geval dus de klant van de bank zelf- aan de begunstigde een betaling te doen op de eerste mededeling van de begunstigde dat de wederpartij van de bank een wanprestatie heeft gepleegd. De bank kan hier geen verweer tegen opwerpen. Alleen een aantoonbaar bedrog of fraude van zowel de begunstigde als de wederpartij ontslaat de bank van zijn verplichtingen.
Bankentrio -
De term bankentrio werd in de zomer van 2007 veelvuldig gebruikt om het drietal banken, Fortis, Bank of Scotland en Banque Santander dat het Nederlandse ABN Amro over wilde nemen. Ook Barclays was in de markt voor ABN Amro, maar kwam met een lager bod, zodat het bankentrio uiteindelijk de biedingstrijd won. Een bankentrio is dus een samenwerkingsverband tussen drie banken die samen een bepaalde overeenkomst aan willen gaan.
Bankgarantie -
Verklaring van een bank dat deze garant staat voor de betaling van een bepaalde som geld, bijvoorbeeld bij een aanbetaling, zonder dat het geld daadwerkelijk op tafel behoeft te komen.
Bankgirocentrale -
De bankgirocentrale (BGC) is een door de algemene en coöperatieve banken opgerichte organisatie met als doel het girale betalingsverkeer te verwerken.
Bankierscall -
Bancaire variant van de callgeldlening ofwel daggeldlening. Bij de bankierscall wordt op de dag van opzegging van de lening terugbetaald.
Banking Federation of the European Union -
De European Banking Federation (EBF of afgekort FBE in het Frans) is een organisatie van de Europese bancaire sector en vertegenwoordigt belang van meer dan 5000 Europese banken in 31 landen met een gecombineerd vermogen van meer dan 30.000 miljard euro en ongeveer 2,4 miljoen werknemers.
Bankkrediet -
Een krediet dat, in welke vorm dan ook, door de bank wordt verstrekt. Dit geschied doorgaans tegen onderpand.
Bankpapier -
Bankpapier staat voor bankbiljetten.
Bankrekening -
Een rekening bij de bank waar geld op staat.
Bankrekeningnummer -
Een rekeningnummer bij een bank waarmee een persoon of bedrijf betalingen doet of restituties kan ontvangen.
Bankrun -
Een bankrun (ook wel run op de bank genoemd) is het verschijnsel dat zeer veel rekeninghouders bij een bank tegelijkertijd al hun spaargeld (willen) opnemen, waardoor voor de bank een acuut liquiditeitsprobleem ontstaat. Een bankrun kan ontstaan als veel rekeninghouders al dan niet terecht vermoeden, dat hun bank op het punt staat failliet te gaan. Ook een bank die financieel gezond is kan ernstig in de problemen komen als een bankrun optreedt. Om de kans op een bankrun te verkleinen is in Nederland het depositogarantiestelsel ingesteld. Door het depositogarantiestelsel hoeven ""kleine"" spaarders niet bang te zijn dat zij hun tegoeden (geheel of gedeeltelijk) kwijtraken bij een faillissement van een bank. Op 1 oktober 2009 deed financieel expert Pieter Lakeman een oproep om alle spaartegoeden van DSB Bank op te nemen, om de bank failliet te laten gaan. In de 10 dagen die volgden, werd ruim 600 miljoen euro van de bank gehaald door verontruste rekeninghouders. Uiteindelijk leidde de bankrun tot een noodregeling op verzoek van De Nederlandsche Bank, zodat bewindvoerders zijn benoemd. Op 19 oktober 2009 ging de bank inderdaad failliet.
Banksparen -
Een bankrun (ook wel `run op de bank` genoemd) is het verschijnsel dat zeer veel rekeninghouders bij een bank tegelijkertijd al hun spaargeld opnemen, waardoor de bank in acute solvabiliteitsproblemen komt. Een bankrun kan voorkomen als veel rekeninghouders al dan niet terecht vermoeden dat hun bank op het punt staat failliet te gaan.
Bankverklaring -
Een op 1 januari 2008 ingevoerde vorm van fiscaal gefaciliteerd sparen bij een bankinstelling voor een aanvullend pensioen of voor de aflossing van een hypothecaire geldlening. ~ Zie ook: Beleggingsrecht eigen woning, Lijfrentebeleggingsrecht, Lijfrentespaarrekening, Spaarrekening eigen woning.
Bankverzekeraar -
Een rekeningnummer bij een bank waarmee een persoon of bedrijf betalingen doet of restituties kan ontvangen.
Banque de France -
De Centrale bank van Frankrijk
Bar chart -
Een staafgrafiek met horizontale streepjes. De hoogste en laagste koers worden verbonden door een verticale lijn. Aan de linkerkant van de staaf komt de openingskoers die voorgesteld wordt als een horizontaal streepje. De slotkoers komt als horizontaal streepje aan de rechterkant van de staaf te staan.
Barbarians at the gate -
Barbarians at the Gate is een tv-film gebaseerd op het boek van Bryan Burrough en John Helyar, over de leveraged buy-out (LBO) van RJR Nabisco.
Bareboat charter -
Charter van een schip zonder bemanning.
Barrel -
Barrel is een volumemaat in de olie-industrie (in een vat zit 159 liter).
Barrier -
alles wat uit elkaar houdt, scheidt, of belemmert ras belemmeringen, belemmeringen voor vooruitgang
Barrier optie -
Een barrier option is een europees type optie met twee mogelijkheden: 1. een ""knockout"" mogelijkheid die ervoor zorgt dat de optie direct gesloten wordt als de onderliggende waarde een bepaalde waarde bereikt. 2. een ""knockin"" mogelijkheid die ervoor zorgt dat de optie pas effectief wordt als de onderliggende waarde een bepaald niveau heeft bereikt.
Barrier price -
De barrier price is de koers die een barrier optie activeert. Soms moet deze geraakt worden, bij andere types ook doorbroken.
Barter -
Barter is handel zonder gebruik van geld. Hierbij worden producten rechtstreeks tegen andere producten geruild. Barter trade wordt bijv. toegepast als een land over onvoldoende convertibele valuta beschikt om zijn importen te kunnen betalen. In plaats daarvan kan dan worden afgesproken dat de rekening in natura wordt voldaan.
Barter trade -
Barter trade is handel zonder gebruik van geld. Hierbij worden producten rechtstreeks tegen andere producten geruild. Barter trade wordt bijvoorbeeld toegepast als een land over onvoldoende convertibele valuta beschikt om zijn importen te kunnen betalen. In plaats daarvan kan dan worden afgesproken dat de rekening 'in natura' wordt voldaan.
Bartertransactie -
Onder een barter transactie die ook wel bekend staat als compensatietransactie verstaan we een transactie op basis van het principe van ruilhandel. Deze barter transactie kan tussen bedrijven, handelsorganisaties(al dan niet in handen van de staat) en landen zijn. Hierbij kan eventueel afrekening met een zogenoemde clearingvaluta of verrekeningseenheden plaatsvinden.
Basispunt -
Eenheid waarmee renteverschillen worden aangegeven. Een basispunt is gelijk aan een honderste procentpunt.
Bear market -
Engelse term voor een markt waarin de koersen over een breed front dalen.
Bedrijfsobligatie -
Een bedrijfsobligatie is een obligatie die uitgegeven wordt door een onderneming om de bedrijfsactiviteiten te financieren. De hoofdsom wordt terugbetaald wanneer de obligatie afloopt. Daarnaast keert een obligatie tijdens zijn looptijd regelmatig rente uit. Er bestaan ook diverse fondsen die beleggen in bedrijfsobligaties.
Beheerder -
De beheerder is de organisatie waarbinnen het beheer van het fondsvermogen plaatsvindt.
Beheerkosten -
Zie beschrijving jaarlijkse beheerskosten
Bel-20* -
De Bel-20 is een gewogen index die is gebaseerd op de koersen van de 20 meest verhandelde Belgische ondernemingen die staan genoteerd op de effectenbeurs van Euronext. De effectieve aandelenomzet is bepalend voor opname van een fonds in de Bel-20. De Bel-20 kent jaarlijks een herweging.
Beleggingsfonds -
Een beleggingsfonds is een collectieve belegging in meerdere effecten van een groep van beleggers. Doordat beleggers ook met kleinere bedragen op een eenvoudige wijze aandelen in een beleggingsfonds kunnen kopen en verkopen, de portefeuille van een fonds op een professionele manier wordt beheerd, en fondsen toegang hebben tot veel markten en effecten, wordt het risico van een beleggingfonds beperkt geacht. Beleggingsfondsen kennen verschillende juridische structuren en ook verschillende kostenstructuren. Daarbij komt dat er tussen beleggingsfondsen enorme verschillen bestaan in de doelstellingen, strategieën en type van beleggingen. Sommige beleggingsfondsen beperken zich bijvoorbeeld tot een bepaalde sector van de aandelenmarkt, andere beleggingsfondsen richten zich op het regelmatig uitkeren van een zo hoog mogelijk dividend.
Beleggingsmaatschappij -
Een juridische term voor een beleggingsfonds in de vorm van een NV of BV.
Beleggingsmix -
Ander woord voor samenstelling van een beleggingsportefeuille: een beleggingsporteffeuille kan uit diverse beleggingscategoriën bestaan, zoals aandelen, obligaties, onroerend goed, grondstoffen en bankdesposito's.
Benchmark -
Engelse term voor ijkpunt. Een index kan dienen als een benchmark of als ijkpunt. De index gebruikt
men dan om de prestaties van andere indices of fondsen mee te vergelijken.
men dan om de prestaties van andere indices of fondsen mee te vergelijken.
Beta -
De bèta van een aandeel is de mate waarin de koers van dat aandeel beweegt ten opzichte van bijvoorbeeld de AEX-index. Een bèta van bijvoorbeeld 0,75 betekent dat een stijging van de AEXindex met 1% in een bepaalde periode gepaard gaat met een stijging van 0,75% van de koers van dat aandeel.
Beurs -
Ook wel 'Effectenbeurs'
Een (effecten)beurs is een organisatie die het mogelijk maakt om effecten zoals aandelen en obligaties te verhandelen.
Kopers en verkopers kunnen via de handelsfaciliteit die de effectenbeurs biedt hun waardepapieren aan elkaar aanbieden.
Beurswaarde -
De beurswaarde van een genoteerd fonds berekent men door het aantal uitstaande aandelen te vermenigvuldigen met de actuele beurskoers. Beurswaarde is hetzelfde als marktkapitalisatie.
Bevak -
Beleggingsfonds met vast kapitaal naar Belgisch recht.
Bevek -
Beleggingsfonds met veranderlijk kapitaal naar Belgisch recht.
Bewaarbedrijf -
Het bewaarbedrijf (custodian) is een bancaire of trustorganisatie die verantwoordelijk is voor het bewaren en administreren van de effecten die een fonds bezit. Soms is het bewaarbedrijf ook verantwoordelijk voor de afwikkeling van transacties van het fonds.
Beweeglijkheid -
De mate waarin de koers van een effect verandert, ‘beweegt’. Beweeglijkheid duidt men ook wel aan met de engelse term volatility. De mate van beweeglijkheid kan iets zeggen over het risico van een belegging. Beweeglijkheid is ook één van de factoren die een rol spelen bij de bepaling van de prijs van een optie.
Bid -
Biedprijs. De prijs die door de ‘markt’ biedt voor de aankoop van een bepaald effect.
Blue Chip -
Engelse term voor een topaandeel of hoofdfonds.
Boekjaar -
Boekjaar, een twaalfmaandsperiode waarover een onderneming haar omzet en winst rapporteert. Een boekjaar hoeft niet altijd samen te vallen met een kalenderjaar of fiscaal jaar.
Bottum-up -
Beleggingsmethode waarbij eerst de kwaliteit en de toekomstkansen van een bedrijf worden onderzocht en pas daarna andere beleggingsmotieven in ogenschouw worden genomen, zoals: moet er op dit moment wel in aandelen belegd worden of bieden obligaties meer kans op succes? Tegenovergestelde van de top-downbenadering.
Broker -
Een broker, of commissionair, is een persoon of firma die bemiddelt tussen de koper en verkoper van effecten. De commissionair krijgt bij een transactie een vergoeding die commissie wordt genoemd.
Bull market -
Engelse term voor een positief gestemde markt waarin de koersen over een breed front stijgen.
Butterfly -
Een butterfly is in feite een optie combinatie van een Long Call Spread en een Short Call Spread.
Buy and hold strategie -
Engelse term voor een beleggingsmethode waarbij de belegger nauwelijks nieuwe aandelen in portefeuille neemt en dividendopbrengsten gebruikt om te herbeleggen in aandelen die hij al heeft.
CAC 40 -
CAC is een afkorting van Cotation Assistée en Continue. De CAC40 is een gewogen index die is gebaseerd op de koersen van de 40 meest verhandelde Franse ondernemingen die staan genoteerd op de effectenbeurs van Euronext. De effectieve aandelenomzet is bepalend voor opname van een fonds in de CAC40. Jaarlijks vindt een herweging plaats van de CAC40.
Call Optie -
Optie die het recht verschaft om aandelen in een onderneming te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs binnen een bepaalde periode
Call Put Ratio -
De verhouding tussen het aantal verhandelde call- en putopties. De call/put ratio kan een aanwijzing geven van de kortetermijnverwachting van optiebeleggers. De call/put ratio op een bepaalde dag is bijvoorbeeld 1.56, dit betekent dat er ruim 50% meer callopties dan putopties zijn verhandeld. Een call/put ratio groter dan 1 duidt veelal op een positieve stemming onder beleggers.
Callable obligatie -
Een callable obligatie is een obligatie die op wens van de uitgever eerder terugbetaald kan worden. Dit stelt de uitgever van de obligatie in staat om schulden tegen een lagere rente te herfinancieren als de rente daalt tot onder de couponrente van de obligatie. Als de rente behoorlijk is gedaald, gedraagt de koers van de obligatie zich alsof deze afloopt op het moment waarop deze callable is.
Cash dividend -
Een dividenduitkering in geld. Dividenduitkering kan ook gebeuren in de vorm van aandelen, in dat geval spreken we van een stockdividend.
Cash Flow -
Engelse term die staat voor de som van nettowinst en afschrijvingen van een bedrijf. Aan de hoogte van de cashflow kan gezien worden of een bedrijf veel of weinig heeft om investeringen te doen of schulden af te lossen.
Cash Market -
De markt voor aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, et cetera. Ook de effectenmarkt genoemd.
CEO -
Afkorting voor Chief Executive Officer.
De hoogste directeur van een onderneming.
CFD's -
Wat zijn CFDs
CFDs zijn een derivaat van waarde instrumenten die het investeerders mogelijk maakt deel te nemen in de prijsbeweging van een betreffende waarde instrument of effecten/ beurs index zonder het eigendom te kopen van het waarde instrument zelf.
CFDs bieden enige belangrijke voordelen boven traditionele effecten die ze bijzonder interessant maken voor korte termijn handelen.
Verhandeling van CFDs op basis van actuele verhandelbare prijzen
CFDs kunnen rechtstreeks op basis van actuele (niet vertraagde) prijzen worden verhandeld, terwijl conventionele effecten u dikwijls verplichten een contract met een beurs te sluiten om op basis van actuele effecten koersen te kunnen handelen.
Een CFD prijs/koers gedraagt zich precies hetzelfde als de effectenkoers zelf, maar in vele gevallen is de verhandelingsvergoeding reeds opgeteld bij de bied/laat - marge, dit is de enige vergoeding die u betaalt voor het verhandelen van CFDs, zodat u precies weet wat uw verlies of winst is wanneer u de positie afsluit.
Handel in Marges
Dit type handel maakt het u mogelijk kleine prijsschommelingen te vergroten door een waarborg te storten die een fractie is van de transactie omzet. De hoogte van de marges verschilt tussen de aanbieders van CFDs.
Natuurlijk kunnen marge transacties even gemakkelijk tegen u als voor u werken, terwijl de winsten even sterk vergroot kunnen worden als de verliezen. De verliezen zijn overigens eenvoudig te beperken door met een (trailing) stop te werken.
Verkopen (short) om te profiteren van dalende markten
CFDs leveren ook het voordeel op dat u een effect kan verkopen (short) om te profiteren van een dalende markt en net zo gemakkelijk op een stijgende markt kan inspelen en effecten koopt (long). Uitvoering van een short/verkoop positie wordt op precies dezelfde manier gedaan als een long/stijgende transactie en kan gedaan worden op basis van een notering uitgaande van een actuele verhandelbare prijs/koers.
In sommige landen gelden speciale regels voor de verkoop/short gaan van een CFD.
Vermijden van kosten verbonden aan handel in effecten
CFDs hebben ook het voordeel dat zij geen kosten dragen die wel drukken op traditionele effecten.
Bewaarloon
De meeste effectenhuizen waaronder banken berekenen een jaarlijks bewaarloon voor de bewaring van buitenlandse aandelen om de administratiekosten van de bewaring te dekken. Daarboven dient u wellicht ook te betalen voor verplaatsing van effecten en voor andere acties van maatschappijen zoals uitbetaling van dividend en splitsing van aandelen. CFDs hebben geen last van deze kosten, maar kunnen sneller en gemakkelijker verhandeld worden dan fysieke waardepapieren. Geen Zegelrecht
Aangezien u niet de fysieke effecten koopt worden de winsten op CFDs niet op dezelfde wijze belast als de winsten met effectenbezit. Dit is een van de belangrijkste factoren die bijdragen aan de populariteit van CFDs in sommige landen. Vergroot Dividenden en Prijsschommelingen Indien u een stijgende (long) CFD positie houdt op de dag dat dividend wordt uitbetaald ontvangt u dividenden voor die CFD op dezelfde wijze als dat u de betreffende effecten zou bezitten. Dus als u uw investering in effecten vergroot, vergroot u ook de dividendbetalingen evenals de koersschommelingen van het betreffende effect. NB Indien u een dalende (short) CFD positie houdt bent u verplicht dividend te betalen op deze positie. Korte termijn Rente op CFD posities Als u een CFD koopt leent u in feite geld om voor de CFD te betalen en uw eigen geld is er slechts om potentiele verliezen op de CFD positie te dekken. Voor stijgende/long CFD posities die voorbij het einde van de handelsdag worden aangehouden op de beurs betaalt u korte termijn rente op het geleende bedrag en hiermee moet rekening worden gehouden. In werkelijkheid kan deze formule CFDs vaak geschikt maken voor korte termijn posities, omdat bij langere termijn posities de financieringskosten de potentiele winsten kunnen verminderen. CFD posities die worden afgesloten voor het eind van de dag op een beurs worden niet belast met kort lopende rente en zijn daarom goed geschikt voor verhandeling binnen een dag. Short/Dalende CFD posities dragen geen financieringskosten en u kunt zelfs een kleine rente ontvangst boeken."
De meeste effectenhuizen waaronder banken berekenen een jaarlijks bewaarloon voor de bewaring van buitenlandse aandelen om de administratiekosten van de bewaring te dekken. Daarboven dient u wellicht ook te betalen voor verplaatsing van effecten en voor andere acties van maatschappijen zoals uitbetaling van dividend en splitsing van aandelen. CFDs hebben geen last van deze kosten, maar kunnen sneller en gemakkelijker verhandeld worden dan fysieke waardepapieren. Geen Zegelrecht
Aangezien u niet de fysieke effecten koopt worden de winsten op CFDs niet op dezelfde wijze belast als de winsten met effectenbezit. Dit is een van de belangrijkste factoren die bijdragen aan de populariteit van CFDs in sommige landen. Vergroot Dividenden en Prijsschommelingen Indien u een stijgende (long) CFD positie houdt op de dag dat dividend wordt uitbetaald ontvangt u dividenden voor die CFD op dezelfde wijze als dat u de betreffende effecten zou bezitten. Dus als u uw investering in effecten vergroot, vergroot u ook de dividendbetalingen evenals de koersschommelingen van het betreffende effect. NB Indien u een dalende (short) CFD positie houdt bent u verplicht dividend te betalen op deze positie. Korte termijn Rente op CFD posities Als u een CFD koopt leent u in feite geld om voor de CFD te betalen en uw eigen geld is er slechts om potentiele verliezen op de CFD positie te dekken. Voor stijgende/long CFD posities die voorbij het einde van de handelsdag worden aangehouden op de beurs betaalt u korte termijn rente op het geleende bedrag en hiermee moet rekening worden gehouden. In werkelijkheid kan deze formule CFDs vaak geschikt maken voor korte termijn posities, omdat bij langere termijn posities de financieringskosten de potentiele winsten kunnen verminderen. CFD posities die worden afgesloten voor het eind van de dag op een beurs worden niet belast met kort lopende rente en zijn daarom goed geschikt voor verhandeling binnen een dag. Short/Dalende CFD posities dragen geen financieringskosten en u kunt zelfs een kleine rente ontvangst boeken."
CFO -
Chief Financial Officer
De financieel directeur van een onderneming.
Chart -
Engelse term voor koersgrafiek. Charts gebruikt men onder andere bij de technische analyse van de effectenmarkt of van een individueel fonds.
Chinese Walls -
Denkbeeldige scheidingswanden tussen diverse afdelingen van financiële instellingen (vooral banken). Op de grond van deze Chinese muren moet voorkomen worden dat de koersgevoelige informatie te vroeg bij bepaalde afdelingen terechtkomt. Zo mag bijvoorbeeld een verkoopadvies van een afdeling aandelenonderzoek niet eerder bij de afdeling aandelenhandel van een bank terechtkomen dan bij andere partijen buiten de bank.
Commissie -
Ander woord voor provisie; vergoeding die wordt gevraagd om bepaalde transacties uit te voeren, zoals effectenacties.
Commissionair -
Een commissionair of broker is een persoon of firma die bemiddelt tussen de koper en verkoper van effecten. De commissionair krijgt bij een transactie een vergoeding die commissie wordt genoemd.
Commodities -
Engelse term voor goederen en grondstoffen, zoals goud, zilver en andere edelmetalen en koper, koffie, sojabonen en dergelijke
Compliance -
Het naleven van regels, zowel van het eigen bedrijf als van regulerende instanties. Belangrijk bij vooral banken, die meerdere rollen in de markt hebben.
Consumenten Prijs Index -
Graadmeter voor inflatie. In de index, die elke maand wordt gepubliceerd, worden prijzen van consumentengoederen en -diensten opgenomen.
Contrarian -
Een belegger die tegen de stroom ingaat; als 'iedereen' verkoopt gaat hij juist kopen, en als 'iedereen' koopt gaat hij verkopen.
Converteerbare obligatie -
Een obligatielening die onder bepaalde voorwaarden, op een bepaalde datum inwisselbaar is in een ander soort effecten, meestal aandelen van de uitgevende instelling. Een converteerbare obligatie noemt men ook wel convertible bond.
Corneren -
De markt in een hoek dwingen.
Correctie -
Als na een periode van (sterke) stijging de beurskoersen terugvallen spreekt men wel van een correctie.
Coupon -
De coupon is het vaste rentepercentage dat met regelmaat op een vastrentende belegging wordt betaald.
Coupon datum -
Dag waarop de rente op een obligatie wordt betaald
Couponrendement -
De verhouding tussen de de couponrente (de rente over het nominale bedrag van een obligatie) en de beurskoers van een obligatie. Stel: een 6%-staatslening heeft een beurskoers van 95%. Het couponrendement is dan: 6 / 95 x 100% = 6,32%
Credit rating -
Engelse term voor een oordeel over de kredietwaardigheid van een bedrijf, bank, andersoortige instelling of land. Er is een aantal instellingen, de zogenaamde rating agencies, zoals Standard & Poor's en Moody's, die credit ratings afgeven. Zij doen dat met drieletterige codes, waarvan bijvoorbeeld de AAA de beste kredietwaardigheid aangeeft, BBB mindere kredietwaardigheid enzovoort.
Cyclische aandelen -
Aandelen van bedrijven die gevoeliger zijn voor ontwikkelingen in de economische cyclus of conjunctuur dan defensieve aandelen. Voorbeelden van cyclische aandelen zijn onder andere chemie en staalfondsen.
DAX -
Deutscher Aktien IndeX. De DAX is samengesteld uit de 30 meest verhandelde aandelenfondsen die staan genoteerd op de Duitse effectenbeurs (Deutsche Börse) in Frankfurt. Algemeen beschouwt men de DAX als de belangrijkste Duitse beursbarometer.
Dead-cat bounce -
Laatste kortstondige stijging van een aandeel van een bedrijf dat bijna ter ziele is.
Het idee er achter is: Zelf een dode kat stuitert als deze van een flat geworden zou worden.
Deep discount bond -
Obligatie met een rente ver beneden de marktrente en een uitgifte beneden pari.
Defensieve aandelen -
Aandelen die minder gevoelig zijn voor ontwikkelingen in de economische cyclus of conjunctuur dan cyclische aandelen. Voorbeelden van defensieve aandelen zijn onder andere voedings- en financiële fondsen.
Delta -
Delta is een optieterm die aangeeft hoeveel aandelen er nodig zijn om het prijsrisico van een optie te dekken. Als een calloptie een delta heeft van 5, dan zal de stijging van waarde van de optie gelijk zijn aan de stijging van 5 aandelen van de onderliggende waarde.
Deposito -
Geld dat door een belegger voor een bepaalde, vaste periode tegen een rentevergoeding is ondergebracht bij een bank. De looptijd van een deposito kan variëren van een dag (zogeheten daggeld) tot enkele jaren.
Depreciatie -
Een depreciatie is de waardedaling van de ene munt ten opzichte van een andere. Een beweging in een wisselkoers resulteert erin dat men met een bepaalde munt minder van een andere geldeenheid kan kopen, de eerste munt is dus gedeprecieerd. Als bijvoorbeeld vorige week een euro 95 dollarcent kostte, en deze week een euro 90 dollarcent waard is, is de waarde van de euro ten opzichte van de dollar gedeprecieerd. De term depreciatie is het tegenovergestelde van appreciatie, en wordt gebruikt bij veranderingen van flexibele wisselkoersen.
Derivaten -
Opties, financiële futures, agrarische termijncontracten en warrants zijn zogeheten derivaten of ‘afgeleide’ producten van een onderliggende waarde zoals aandelen, indices, valuta’s of bulkgoederen (commodities).
Devaluatie -
De devaluatie van een munt is de daling van de waarde van een munteenheid die een vaste wisselkoers kende. Een devaluatie is vaak het resultaat van een beslissing van de overheid.
Disagio -
Meerwaarde 'opgeld'. Als een aandeel of obligatie boven pari wordt uitgegeven (de nominale waarde) dan heet het bedrag daarboven het agio. Het bedrag er onder heet het disagio. De agioreserve is een fiscale reserve die is ontstaan door het agio dat is gestort op de aandelen die boven pari zijn uitgegeven. Uit deze agioreserve kunnen belastingvrije aandelen en stockdividenden worden uitgekeerd.
Disconteringsvoet -
De disconteringsvoet wordt gebruikt om de huidige waarde van inkomsten in de toekomst te bepalen. Een belegger kan aan de hand van de disconteringsvoet bijvoorbeeld bepalen wat een goede prijs is van een obligatie die ieder jaar EUR 50 aan dividend zal uitkeren en op het einde van de looptijd EUR 1000 zal betalen door te berekenen wat vandaag de waarde is van deze bedragen.
Disconto -
Het rentetarief dat door de Centrale Bank van een land wordt berekend voor leningen aan commerciële banken. Het is indirect van invloed op de kosten van geldleningen aan bedrijven en op bijvoorbeeld de hypotheekrente.
Discount ten opzichte van intrinsieke wa -
Wanneer een beleggingsfonds tegen een discount wordt verhandeld, betekent dit dat de onderliggende beleggingen in het fonds meer waard zijn dan de huidige koers van het fonds. De discount wordt doorgaans weergegeven als een percentage ten opzichte van de intrinsieke waarde. Vooral koersen van closed end fondsen kennen soms een forse afwijking van de intrinsieke waarde.
Distributeur -
Een distributeur is een persoon of bedrijf die verantwoordelijk is voor de verkoop en marketing van beleggingsfondsen aan beleggers op een continue basis. De distributeur is eveneens verantwoordelijk voor het toezenden van informatie over fondsen, zoals prospectus, jaarverslag en additionele informatie. In Nederland treden banken en verzekeraars onder andere op als distributeurs.
Diversificatie -
Diversificatie is een strategie om blootstelling aan niet-systematisch risico (dit is risico dat men kan elimineren) te beperken. Daarnaast is er ook systematisch risico, dat is risico dat inherent is aan beleggen in een bepaalde markt. Bij diversificatie gaat het om het spreiden van uw beleggingen over verschillende beleggingen en fondscategorieën. Een gediversificeerde portefeuille kan aandelen, obligaties, kas en onroerend goed combineren. Beleggingsfondsen zelf kennen een verschillende vorm van spreiding, er zijn enerzijds breed gespreide mixfondsen en anderzijds ook zeer gespecialiseerde aandelenfondsen die in één sector van de aandelenmarkt beleggen. Het doel bij diversificatie is om de totale beleggingsportefeuille zo samen te stellen dat een minder goede performance in het ene onderdeel wordt gecompenseerd door een goed performance van een ander fonds, of gedeelte van de portefeuille.
Dividend -
Een dividend is een contante winstuitkering die door een fonds of bedrijf gedaan wordt aan de aandeelhouder.
Dividendrendement -
Het dividendrendement wordt berekend door het dividend te delen door de huidige aandelenkoers en de uitkomst met 100 te vermenigvuldigen. Als een fonds bijvoorbeeld een dividend van EUR 0.25 uitkeert en de koers is EUR 4,- dan is het dividendrendement 6.25%.
DNB -
De Nederlandsche Bank, Centrale Bank van Nederland.
Domicilie of vestigingsland -
De domicilie is het land waarin een persoon, bedrijf of beleggingsfonds zijn woonplaats heeft. De domicilie kan belangrijke gevolgen voor de belastingheffing hebben.
Dood -
Uitdrukking voor een beursstemming waarbij er op de beurs niets te doen is.
Doorrollen -
Het verlengen van een aflopende positie. Het is een veel voorkomende praktijk bij deposito's en verliesgevende optieconstructies. Je sluit je posities met een korte resterende looptijd en opent die posities, eventueel met iets aangepaste uitoefenprijzen verder in de toekomst.
Dow Jones Industrial Average -
De door Dow Jones & Company berekende en onderhouden beursbarometer van de Amerikaanse effectenhandel. De Dow Jones Industrial Average index werd in 1896 ontwikkeld door Charles Dow. De ‘Dow’ is samengesteld uit 30 Amerikaanse blue chips. Men beschouwt deze index, samen met de S & P 500 index, als één van de belangrijkste beursindicatoren ter wereld.
Downside risk -
Neerwaarts risico, kans op verlies.
Dual currency bond -
Obligatie met storting en uitkering in twee verschillende valuta.
Dual listing -
Notering op twee beurzen, bij voorkeur ook in andere tijdzones.
Duration -
Duration is de (gewogen) gemiddelde looptijd van een obligatie. De duration is ook een maatstaf voor het effect dat een renteverandering heeft op de koers van een obligatie of portefeuille van obligaties. Duration wordt gemeten in jaren (een duration van drie jaar betekent bijvoorbeeld dat de koers van een obligatie ongeveer 3% stijgt als de rente met 1% daalt).
Duurzaam beleggen -
Bij een fonds dat duurzaam belegt, worden de middelen geïnvesteerd in ondernemingen die bepaalde ethische normen hanteren. De groep duurzaam beleggende fondsen wordt steeds belangrijker en varieert sterk. Er zijn fondsen die niet beleggen in wapenproducenten, ondernemingen die dierproeven uitvoeren, alcoholproducenten en tabakproducenten. Maar er zijn ook fondsen die binnen een sector zoeken naar de meest duurzaam opererende onderneming of naar die ondernemingen die een positieve bijdrage leveren aan het milieu.
Easdaq -
Europese elektronische schermenbeurs voor groeiondernemingen. Een tegenhanger van de veel grotere Amerikaanse Nasdaq.
EBITDA -
Afkorting voor Earnings Before Interest Taxes Depreciation Appreciation, kortom het resultaat voor rente, belastingen, afschrijvingen en amortisatie van goodwill
Economische cyclus -
De economische cyclus bestaat uit de elkaar opvolgende perioden van economische expansie en economische krimp, die gepaard gaan met veranderingen in de rentestanden, werkgelegenheid, productiviteit. De huidige stand van zaken in een economie (in casu groei of recessie) hebben invloed op de prestaties van (aandelen van) de diverse economische sectoren.
Effecten -
Verzamelnaam voor verhandelbare waardepapieren zoals aandelen, obligaties, opties, futures etc.
Effectenbeurs -
Een centrale, gereguleerde marktplaats voor de verhandeling van aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en dergelijke. In Nederland, België, Portugal en Frankrijk is de marktplaats voor deze producten de cashmarkt van Euronext. Op de derivatenmarkt vindt de verhandeling plaats van
hiervan afgeleide producten (of derivaten) zoals opties en futures.
hiervan afgeleide producten (of derivaten) zoals opties en futures.
Eigen vermogen -
Eigen vermogen is het geïnvesteerde vermogen in een onderneming en is een andere term voor aandelenvermogen.
Emerging market -
Een opkomende markt (emerging market) is een financiële markt van een ontwikkelingsland. Een belegging in een opkomende markt wordt vaak gezien als risicovol vanwege (potentiële) politieke problemen, economische instabiliteit, een kort track record en illiquiditeit.
Emissie -
Het uitgeven van bijvoorbeeld nieuwe aandelen om het eigen vermogen van de onderneming te vergroten.
End of day -
Een door Tom Lassing veel gebruikte term om aan te geven, het handelen na 17:00 uur of pas op de volgende beursdag rond 10:00 uur.
Intraday is er veel ruis. Als de daghandelaren hun posities weer sluiten zien we de 'echte' koers terug.
Energie -
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen actief op gebieden als olie en gas. Voorbeelden zijn BP Amoco, Edinburgh Oil & Gas, Pennzoil en Total Fina.
ETF's -
ETF's of trackeraandelen zijn geen traditionele beleggingsfondsen; ze combineren aspecten van beleggingsfondsen met indices en bieden van beiden de voordelen. Men zou ETF's indexaandelen kunnen noemen. Sinds begin 2001 worden ETF's verhandeld op de Amsterdamse beurs (onder andere I-shares). De ETF's of trackeraandelen volgen zeer nauwkeurig een index en worden net als een indexfonds passief gemanaged. ETF's worden via een gewone commissionair of broker op de beurs aangekocht tegen de reguliere tarieven die gelden voor aandelentransacties.
Euribor -
Rentetarief dat kredietwaardige banken elkaar in rekening brengen voor bedragen die luiden in euro's. Euribor heeft sinds de komst van de euro de rol van de Aibor overgenomen in Nederland.
Eurobond -
Een obligatielening uitgegeven in een andere munteenheid dan die van het land van uitgifte. Bijvoorbeeld een obligatielening in dollars, uitgegeven door een in België gevestigde onderneming.
Euronext -
Euronext is de combinatie van de beurzen van Amsterdam (Amsterdam Exchanges), Brussel (Brussels Exchanges) en Parijs (Paris Bourse).
Euronext genoteerd -
Sommige beleggingsinstellingen - met name uit Nederland - hebben een notering aan de Euronexxt, het verband waarin onder andere de beurs van Amsterdam is opgegaan. Deze fondsen zijn in principe via iedere commissionair (een bank of via internetbanken) verkrijgbaar.
Europese stijl -
Europese stijl opties zijn opties die alleen aan het einde van de looptijd kunnen worden uitgeoefend, zoals indexopties.
Europese Unie (EU) -
Oorspronkelijk opgericht als een gemeenschappelijke markt voor 6 landen in 1957 door het verdrag van Rome, was de EU eerst bekend als de Europese Gemeenschap. Een gemeenschappelijke munt (euro), één markt voor goederen en diensten en een politieke samenwerking van de leden, waren de belangrijkste samenbindende principes achter de unie.
Ex dividend -
De vermelding van de koers van een aandeel op de dag van dividenduitkering, waarbij de verhandeling exclusief het betaalbaar gestelde dividend plaats vindt.
Expiratiedatum -
Bij opties de laatste dag waarop het optierecht kan worden uitgeoefend. Bij aandelenopties is dat altijd de derde vrijdag van de maand. Als dat een feestdag is, dan de beursdag er voor.
Falcons -
Een kooprecht op aandelen voor een bepaalde tijd. Het lijkt op opties en warrants. Een falcom (fixed term agreement for long-term call option on existing securities) wordt meestal uitgegeven door een institutionele belegger die in het bezit is van de aandelen
Fascons -
Dit zijn falcons uitgegeven op obligaties.
Federal funds -
Kortlopende, dagelijks opvraagbare leningen van $1 miljoen of meer die Amerikaanse commerciële banken elkaar onderlign verstrekken.
Federal Funds Rate -
Belangrijke geldmarkttarief in Amerika. Door de geldmarkt te verruimen of te verkrappen bepaalt Fed de hoogte van dit tarief.
FIFO -
First In, First Out. Orders van gelijke prijs worden via dit systeem uitgevoerd. De oudste ingelegde orders het eerste. Het kan dus voorkomen dat een bepaalde koers wel gehaald is, maar dat er niet genoeg handel was om alle orders op die koers ook uit te voeren.
Financiële Instelling -
Verzamelnaam voor bedrijven die als hoofdactiviteit het opereren op de financiële markten hebben. Het gaat om banken, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen, commisionairs, optiebedrijven en dergelijke.
Financiële Markten -
Verzamelnaam voor markten waarop financiële producten worden verhandeld, waar vraag naar en aanbod van geld bij elkaar komen. Onderdeel van de financiële futures worden verhandeld.. Afkorting: FTA
Fixed rate -
Obligatie met een vaste rente-coupon.
Flauw -
Pessimistisch, negatief ook wel bearish genoemd. (Een beer valt van boven naar beneden aan)
Floater -
Een obligatie met een variabele rentecoupon. Vaak is deze gekoppeld aan een ander tarief, bijvoorbeeld de rente op staatspapier.
Fonds -
Een fonds is een collectieve belegging in diverse effecten, afhankelijk van de doelstelling van het fonds. Een fonds kan beleggen in aandelen, vastrentende waarden of onroerend goed, of in een combinatie van deze categorieën.
Fondsaanbieder -
Een fondsaanbieder is een vermogensbeheerder die een reeks van beleggingsfondsen aanbiedt aan beleggers.
Fondsfamilie -
Een fondsfamilie (fund family) is een groep verschillende fondsen van één en dezelfde fondsaanbieders. Soms bieden fonds families de mogelijkheid om tegen geen of gereduceerde kosten te switchen tussen de verschillende familieleden.
Fondsmanager -
Een fondsmanager is de individu die op de loonlijst staat van de fondsaanbieder en die direct verantwoordelijk is voor het management van de portefeuille van het beleggingsfonds.
Fondssupermarkt -
Een fondssupermarkt is een bank of fondsaanbieder die een wijd fondsenassortiment afkomstig van verschillende aanbieders verkoopt, meestal gebeurt dit via het internet.
Fondsvaluta -
De fondsvaluta is de valuta waarin een beleggingsfonds zijn notering heeft of zijn intrinsieke waarde uitdrukt.
Fondsvermogen -
Het totaal belegde vermogen in het fonds.
Forward Pricing -
Bij forward pricing wordt de uitvoering van een order bij beleggingsfondsen naar voren verschoven. De fundmanager kan namelijk pas ´s ochtends de Intrinsieke waarde van het beleggingsfonds bepalen na sluiting van Europese, Amerikaanse en Aziatische beurzen. De pricing is gebaseerd op slotkoersen. Om arbitrage te voorkomen wordt na de aanname van een order, deze pas een dag later uitgevoerd.
Front running -
Het kopen van aandelen met de voorkennis dat er op korte termijn een koopadvies worden afgegeven, of er een grote kooporder in de markt wordt gelegd. Dit was altijd verboden, maar in feite is dit het principe van High Frequency Trading en dan is het ineens niet verboden meer.
Uiteraard geld het ook bij verkopen als er een verkoopadvies wordt afgegeven, of er de voorkennis is dat er een grote verkooporder aan zit te komen.
FSA -
De FSA is een belangrijke autoriteit in het VK, die verantwoordelijk is voor het beleid in de sector van de financiële dienstverlening en het beschermen van belangen van beleggers.
FT 30 -
De FT 30, ook bekend als de FTSE Ordinary Share Index, werd in 1935 gelanceerd en is gebaseerd op de koeren van de 30 topbedrijven uit het VK. De index bestaat uit blue chips.
FTA -
Op de Financiële Termijnmarkt Amsterdam worden de Futures verhandeld.
FTSE -
De FTSE, spreek uit als 'Foetsie', is genoemd naar de Financial Times (FT) en de London Stock Exchange (SE), welke de gezamelijke eigenaren van deze indices zijn. De FTSE Index familie herbergt vele indices waaronder de FTSE 100, 200, and techMARK, maar meestal wordt de naam FTSE gebruikt voor de FTSE 100. Dit is een aandelenindex gebaseerd op de 100 grootste Britse ondernemingen. Andere FTSE indices zijn de 350 en de All-Share.
FTSE 100 -
De door de toonaangevende Britse zakenkrant The Financial Times ontwikkelde index van de 100 meest actieve aandelen genoteerd op de London Stock Exchange. FTSE spreekt men gewoonlijk uit als ‘foetsie’. FTSE International in Londen berekent en onderhoudt de FTSE 100 index.
FTSE 250 -
De FTSE 250, begonnen in 1992, is de index van de 250 grootste ondernemingen van de Londense beurs qua marktkapitalisatie direct na de FTSE 100.
FTSE 350 -
De FTSE 350-index is een combinatie van de FTSE 100 en de FTSE 250.
FTSE All Share Index -
De FTSE All Share-index bestaat uit de 900 grootste ondernemingen van de London Stock Exchange.
Fund of Funds -
Een fund of funds of multimanager fund is een fonds dat gespecialiseerd is in het kopen van aandelen in andere beleggingsfondsen en niet belegt in individuele aandelen.
Fundamentele Analyse -
Een methode waarbij men tracht door analyse van bedrijfsgegevens zoals jaarcijfers een voorspelling te doen over de mogelijke koersontwikkeling in de toekomst.
Future -
Engelse naam voor een termijncontract. Anders dan bij opties hebben bij futures zowel de koper als de verkoper een verplichting en is er geen premiebetaling.
Gamma -
De gamma geeft aan in welke mate de delta van een optie verandert ten gevolgde van een koersverandering van de onderliggende waarde. Bij een delta van 50 en een gamma van 5 zal de delta bij een koersbeweging van één euro stijgen naar 55 of dalen naar 45.
Geännualiseerd rendement -
Een geännualiseerd rendement is een rendement dat over een bepaalde periode omgerekend wordt naar een periode van een jaar. Als fonds A bijvoorbeeld een rendement van 5% in zes maanden heeft, en fonds B een rendement van 4% in vier maanden, dan is het geannualiseerde rendement van Fonds A en B iets meer dan 10% respectievelijk iets meer dan 12%.
Gedaan en bieden -
Een aanduiding achter een gepubliceerde beurskoers. Het betekent dat de aangeboden aandelen tegen die koers zijn gekocht en dat er nog meer vraag is naar aandelen op deze koers.
Gedaan en laten -
een aanduiding achter een gepubliceerde beurskoers. Het houdt in dat niet alle aangeboden aandelen verkocht zijn.
Gedekt schrijven -
Het verkopen (schrijven) van een Call optie als met in het bezit is van de onderliggende waarde.
Gelimiteerde order -
Een opdracht aan de bank of commissionair dat niet boven een bepaalde prijs mag worden gekocht of niet onder een bepaalde koers mag worden verkocht.
Gemengde fondsen -
Beleggingsfondsen die beleggen in verschillende beleggingscategorieën, zoals aandelen, obligaties, onroerend goed en liquiditeiten, en daarmee de belegger een breed gespreide portefeuille aanbieden.
Gemiddelde -
Het gemiddelde laat de gemiddelde waarde zien van de verschillende gegevens van de fondsen die voldoen aan uw zoekcriteria. De gegevens kunnen managementkosten, alle beschikbare rendementen (1 dag, 1 jaar, 3 jaar enz.), de Morningstar ratings, de Style Box of de standaarddeviatie zijn. U kan per fondsgroep of per sector zoeken, maar ook door middel van een combinatie van beide. In de overzichten staan enkel de eerste 300 fondsen die voldoen aan uw criteria. Het gemiddelde wordt echter berekend met behulp van alle fondsen die aan de criteria voldoen
Glad zitten -
Geen posities meer aanhouden. Liquide zijn.
Goud -
Goud is een edelmetaal omdat het niet roest. Het is een scheikundig element met symbool Au en attomnummer 79. De kleur is geel. Al zeker 5500 jaar wordt het metaal als geld gebruikt. Het eerst zover bekend in de stroomculturen van het Nabije Oosten.
Het is een enorm dicht, maar toch zacht metaal. De zuiverheid wordt gemeten in karaat. Zuiver goud is 24 karaat. Veel voorkomende zuiverheidsgraden zijn 22 karaat (91,6%), 18 karaat (75%) en 14 karaat (58,5%)
Au is de afkorting voor het Latijnse Aurum.
Goud wordt vooral gebruikt in legeringen. Het heeft uitstekende elektrische eigenschappen en is daarmee vrijwel onmisbaar in de industrie.
1 gram goud kan worden gewalst tot 1 vierkante meter bladgoud. Als je met dit bladgoud een product bekleed heet dat 'vergulden'.
Daarmee is tevens de naam van de oude Nederlandse Gulden verklaard.
Goud is oplosbaar in koningswater (aqua regia) een combinatie van 75% zoutzuur en 25% gexconcentreerd salpeterzuur. Via deze weg is vergulden door goud te laten oplossen en dan via elektrolyse een ander object te vergulden.
Goudgerande waarde -
Obligaties die worden gezien als de meest degelijke in de markt. Rente e4n aflossing zijn gegarandeerd. De rating van dat soort hoog gewaardeerde obligaties ligt hoog, de rentevergoeding is vaak lager dan van andere obligaties. Er is immers minder risico.
Greenback -
Een populaire naam voor de dollar.
Het komt van een speciale dollaruitgifte door president Kennedy. Die groene dollars waren niet via de FED uitgegeven. Ze zijn na zijn dood uit roulatie genomen.
Greenfielding -
Het uit het niets opzetten van een bedrijfsmodel. Een mooi voorbeeld is het opzetten van levensverzekeringen in een land als China, waar dat tot voor kort een onbekend product was.
Groenfonds -
Beleggingsfondsen die vooral beleggen in aandelen waarvan een snelle en sterke (bovengemiddelde) groei van de winst per aandeel wordt verwacht, of een beleggingsfonds dat geen dividend uitkeert maar de beleggingsopbrengsten aan het vermogen toevoegt.
Growth -
Growth of Groei is een beleggingstrategie waarbij aandelen worden geselecteerd met een track record van hoge groeicijfers en waarbij het potentieel bestaat voor verdere stijging van omzet en of winst.
Growth & income fund -
Een growth and income fonds is een fonds waar de fondsmanager die aandelen selecteert die zowel dividend uitkeren als ook groei op de lange termijn laten zien.
Growth investor -
Belegger die zoekt naar aandelen van bedrijven met een hoge winstgroei.
Tegenovergesteld is de Value belegger die zoekt naar bedrijven met een enorme intrinsieke waarde die niet tot uitdrukking komt in waardering voor het aandeel op de beurs.
Hang Seng index -
Belangrijke aandelenindex van de aandelenbeurs van Hongkong.
Hausse -
Lange periode van ononderbroken koersstijging.
Tegenovergestelde beweging is de Baisse.
Hedge fund -
Van oudsher beleggingsfondsen die op basis van een vastgelegde strategie proberen beleggingssrisico's te beperken. Het zijn vaak besloten fondsen, die een forse minimale inleg verlangen, met geleend geld opereren en gebruikmaken van afgeleide producten. Tegenwoordig (ten onrechte) gebruikt als verzamelnaam voor zeer speculatief ingestelde beleggingsfondsen.
Hedgen -
Engelse term voor afdekken. Hedging is het afdekken van risico's door het aangaan van een andere positie. Sommige effectentransacties kunnen het risico elimineren dat door een reeds bestaande positie is gecreëerd. Zo kan een belegger die callopties schrijft, deze short-positie afdekken door het kopen van de onderliggende waarde.
Hedging -
Zie hedgen
Herbeleggen -
Het beleggen van bijvoorbeeld dividend- en renteinkomsten uit een beleggingsportefeuille in de waarde waarop die inkomsten zijn genoten of in andere zaken.
Herbeleggingsindex -
Een index die de koersontwikkeling volgt inclusief herbelegging van op de index opgenomen aandelen uitbetaalde dividenden.
High yield fonds -
Een high yield fonds is een obligatiefonds welke vooral belegt in obligaties met een lage kredietwaardigheid.
Hitten -
Beursterm voor het aangaan van een transactie tegen een op het handelsscherm afgegeven prijs.
Hoekman -
De oude naam voor de beurshandelaar op de vloer. Nu heet zo'n persoon een 'specialist'. Hun taak is het bij elkaar brengen van koop- en verkoop orders.
Huisfonds -
Beleggingsfonds dat is opgericht en wordt beheerd door een bankinstelling of verzekeringsmaatschappij.
In de wind gaan -
Short gaan, ofwel spculeren op een koersdaling door iets te verkopen dat men niet bezit. De verwachting is dan dat het tegen een lagere koers teruggekocht kan worden.
In the money -
Een Call optie heet 'in the money' als de uitoefenprijs lager is dan de koers van de onderliggende waarde. Een Put optie is in de money als de uitoefenprijs hoger is dan de beurskoers van de onderliggende waarde.
In- en uitstapkosten -
De kosten die u dient te betalen wanneer u in en uit het fonds stapt.
Incourante markt -
Een niet-officële markt waar aandelen van relatief kleine ondernemingen worden verhandeld.
Index -
Een index is een verzameling effecten die zo is samengesteld dat ze een bepaald gedeelte van de markt representeert. Veel genoemde indices zijn de Dow Jones Industrial Average, de S&P 500 en de AEX-index. Veel fondsen kiezen ervoor om hun prestaties te evalueren aan de hand van een index (de benchmark).
Index fonds -
Een indexfonds is een fonds dat zo nauwkeurig mogelijk een bepaalde index volgt met als doel om hetzelfde rendement als deze index te behalen. De fondsmanager bestudeert de samenstelling van de index en veranderingen daarin nauwkeurig om de portefeuille van zijn fonds een zo goed mogelijke afspiegeling te laten zijn van de index.
Indexoptie -
Optie waarbij de beursindex de onderliggende waarde is.
Inflatie -
Situatie waarin het algemene prijspeil in een land stijgt en leidt tot waardevermindering.
Insider trading -
Handelen met voorwetenschap. Dit is strafbaar. Dit kan ook u overkomen als u gaat handelen op een tip van een kennis die later bleek te bestaan uit kennis die niet openbaar bekend was. Wees hier dus voorzichtig mee.
Het kan echter ook inhouden, het handelen van de managers die aandelen van de onderneming in hun bezit hebben. Dit laatste is niet illegaal, maar wel aan regels gebonden. Er bestaan dan ook periodes van rond de publicatie van cijfers waarin de insiders niet zelf mogen handelen in hun bezit aan aandelen van de onderneming. Als ze het beheer van hun aandelen aan een onafhankelijke derde hebben toegewezen mogen ze ook in de gesloten periodes handelen. Ze mogen er alleen zelf geen rol in hebben. Niet in een aanwijzing aan de beheerder en niet in de uitvoering van de orderinbreng.
Institutionele belegging -
De verzamelnaam voor grote, niet-particuliere beleggers zoals beleggingsmaatschappijen en pensioenfondsen.
Interim dividend -
Als het bedrijf aan alle betalingsverplichtingen heeft voldaan en er voldoende winst overblijft, wordt jaarlijks een deel van de winst als dividend aan de aandeelhouders uitgekeerd. Soms ook tussentijds. Het heet dan interim-dividend. De dividend uitkering in de vorm van aandelen heet een Stock-dividend. Over uitgekeerd contact dividend moet dividendbelasting worden betaald (25%); deze belasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Ook is er het keuze-dividend, waarbij de aandeelhouder kan kiezen tussen een uitkering in contanten of een uitkering in aandelen.
Interventie -
Een ingreep op de geld- of valutamarkt door bijvoorbeeld de Centrale Banken om de koers van een valuta te manipuleren.
Intrinsieke waarde (van een fonds) -
De intrinsieke waarde van een beleggingsfonds is gelijk aan de totale gewogen beurswaarde van de effecten die het fonds op een bepaald moment in de portefeuille heeft.
Introductie -
Het naar de beurs brengen van een onderneming. Dat gaat gepaard met de uitgifte van nieuwe aandelen (emissie) of door de verhandeling van al bestaande aandelen (herplaatsen)
Inverse rentestructuur -
Situatie waarde de korte rente hoger is dan de lange rente.
IPO -
Engelse term voor de eerste uitgifte van aandelen of obligaties op een effectenbeurs.
ISIN -
International Security IdentificatioN code. De internationale administratiecode toegekend aan een effect. De ISIN-code bestaat uit een landencode en een uniek nummer.
Jaarverslag -
Een jaarverslag is een document dat een beurs genoteerde onderneming jaarlijks moet opstellen. Het verslag laat zien hoe het fonds zijn middelen heeft belegd, en geeft inzicht in de financiële stand van zaken door middel van de balans en resultatenrekening. Ook staat er in het jaarverslag een verslag van de directie en de bevindingen van een accountant. In het verslag van de directievoorzitter wordt teruggekeken op het voorgaande jaar en wordt vooruitgekeken naar zaken die in de toekomst zullen spelen en die op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering aan de orde kunnen komen.
Jojofonds -
Een aandeel van een fonds waarvan de koers vrij onvoorspelbaar op en neer schiet.
K/W verhouding -
Koers / Winst verhouding.
Door de koers van een aandeel te delen door de winst per aandeel ontstaan de koers/winst verhouding. Dit verhoudingsgetal wordt veel gebruikt om te beoordelen of een aandeel reltief 'duur' of 'goedkoop' is. Het is een heel ruwe inschatting, maar geeft wel snel een beeld van de waardering voor een aandeel op de beurs.
Kapitaalmarkt -
De markt waarop de verhandeling plaatsvindt van vermogenstitels met een looptijd van meer dan een jaar. Er bestaat een onderscheid tussen de openbare kapitaalmarkt die voor iedereen toegankelijk is, zoals een effecten- of een optiebeurs, en de onderhandse kapitaalmarkt. De onderhandse kapitaalmarkt is niet voor iedereen toegankelijk; de aanbieder van de transactie benadert gericht potentiële (professionele) beleggers.
Keuzedividend -
Als het bedrijf aan alle betalingsverplichtingen heeft voldaan en er voldoende winst overblijft, wordt jaarlijks een deel van de winst als dividend aan de aandeelhouders uitgekeerd. Soms ook tussentijds. Het heet dan interim-dividend. De dividend uitkering in de vorm van aandelen heet een Stock-dividend.
Over uitgekeerd contact dividend moet dividendbelasting worden betaald (25%); deze belasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting.
Ook is er het keuze-dividend, waarbij de aandeelhouder kan kiezen tussen een uitkering in contanten of een uitkering in aandelen.
Kiickback -
Vakjargon voor 'distributievergoeding'. Een vergoeding die bijvoorbeeld vermogensbeheerders van een beleggingsfonds krijgen als ze klanten bij aanbrengen. Deze vergoeding ligt na 2008 onder vuur omdat gedacht wordt dat een te hoge vergoeding het advies van de deskundige kan 'kleuren'. Die zou voor eigen gewin kunnen gaan en niet voor wat het beste van de klant is.
Klasse -
Alle opties (Calls en Puts) op dezelfde onderliggende waarde.
Koers -
De koers of intrinsieke waarde (NAV in het Engels) is de waarde van de beleggingen in een fonds. Als een fonds open end is, ligt de koers of afgifteprijs normaal gesproken dichtbij de intrinsieke waarde; kosten kunnen zorgen voor een afwijking van enkele procenten. Als een fonds closed end is kan de koers echter fors afwijken van de intrinsieke waarde. (Zie discount en premium ten opzichte van intrinsieke waarde.)
Koerswinst -
Een koerswinst is de winst gemaakt op de verkoop van een belegging zoals bijvoorbeeld een beleggingsfonds. Het verlies op de verkoop wordt een koersverlies genoemd.
Koerswinstverhouding -
Een cijfer dat de verhouding tussen de koers van een aandeel en de nettowinst per aandeel uitdrukt.
Koopsom -
Een verzekering waarbij de verzekerde ineens een bepaald bedrag stort, waardoor hij later aanspraak kan maken op een bepaald bedrag of lijfrente. Bij het afsluiten van een koopsompolis kan vaak gekozen worden om te beleggen in één of meerdere beleggingsfondsen.
Korte rente -
De rente berekend over leningen met een looptijd korter dan een jaar.
Kosten gecorrigeerde performance -
In een voor kosten gecorrigeerde performance worden de kosten die in rekening worden gebracht die bij de aankoop van een fonds afgetrokken van het rendement om een vergelijking zinvol te maken.
Kredietkwaliteit -
De kredietkwaliteit of credit quality is de beoordeling van de kwaliteit en veiligheid van een obligatie gebaseerd op de financiële conditie van de onderneming.
Laatprijs -
De prijs die ‘de markt’ wil ontvangen voor de verkoop van een bepaald effect.
Lange rente -
De rente berekend over leningen met een looptijd langer dan een jaar.
Large Cap -
Aandelen met een hoge marktkapitalisatie
Laten -
Een vermelding achter een koersnotering die betekent dat tegen die koers geen transacties konden worden gedaan. Het aanbod is groter dan de vraag.
Leading indicators -
Leading indicators zijn reeksen van economische cijfers waarvan gebleken is dat veranderingen een voorspellende waarde hebben voor de gang van zaken in de rest van de economie. Voorbeelden van leading indicators zijn het aantal werkuren in een week, prijzen van ruwe en intermediaire goederen, en de uitgegeven bouwvergunningen. Vooral in de VS wordt naar publicatie van leading indicators uitgekeken.
Limiet -
Bij het opgeven van beursorders kan vaak met limieten gewerkt worden. Dat wil zeggen tegen een vasten of maximale/minimale koers waartegen men wil kopen of verkopen. Zo kan je als belegger niet verrast worden door een extreme koersuitslag om dat misschien net op dat moment geen andere orders inlagen.
Lion -
Obligatie waarbij rente in aandelen wordt uitgekeerd.
Liquiditeit -
De mate van vraag en aanbod bepaalt de liquiditeit van een fonds. Hoe meer vraag en aanbod in een fonds samenkomen, hoe meer liquide dat fonds is.
London Interbank Offered Rate -
LIBOR (London Interbank Offered Rate) is de rente die de grootste en meest kredietwaardige internationale banken elkaar in Londen in rekening brengen als ze aan elkaar lenen.
London Stock Exchange (LSE) -
Gestart in 1973 door de combinatie van zes regionale beurzen van Groot Britannië en Ierland, is de London Stock Exchange (LSE) één van de grootste beurzen ter wereld. Bekendste index op de LSE is de FTSE 100.
M1 Geldhoeveelheid (Europa) -
Het geld in circulatie (munten en biljetten) met ééndagsdeposito's
M2 geldhoeveelheid (Europa) -
M1 + Deposito's tot 2 jaar + Deposito' met een aanzegtijd tot drie maanden.
M3 Geldhoeveelheid (Europa) -
M3: M2 + Terug te kopen schuldpapier + Money Market Fund (MMF) aandelen/units + schulden met een looptijd tot 2 jaar
MA20 -
Engelse afkorting voor Moving Average. In het Nederlands, Voortschrijdend gemiddelde. De 20 staat voor het aantal dagen waarmee gerekend wordt.
Majoreren -
Dit doet een belegger als hij bij de uitgifte van nieuwe aandelen of obligaties voor meer inschrijft als hij eigenlijk wil hebben. Hij doet dat om bij slechts gedeeltelijke toewijzing toch alsnog op het gewenste aantal stukken uit te komen.
Als de vraag naar de nieuwe stukken tegenvalt, dan kan je geconfronteerd worden met een enorme positie in niet erg gevraagde stukken. Een speculatieve actie derhalve.
Management fee -
De jaarlijkse management fee of beheerkosten, meestal uitgedrukt als percentage, is de vergoeding die een vermogensbeheerder voor het managen van een fonds in rekening brengt. Deze vergoeding wordt in mindering gebracht op het vermogen van het fonds.
Managementvergoeding -
Een performance fee is een vergoeding die aan de fondsmanager wordt betaald als hij een bepaalde performance heeft behaald in een gespecificeerde periode. Vaak wordt de performance fee uitbetaald als het fonds beter presteert dan zijn benchmarkindex. Fondsen met een performance fee zijn relatief zeldzaam, soms kennen buitenlandse fondsen of hedge funds zo'n kostenstructuur.
Mandje -
Een pakket aandelen of valuta's van een bepaalde samenstelling.
Margin -
Een bedrag dat de verkoper (schrijver) van een ongedekte optie als zekerheid moet storten.
of
Het beleggen met als onderpand de aandelen in portefeuille. Beleggen op margin.
Zouden in dat geval de aandelen enorm in waarde dalen, dan kan je als belegger een margin call krijgen. Het is dan een kwestie van bijstorten van geld, of het met groot verlies verkopen van de aandelen. Beleggen op margin is dus in zekere zin speculatief van aard.
Market timing -
Market timing is een beleggingsstrategie waarbij beleggers switchen tussen verschillende effecten of in en uit de markt stappen in de hoop om te profiteren van verschillende economische of technische veranderingen waarvan zij verwachten dat die invloed zullen hebben op de markt.
Maturity -
Maturity is de datum waarop de hoofdsom van een vastrentende belegging, zoals een obligatie, zal worden terugbetaald. De Maturity, oftewel de afloopdatum, van een vijfjaarsobligatie die is uitgegeven op 1 november 2000 is 1 november 2005
Media -
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die medianetwerken bezitten of exploiteren en ondernemingen die content creëren. Voorbeelden zijn Time Warner, Pearson en TF1.
Mediaan -
De mediaan is de middelste waarde in een groep van getallen. In een serie met 1,4, 7, 8, 10, 11, 23, 45, en 52, is 10 is de mediaan.
Mediane marktkapitalisatie -
De Mediane markkapitalisatie geeft de marktkapitalisatie van dat aandeel in de portefeuille waarbij de helft van het totaal aantal aandelen in de portefeuille een grotere marktkapitalisatie heeft, en de ander helft een kleinere marktkapitalisatie heeft. Het geeft een indruk of de 'gemiddelde' positie in een portefeuille bestaat uit een aandeel met een hoge dan wel lage marktkapitalisatie. Het wordt weergegeven in miljoenen dollars.
Midkap -
Het middensegment van de effectenbeurs van Euronext. Dit zijn aandelen met een geringere marktkapitalisatie en een geringere effectieve omzet dan de hoofdfondsen. De Next 150 index is de barometer voor de op de effectenbeurs van Euronext genoteerde ondernemingen in het
middensegment. De Amsterdam Midkap-index (AMX-index) geeft het koersverloop van de in Nederland genoteerde ondernemingen in het middensegment weer; de 25 meest op de beurs omgezette aandelen ná de 25 aandelen die deel uitmaken van de AEX-index
middensegment. De Amsterdam Midkap-index (AMX-index) geeft het koersverloop van de in Nederland genoteerde ondernemingen in het middensegment weer; de 25 meest op de beurs omgezette aandelen ná de 25 aandelen die deel uitmaken van de AEX-index
Minimale belegging -
De minimale belegging is het kleinste bedrag dat een belegger in een beleggingfonds kan storten. Er kan zowel een minimale belegging gelden voor de eerste storting in een fonds als voor het aanvullen van dit bedrag.
Mismatch -
Verschil tussen looptijd en rentepercentage tussen in- en uitgeleende middelen.
Mixfonds -
Een mixfonds combineert aandelen, obligaties en eventueel kas met als doel een rendement te behalen in combinatie met een gematigd risico. Normaal gesproken doet een mixfonds het in een bear markt beter dan een aandelenfonds, en in een bull markt slechter. Tussen mixfondsen onderling bestaan grote verschillen in de percentages aandelen en obligaties in portefeuille en dus ook grote verschillen tussen het risico en het verwachte rendement.
Moderne Portefeuille Theorie -
De moderne portefeuilletheorie (MPT) is een benadering van beleggen die ervan uitgaat dat beleggers hun beschikbare vermogen in veel verschillende effecten investeren in een verhouding die gebaseerd is op hoe de verwachte rendementen van deze effecten met elkaar samenhangen. De evaluatie van portefeuillebeslissingen wordt gedaan door gebruik te maken van Alfa, Beta en de R-kwadraat bij de afweging van risico versus rendement. Voorstanders van de MPT beweren dat als de analyse goed wordt uitgevoerd, dit leidt tot optimale beleggingsportefeuilles. Een portefeuille is optimaal als er bij het gegeven risiconiveau geen hoger rendement verkregen kan worden.
MSCI-aandelenindices -
Een aantal door Morgan Stanley Capital International bijgehouden indices.
NASDAQ -
Elektronische aandelenmarkt in New York. Is de laatste jaren snel gegroeid en concurrent geworden van de New York Stock Exchange. Grote bedrijven zoals Microsoft en Intel staan aan de Nasdeq genoteerd.
NAV -
Afkorting van Engelse term Net Asset Value, oftewel netto contante waarde
Netto fondsvermogen -
Netto vermogen (net assets) geeft weer hoe groot een beleggingsfonds is. Netto vermogen wordt meestal weergegeven in miljoenen euro, en wordt vaak maandelijks gerapporteerd.
New York Stock Exchange (NYSE) -
Op Wall Street in New York is de New York Stock Exchange (NYSE) de oudste aandelenbeurs van de VS. De S&P 500 en de Dow Jones Industrial Average zijn de belangrijkste indices die het koersverloop op de NYSE weergeven.
Niet-genoteerd beleggingsfonds -
Beleggingsfonds dat geen officiële notering heeft aan de beurs in Amsterdam, waardoor er dus geen beurskoers bekend is. Uitgevende instellingen geven dagelijks zelf zogenaamde afgiftprijzen af. Beleggers kunnen tegen die prijzen (met opslag of aftrekpost) de betrokken beleggingsfondsen kopen bij de uitgevende instellingen, die meestal in het buitenland gevestigd zijn.
Nifty fifty -
Amerikaanse term voor de 50 meest populaire aandelen van de grote institutionele beleggers.
Nikkei-index -
De door de financiële krant Nihon Keizai Shimbun ontwikkelde en berekende graadmeter van de Japanse effectenmarkt. De Nikkei Stock Average-index is samengesteld uit de 225 meest actieve fondsen van de effectenbeurs van Tokio. De Nikkei-index ziet men als de belangrijkste Aziatische
beursbarometer.
beursbarometer.
NMAX -
De Nieuwe Markt van Amsterdam, de startersbeurs voor jonge ondernemingen.
Noodlijdende obligatie -
Obligatie waarop de rente- en aflossingsverplichting niet overeenkomstig de vastgestelde voorwaarden wordt nagekomen.
Obligatie -
Een effect in de vorm van een schuldbewijs. Door uitgifte van een obligatie kan de uitgevende instelling vreemd vermogen aantrekken voor bijvoorbeeld investeringen. Een obligatie geeft recht op (meestal) een vaste rente en op terugbetaling van de hoofdsom aan het einde van de looptijd.Obligaties kennen geen stemrecht en geven ook geen eigendomsrecht in de uitgevende instelling. Uitgevers van obligaties zijn ondernemingen, publieke instellingen en landelijke- en lokale overheden. Er bestaan verschillende soorten obligaties met elk een eigen kenmerk: nulcoupon-, winstdelende-, achtergestelde-, converteerbare-, premieobligaties et cetera. De verhandeling van obligaties gebeurt op de effectenbeurs van Euronext.
Obligatiefonds -
Een obligatiefonds belegt vooral in obligaties met als doel een stabiele stroom van inkomsten en/of koersresultaat voor beleggers te genereren. De waarde van een obligatiefonds beweegt tegenovergesteld aan veranderingen in de kapitaalmarktrente.
Officiele Prijscourant (OPC) -
Een dagelijkse publicatie van Euronext Amsterdam die de gehandelde prijzen (noteringen) en volumes vermeldt van alle op de markten van Euronext Amsterdam verhandelde producten.
Offshore fund -
Beleggingsfonds dat zijn officiële zetel heeft in andere, dikwijls fiscaal vriendelijke landen. Ook: beleggingsfonds waarvan de beheerder officieel in een ander land gevestigd is dan de beleggers die in dat fonds deelnemen.
Omzet -
De omzet binnen de beleggingsportefeuille geeft weer hoe actief een fondsmanager gedurende een jaar heeft gehandeld. Het wordt weergegeven als percentage van het totale vermogen van een fonds. Een omzet van 20% bijvoorbeeld, betekent dat de fondsmanager eenvijfde van portefeuille heeft omgezet in andere posities. Een omzet van 100% echter betekent niet dat iedere positie uit de portefeuille is verkocht. Het percentage geeft een indicatie van het percentage van de portefeuilleposities die zijn veranderd in het afgelopen jaar.
Onderwegen -
Een aandeel, sector, land of werelddeel minder laten meetellen in een beleggingsportefeuille dan volgens de index of benchmark normaal zou zijn. Het tegenovergestelde van Overwegen.
Ongedekt schrijven -
Het schrijven (verkopen) van een Call optie als men niet in het bezit is van de onderliggende waarde.
Online Broker -
Broker die alleen via Internet en telefoon te bereiken is.
Voor Internet waren orders alleen bij de bank 'om de hoek' op te geven. Met de opkomst van Internet kwam ook de veel goedkopere Online Broker op.
Open end beleggingsfonds -
Een open endbeleggingsfonds bestaat uit een variabele hoeveelheid uitgegeven aandelen. Desgewenst is het aandelenkapitaal uit te breiden of in te krimpen. Bij een groot aanbod van de eigen aandelen kan de fondsbeheerder tot inkoop ervan besluiten om zodoende de koers te steunen.
Open interest -
Een getal dat aangeeft hoeveel long-posities (of shortposities) op een bepaald moment open staan in een bepaalde optieserie of optieklasse. Het aantal openstaande posities kan iets zeggen over de liquiditeit van die positie in de markt.
Openingskoers -
De eerste koers die op een beursdag wordt vastgesteld.
Oprichtingsdatum -
De oprichtingsdatum is de datum waarop een fonds van start is gegaan.
Opschorting -
Het tijdelijk staken van de beurshandel in een fonds. Het komt meestal voor net voor er een belangrijks 'koersgevoelig' persbericht uitgebracht gaat worden.
Optie -
Het op een optiebeurs verhandelbaar recht om een bepaalde vaste hoeveelheid onderliggende waarde (bijvoorbeeld aandelen of een valuta) te kopen of te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs gedurende een bepaalde periode. Bij de koop van een optie betaalt men premie, bij de verkoop van een optie ontvangt men premie.
Optiepremie -
De vergoeding die de optiekoper betaalt aan de optieverkoper ('schrijver').
Optieprijs -
De prijs (premie) waartegen een optie wordt verhandeld dan wel de prijs waartegen er nu een prijs op het bord staat.
Optieserie -
Alle opties van dezelfde klasse die dezelfde uitoefenprijs en afloopdatum hebben.
Order driven -
Een prijsvorming die plaatsvindt vanuit de aanwezige orders.
OTC -
Over the counter.
De Engelse term voor effectentransacties tussen professionele marktpartijen onderling en waarvan aanbod en handel niet op een centrale gereguleerde marktplaats, de beurs, gebeuren. Ook de afwikkeling van deze transacties (clearing) kan men onderling afspreken.
Er is in Amerika ook de OTC beurs, die minder gereguleerd is. Daar staan ook degelijke aandelen op, maar ook aandelen waaraan een luchtje hangt.
Out of the money -
Een Call optie heet "out of the money" als de uitoefenprijs hoger is dan de koers van de onderliggende waarde.
Een Put optie is "out of the money" wanneer de uitoefenprijs lager is dan de beurskoers van de onderliggende waarde.
Outperformer -
Engels jargon voor aandeel dat het duidelijk beter doet dan andere aandelen op de index van de betreffende aandelenmarkt. Soms wordt ook een belegger of beleggingsinstelling bedoeld die het beter doet dan een ander.
Over the Counter (OTC) -
De engelse term voor effectentransacties tussen professionele marktpartijen onderling en waarvan aanbod en handel niet op een centrale gereguleerde marktplaats, de beurs, gebeuren. Ook de afwikkeling van deze transacties (clearing) kan men onderling afspreken.
Oversold -
Een positie is te ver gedaald of is in de ogen van een analist ondergewaardeerd.
Overwegen -
Een aandeel, sector, land of werelddeel meer laten meetellen in een beleggingsportefeuille dan volgens de index of benchmark normaal zou zijn. Het tegenovergestelde van Onderwegen.
Pandbrief -
Schuldbrief, uitgegeven door een hypotheekbank.
Paraplufonds -
Overkoepelend beleggingsfonds dat is onderverdeeld in verschillende aparte beleggingsfondsen voor de diverse beleggingscategorieën, sectoren, landen en dergelijke.
Pari -
Officieel is het 'Ã pari'. Tegen de nominale waarde.
Pay out -
Deel van de nettowinst dat als dividend aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd.
Penny stocks -
Een penny stock is een meestal volatiel aandeel van een risicovol bedrijf met een lage marktkapitalisatie. De koers van een penny stock bedraagt vaak niet meer dan enkele tientallen centen.
Performance -
De performance of het rendement van een fonds geeft weer hoe de waarde van een belegging is gegroeid (of gedaald) over een bepaalde periode. Beleggers vergelijken de rendementen van fondsen om de prestaties van vergelijkbare fondsen tegen elkaar af te zetten.
Periodiek -
Het minimale periodieke beleggingsbedrag is het minimum bedrag dat u periodiek moet storten als u wilt deelnemen in een beleggingsfonds.
Periodiek beleggen -
Periodiek beleggen houdt in dat een belegger meestal maandelijks geld inlegt in een beleggingsfonds.
Perpetuele lening -
Obligatielening die geen aflossing kent. In feite 'eeuwige' leningen. De belangrijkste component is hierbij rente. Daar er geen verplichting tot aflossing is, kan de koers bij betalingsproblemen extreem hard dalen. Deze leningen zijn daarom speculatiever dan gewone obligaties.
Portefeuille -
Portefeuille is een verzameling van aandelen, obligaties of andere beleggingen.
Positie -
Een positie is een belegging. Een belegger kan posities innemen in fondsen, aandelen of andere beleggingen.
PPI -
Proiducer Price Index, de Amerikaanse index voor grondstofprijzen. Het is een belangrijke indicator voor inflatie.
Preferente aandelen -
Aandelen waaraan voor de bezitter bijzondere rechten zijn verbonden. Het kan gaan om dividend (winstverdeling) die bij uitkering eerst aan de bezitters van preferente aandelen wordt vergoed. Het uit te keren dividend wordt vaak in een vast percentage over de nominale waarde van het andeel uitgedrukt.
Premium ten opzichte van intrinsieke waarde -
Wanneer een beleggingsfonds noteert tegen een premie boven de intrinsieke waarde, is de koers hoger dan de nettowaarde van het fonds (per aandeel). Closed end beleggingsfondsen kunnen een hoge premie noteren. De premie wordt meestal uitgedrukt als percentage, en geeft weer hoeveel meer beleggers voor de aandelen willen betalen dan de aandelen op dat moment volgens het beleggingsfonds waard zijn.
Primaire markt -
Emissiemarkt waar sprake is van nieuwe aandelen of obligaties. Op de secundaire markt koopt u bestaande aandelen van andere beleggers.
Prioriteits aandelen -
Via deze aandelen (op naam) kunnen houders ervan belangrijkse beslissingen nemen, zoals de benoeming van bestuurders of het uitgeven van nieuwe aandelen.
Prospectus -
Een prospectus is een formele verklaring van een fonds, die wordt uitgegeven voordat de aandelen worden aangeboden aan het publiek. In deze verklaring zet het fonds zijn doelstelling, de kosten, en andere feiten die de belegger moet weten om een geïnformeerde beslissing te nemen.
Proxy voting -
Verzoek van aandeelhouders om stemvolmachten te verstrekken. Tegenwoordig wordt dit met Amerikaanse aandelen geregeld via bijvoorbeeld de site proxyvote.com
Pure play -
Een belegging waarbij er voluit op een bepaalde ontwikkeling kan worden ingespeeld.
Put Optie -
Recht om een belegging te verkopen tegen een van tevoren overeengekomen prijs. Voor dat recht moet een premie worden betaald
R-kwadraat -
De R-kwadraat is dat gedeelte in het rendement van een fonds dat verklaard kan worden door bewegingen in zijn benchmarkindex. Een R-kwadraat van 1 indiceert dat alle bewegingen in de index gevolgd worden door bewegingen in het rendement van het fonds. Als een fonds alleen in indexaandelen belegt, zal het meestal een R-kwadraat dicht bij 1 kennen. Als een R-kwadraat omgekeerd laag is, betekent dit dat slechts een klein gedeelte van het rendement van een fonds wordt verklaard door de index. R-kwadraat wordt ook wel gebruikt in combinatie met beta. Een hoge R-kwadraat geeft aan dat de Beta betrouwbaar is. Een minder hoge R-kwadraat impliceert een insignificante beta.
Rating -
Een uitgevende instelling of een obligatielening kan een rating krijgen van een zogeheten credit rating agency, zoals Moody's, Duff & Phelp's of Standard's & Poor. Een rating is te beschouwen als een kwaliteitskeurmerk. Ratings drukt men uit in een combinatie van letters en cijfers. Een Triple A (AAA) rating is de hoogst mogelijke. Hoe hoger de rating, hoe lager het kredietrisico voor de belegger. De Staat der Nederlanden heeft tot 2012 overal een Triple A rating gehad.
Real time -
'Live' koersen die direct op het scherm verschijnen zodra er gehandeld is. De tegenhanger is de vertraagde koers die met een vertraging (meestal 20 minuten) vaak gratis verstrekt wordt.
Tusen live en live bestaan ook verschillen zoals we hebben kunnen constateren bij de high frequency traders. Die vestigen hun computercentra vlak bij het computercentrum van de beurs zodat er milliseconden winst ten opzichte van concurrenten geboekt kan worden.
Recessie -
Teruggang of achteruitgang.
Redemption fee -
Verkoopkosten zijn kosten die bij een belegger in rekening worden gebracht als hij zijn aandelen in een beleggingsfonds verkoopt. Bij buitenlandse fondsen worden de verkoopkosten vaak lager naar mate een belegger langer in een fonds heeft gezeten, na drie of vijf jaar zijn de kosten vaak nul. Deze kostenstructuur moet beleggers ervan weerhouden om te snel hun middelen weer uit de fondsen te halen.
Regiofonds -
Beleggingsfonds dat haar beleggingen in een bepaalde regio of werelddeel zoekt.
Rendement -
De opbrengst van een belegging of investering over een bepaalde periode, uitgedrukt in een percentage van de daarvoor gemaakte kosten.
Rentecurve -
De grafische weergave van de relatie tussen rente en looptijd. De horizontale as geeft de looptijd aan, de verticale as de rentevergoeding. Onder normale omstandigheden zal de rente op kortlopende leningen lager zijn dan die op langer lopende leningen. De grafiek zal dan een oplopende en in een later stadium afvlakkende curve weergeven
Rentecyclus -
De beweging van de rente omlaag, tot ze weer een beweging hoog begint en dan weer terug...
Vaak zien we dat de rente een reeks van bewegingen in dezelfde richting ondergaat en aldus een trendmatige golfbeweging maakt. Een renteverhoging of verlaging komt eigenlijk nooit alleen.
Renterenseignering -
De door de banken jaarlijks aan de fiscus te verstrekken informatie over de door hen uitbetaalde rente op spaartegoeden, obligaties en dividendvergoeding.
Rentetermijnstructuur -
De yield curve, of rentetermijnstructuur, is een grafiek die het verband weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds. Een normale yield curve laat een stijgend verloop zien omdat de spaarrente doorgaans lager is dan de kapitaalmarktrente. Als iemand zijn geld voor een langere periode uitleent, eist hij een hogere vergoeding dan bij een lening over een korte termijn.
Reset note -
Obligaties waarbij de coupon na één jaar opnieuw wordt vastgesteld. De nieuwe coupon geldt dan voor de resterende looptijd. Deze zijn ooit populair geweest, maar ik denk eerlijk gezegd niet dat er nog veel uitgezet worden.
Restantbewijs -
Een bewijs dat wordt uitgereikt na afschrijving van de gehele nominale waarde. Dit bewijs kan de ex aandeelhouder laten delen in eventuele toekomstige winsten of andere inkomsten.
Retail -
Kleinhandel. Op de beurs vaak gezien als de handel met particulieren.
Revaluatie -
Het omhoog aanpassen van de vast wisselkoersen. Het tegenovergestelde van devaluatie.
Reverse convertible -
Obligaties die onder voorwaarden kunnen worden omgewisseld voor aandelen van de onderneming. In dit geval mag het bedrijf het bepalen. De rentevergoeding is door deze voorwaarde vaak wat hoger dan voor gewone obligaties.
Reken er als belegger op dat de onderneming altijd de voor hen goedkoopste of voordeligste oplossing zullen kiezen.
Reverse Stock Split -
Verhogen van de nominale waarde van de aandelen van een onderneming met de bedoeling zo door hogere koersen meer serieuze beleggers aan te trekken of om via die weg toch weer aan de voorwaarden van een (Amerikaanse) beurs te kunnen voldoen.
Risicofactor -
Standaarddeviatie van de fluctuaties van de koers. Hoe hoger de volatiliteit, hoe meer de koers fluctueert en dus hoe hoger het risico van het fonds. Volatiliteit wordt uitgedrukt in procenten. Om in te schatten of de volatiliteit hoog of laag is, kunt u het vergelijken met de volatilitei van andere fondsen. Ter indicatie: een gemiddeld Wereldwijd Aandelenfonds heeft een volatiliteit van circa 20 procent.
Risicopremie -
Het geëiste rendement op een belegging of investering minus de risicovrije rente (de rente die de meest kredietwaardige partners elkaar in rekening brengen). De risicopremie geeft dus weer welke vergoeding wordt gevraagd voor het lopen van risico op een belegging. Wordt veel gebruikt bij de analyse van obligaties.
Roll over -
Het doorrollen van een optiepositie naar bijvoorbeeld een volgende maand of een 'verdere' uitoefenprijs. Zie ook http://www.optiecursus.com
Royement -
Door de beurs Doorhalen van ingegeven aan- of verkooporders.
Ook kan het zijn, het verwisselen van certificaten van aandelen in de echte aandelen.
RSI -
Een Technische Analyse indicator, in 1978 ontwikkeld door Welles Rider. Deze indicator geeft aan of een aandeel veel of weinig gevraagd is. Bij een stand van 30 is het koopwaardig, bij een stand van 70 verkoopwaardig.
S&P 500 -
De door Standard’s & Poor ontwikkelde en berekende index waarin de aandelen van 500 Amerikaanse ondernemingen zijn opgenomen. De S & P 500 index werkt volgens het sector classificatiesysteem. De S & P 500 kende haar eerste berekening in 1926. Sinds 1957 bestaat zij uit 500 ondernemingen.
Schrijven -
Het verkopen van Call of Put opties.
Met dit verkopen verstrek je als schrijver het recht om aandelen te kopen (Call optie) of aandelen de verkopen (Put optie). De schrijver heeft de verplichting om als deze aangewezen is de aandelentransactie door te (laten) voeren. De koper van de optie heeft een recht, niet de verplichting.
De meeste opties verlopen waardeloos, vandaar het beursgezegde "de schrijver blijft".
Schrijver -
De verkoper van een optierecht tot koop (Call) of verkoop (Put) optie voor een vaste periode tegen een vastgestelde uitoefenprijs.
Sectorfondsen -
Andere naam voor beleggingsfonds dat alleen maar effecten van bedrijven uit een bepaalde bedrijfstak ofwel sector belegt.
Securities and Exchange Commission (SEC) -
Amerikaanse overheidsorganisatie die toezicht houdt op/en regels opstelt voor de effectenhandel in Amerika.
Sell -
Verkoop. Een Sell advies is een analisten advies tot het verkopen van de positie.
Sentiment -
Stemming
Sharpe Ratio -
Met dit getal kunnen de resultaten van fondsen met elkaar worden vergeleken. De share-ratio geeft het rendement boven het risicovrije rendement per eenheid gelopen risico weer. Hoe hoger de ratio, hoe beter het is gelukt om bij een bepaald genomen risico een extra rendement te behalen.
Short gaan -
Jargon voor het verkopen van effecten of valuta's terwijl men die niet bezit, of het verkopen (schrijven) van een optie. Wordt ook wel baissepositie genoemd. De speculant gaat er van uit dat de koersen zullen dalen en probeert van die daling te profiteren door hoog te verkopen en laag te kopen.
Short Squeeze -
Doet zich voor als speculanten die verkocht hebben zonder te bezitten (shorters) plotseling verrast worden door een koersstijging en ze zich gedwongen zien tegen elke koers in te dekken. De koers van het aandeel zal op dat moment sterk stijgen omdat de vraag naar de aandelen door de terugkoop van de shorters enorm zal zijn.
SICAV -
SICAV staat voor Sociétés d'Investissement à Capital Variable en is een open-end beleggingsfonds. De meeste fondsen in Luxemburg zijn SICAV's.
Small Cap -
Aandelen met een kleine marktkapitalisatie
Speeder -
Het type beleggingsproduct waar de Speeder in thuis hoort is redelijk nieuw in Nederland. In andere Europese landen worden deze derivaten al veel verhandeld door zowel particuliere als professionele beleggers en worden dagelijks hoge omzetten gegenereerd
In Duitsland bijvoorbeeld, waar dit product in 2001 is ontstaan en wordt verhandeld onder de naam Turbo-Zertifikate, wordt daarmee jaarlijks een omzet van meer dan 35 miljard euro gegenereerd.
Commerzbank is een van de top 5 uitgevers van deze Turbo-Zertifikate in Duitsland en na het grote succes van dit beleggingsproduct heeft Commerzbank besloten deze derivaten ook uit te geven in Nederland, waar dit product een goed alternatief is voor opties. In Nederland zal Commerzbank dit beleggingsproduct uitgeven onder de naam Speeders.
Speeders bieden de voordelen van traditionele beleggingen in aandelen of opties en hebben daarnaast de volgende kenmerken:
(hefboomwerking).
Speeders versterken de performance van de onderliggende waarde
Speeders zijn transparante producten waarvan u de prijs zelf kunt berekenen.
U kunt in Speeders handelen met een kleine belegging.
een koersdaling. Kortom,u dekt zich in tegen dat risico.
Met Speeders kunt u een aandeel dat u bezit beschermen tegen
Speeders kennen geen verwachtingswaarde.
Met Speeders kunt u zowel beleggen in een stijging als een daling van een onderliggende waarde. Speeders kennen geen tijdswaarde
Spin off -
Afsplitsing van een (klein) onderdeel van een groter bedrijf.
Spread -
De maximale afwijking van de intrinsieke waarde van het fonds, zowel positief als negatief. Het fonds kan worden aangeboden tegen een prijs die enkele procenten boven de intrinsieke waarde ligt. Andersom kan een fonds worden teruggekocht tegen een prijs die enkele procenten onder de intrinsieke waarde ligt. Het verschil tussen koers en intrinsieke waarde noemen we Afslag / Opslag ofwel spread.
Sprinter -
De Sprinter is een door ING bank uitgegeven beursgenoteerd beleggingsproduct met een hefboom. De Sprinter is vergelijkbaar met de Turbo en de Speeder.
STE -
Stichting Toezicht Effectenverkeer, de oude naam van wat nu de Autoriteit Financiële Markten (AFM) is.
Stock dividend -
Dividend uitgekeerd in aandelen. Er wordt vaak voor een uitkering in stock (aandelen) gekozen omdat dit dan voor de aandeelhouders fiscaal aantrekkelijker is dan uitkering in cash. Voor de onderneming kan het ook aantrekkelijk zijn omdat het geen cash kost. Wel zal het bezit verwateren voor hen die kiezen voor dividend in cash.
Stoploss order -
Een aankooporder voor een gelimiteerde koers of hoger, of een verkooporder een gelimiteerde koers of lager. De stop loss moet in zijn geheel, dus nooit gedeeltelijk, worden uitgevoerd.
De naam is niet helemaal gelukkig omdat het natuurlijk ook een "pak de al gemaakte winst" order kan zijn.
Straddle -
Optietransactie opzet, waarbij zowel een Put- als Call optie worden gekocht of een Put- en Call optie worden verkocht, die betrekking heeft op dezelfde onderliggende waarde, uitoefenprijs en looptijd.
Zie ook http://www.optiecursus.com
Strafbankje -
Denkbeeldige bank alwaar beursfondsen op moeten plaatsen als ze wegens gebleken onregelmatigheden zijn geschorst uit de officiële notering.
Strangle -
Het tegelijkertijd aanhouden/kopen van long Call opties en long Put opties, of short Call opties en Short Put opties, met ongelijke uitoefenprijzen en/of ongelijke afloopdatums.
Strategic fit -
Overname die precies past in de bedijfsstrategie.
Striking price -
De uitoefenprijs van een optie of warrant.
Strippen -
Scheiden van de mantel (terugbetalen nominale waarde)en de coupon (rentebetaling) van een obligatie om ze apart te verhandelen.
Subfondsen -
Beleggingsfondsen die deel uitmaken van een parapluconstructie.
Sweetspot -
De plek waar u het liefst de koers van het aandeel ziet bij expiratie van uw opties.
Switch fee -
Kosten die in rekening worden gebracht (in plaats van reguliere aan- en verkoopkosten) wanneer men overstapt van het ene naar het andere fonds binnen een fondsfamilie.
Switchen -
Switchen is het overbrengen van geld in het ene fonds van een fondsaanbieder naar een andere fonds van dezelfde aanbieder.
Synergie -
Meerwaarde door overname, fusie of samenwerking.
Synthetisch aandeel -
Een met opties nagebootst aandeel. In feite: de optieconstructie gedraagt zich qua koersrisico en rendement als een aandeel.
T-bills -
Afkorting voor Treasury bills, Amerikaanse staatsobligaties met een middellange of korte looptijd.
Talon -
Deel van een coupon- of dividendblad van een klassiek papieren aandeel. het werd geleverd naast het papieren aandeel. Als alle coupons of dividendbewijzen waren verbruikt, kon tegen inlevering van de talon een nieuw coupon- of dividendblad verkregen worden.
Target -
Koersdoel van bijvoorbeeld een aandeel.
Technische Analyse -
Een methode waarbij men met behulp van koersgrafieken en rekenmodellen tracht een trend op de beurs te voorspellen. Men kijkt vooral naar koersverloop en volumes van de handel. In feite tracht men met technische analyse het (massa)gedrag van de beleggers te doorgronden om daaruit de mogelijke richting van de markt te voorspellen.
Tenderlening -
Uitgiftesysteem zoals het werd gehanteerd bij de uitgifte van Nederlandse (gulden) staatsleningen. De uitgiftekoers werd niet van tevoren vastgesteld; door de inschrijver zelf moest een koers worden ingevuld op het inschrijfbiljet. Na sluiting van de inschrijving werd aan de hand van de opgegeven koersen de uitgiftekoers vastgesteld.
Termijncontract -
Termijncontract (future) waarin de toekomstige koop en verkoop van vooral financiële waarden, bijvoorbeeld een index, is vastgelegd.
Er zijn ook termijncontracten. futures) in grondstoffen, munten, metalen etc.
Tijdswaarde -
Een deel van de premie die voor opties moet worden betaald. De optiepremie bestaat uit tijd- en verwachtingswaarde. De tijdswaarde heeft te maken met de resterende looptijd.
Tijgers -
Benaming voor de groep van drie landen in Azië (Singapore, Zuid-Korea en Taiwan) en Hong Kong, die als eerste relatief kleine landen een snelle economische en industriële groei doormaakten.
Timespread -
Optiestrategie waarbij Call of Put worden geschreven op dezelfde uitoefenprijs, maar ze een verschillende looptijd hebben. Deze strategie is ook wel bekend onder de namen Kalenderspread, Horizontale Spread of Tijdspread. Meer over dit soort optiestrategieën op deze site.
TOM -
The Order Machine
Een handelssysteem waarmee enkele banken zijn gekomen en wat als concurrent voor de reguliere beurs gezien mag worden.
Top-down -
Term uit de beleggingsleer waarmee de route van het beslissingsproces wordt aangegeven. In de eerste plaats wordt de beleggingscategorie gekozen, daarna het land, vervolgens de bedrijfstak en als laatste een specifiek aandeel of obligatie.
TOPIX -
Tokio Stock Price Index (TOPIX). Een samengestelde index van alle gewone aandelen die zijn genoteerd op de eerste afdeling van de Tokio Stock Exchange.
Totaal rendement -
De total return of (totaal) rendement is de procentuele totale opbrengst op een belegging over een bepaalde periode en bestaat uit de som van koerswinst en uitgekeerde dividenden.
Trackers -
Wat zijn trackers
Trackers zijn beleggingsproducten die een index op de voet volgen. Ze combineren de voordelen van aandelen met die van een beleggingsfonds. In feite zijn het aandelen; geen aandelen van één onderneming, maar van een groep ondernemingen die zijn opgenomen in een index. Dat kan bijvoorbeeld de AEX-index zijn.
Technisch gezien is een tracker een beleggingsfonds waarin alle aandelen zijn opgenomen van de bijbehorende index, in een identieke verhouding. Daardoor is de koers van een tracker nagenoeg gelijk aan de stand van de index of een fractie daarvan. Trackers keren dividend uit. Doordat een tracker eenvoudigweg een index volgt, bespaart men op beheerskosten en kosten voor
research. Daardoor liggen die doorgaans lager dan bij 'traditionele' beleggingsfondsen.
Ook voor startende particuliere beleggers kunnen trackers een prima investering zijn. Deze groep kan voor een klein bedrag meedelen in algemene marktontwikkelingen zonder zich te hoeven bekommeren om de keuze voor specifieke ondernemingen.
Trackers gedragen zich als aandelen. De belegger kan ze gemakkelijk kopen en verkopen via hun bank of commissionair. Bovendien belegt de koper van de tracker met één product in een aantal, meestal grote en bekende ondernemingen tegelijk. · Trackers spreiden het risico
Een index is een gewogen samenstelling van een (groot) aantal individuele aandelen of obligaties. Daardoor loopt de belegger minder risico's dan in het geval hij in een enkel aandeel of een enkele obligatie investeert. Omdat een index een graadmeter is van een markt of marktsegment, profiteert hij automatisch van elke opgaande beweging in die markt of dat segment. Het feit dat men met een tracker de risico's spreidt wil niet zeggen dat de risico's van het beleggen in een
tracker afwezig zijn. We hebben de afgelopen tijd gezien dat indices wel degelijk fors kunnen dalen!
Weliswaar belegt men met een tracker gespreid in een index, maar men betaalt de provisiekosten van een enkele transactie. Als een belegger zelf zijn beleggingen spreidt door kopen van individuele aandelen, dan is hij al gauw een veelvoud aan transactiekosten kwijt. · Trackers keren dividend uit
De bezitter van een tracker krijgt dividend. Doorgaans krijgt de belegger het dividend, onder aftrek van de beheerskosten, contant uitbetaald. · Trackers zijn flexibel
De belegger kan trackers, net als aandelen, zo lang in portefeuille houden als hij wil. Ze hebben immers een onbeperkte looptijd. Een beperkte looptijd ziet men als een vorm van risico, het ontbreken ervan betekent dus minder risico. · Trackers zijn te combineren met opties en futures
Voor beleggers die gewend zijn met bijvoorbeeld AEX-opties en AEX-futures te werken, vormen trackers een welkome aanvulling. Bijvoorbeeld kan een belegger AEX-calls schrijven en deze afdekken met een overeengekomen hoeveelheid trackers op de AEX-index (mits de bank dit toestaat). Omgekeerd kan een belegger zijn trackers beschermen met AEX-opties en AEX-futures.
research. Daardoor liggen die doorgaans lager dan bij 'traditionele' beleggingsfondsen.
Historie van de tracker
Trackers stammen uit de Verenigde Staten, waar zij in 1993 het levenslicht zagen. Zij heten daar 'Exchange Traded Fund' (ETF). Trackers kenden in de VS een gestage groei. Verscheidene instellingen geven trackers uit op alle mogelijke indices. De SPDR (spreek uit: spider) en QQQ zijn het bekendst en het meest succesvol. De SPDR is gerelateerd aan de S&P500-index (de voor handelaren belangrijkste Amerikaanse aandelenindex, vergelijkbaar met de AEX-index in Nederland). De QQQ volgt de technologie-index Nasdaq 100. Deze triple Q ETF is inmiddels het meest verhandelde financiële effect ter wereld; dit geeft een duidelijke indicatie van de ongekende populariteit van dit relatief nieuwe investeringsinstrument.Voor wie zijn trackers bedoeld?
Trackers bieden kansen aan elke belegger. Ze zijn zowel geschikt voor actieve als voor langetermijnbeleggers. De een zal ze bijvoorbeeld graag gebruiken bij optie- en futuresstrategieën, of om een korte speculatieve positie met trackers in te nemen. De ander voelt zich aangetrokken tot het relatief lage risicoprofiel van een gespreide aandelenportefeuille.Ook voor startende particuliere beleggers kunnen trackers een prima investering zijn. Deze groep kan voor een klein bedrag meedelen in algemene marktontwikkelingen zonder zich te hoeven bekommeren om de keuze voor specifieke ondernemingen.
Kenmerken van trackers
Trackers hebben een aantal kenmerken, waarop we nu wat nader ingaan. · Trackers zijn gemakkelijk en efficiëntTrackers gedragen zich als aandelen. De belegger kan ze gemakkelijk kopen en verkopen via hun bank of commissionair. Bovendien belegt de koper van de tracker met één product in een aantal, meestal grote en bekende ondernemingen tegelijk. · Trackers spreiden het risico
Een index is een gewogen samenstelling van een (groot) aantal individuele aandelen of obligaties. Daardoor loopt de belegger minder risico's dan in het geval hij in een enkel aandeel of een enkele obligatie investeert. Omdat een index een graadmeter is van een markt of marktsegment, profiteert hij automatisch van elke opgaande beweging in die markt of dat segment. Het feit dat men met een tracker de risico's spreidt wil niet zeggen dat de risico's van het beleggen in een
tracker afwezig zijn. We hebben de afgelopen tijd gezien dat indices wel degelijk fors kunnen dalen!
Trackers zijn gemakkelijk te begrijpen en te volgen
Het koersverloop van een tracker gaat gelijk op met het verloop van de index zelf. De prijs van een tracker is meestal eentiende of eenhonderdste deel van de indexstand. Stel dat de AEX-index op 350 staat, dan kost de tracker op die index ongeveer € 35. De belegger kan dus op elk moment van de dag de waarde van zijn tracker afleiden uit de stand van de index. · Trackers zijn goedkoop in het gebruikWeliswaar belegt men met een tracker gespreid in een index, maar men betaalt de provisiekosten van een enkele transactie. Als een belegger zelf zijn beleggingen spreidt door kopen van individuele aandelen, dan is hij al gauw een veelvoud aan transactiekosten kwijt. · Trackers keren dividend uit
De bezitter van een tracker krijgt dividend. Doorgaans krijgt de belegger het dividend, onder aftrek van de beheerskosten, contant uitbetaald. · Trackers zijn flexibel
De belegger kan trackers, net als aandelen, zo lang in portefeuille houden als hij wil. Ze hebben immers een onbeperkte looptijd. Een beperkte looptijd ziet men als een vorm van risico, het ontbreken ervan betekent dus minder risico. · Trackers zijn te combineren met opties en futures
Voor beleggers die gewend zijn met bijvoorbeeld AEX-opties en AEX-futures te werken, vormen trackers een welkome aanvulling. Bijvoorbeeld kan een belegger AEX-calls schrijven en deze afdekken met een overeengekomen hoeveelheid trackers op de AEX-index (mits de bank dit toestaat). Omgekeerd kan een belegger zijn trackers beschermen met AEX-opties en AEX-futures.
Prijsvorming van trackers
Een factor die voor een afwijking in de koers van de tracker ten opzichte van de index kan zorgen is dividend. Doorgaans zal de beheerder dit een of meer keer per jaar uitbetalen. Het tot die datum opgespaarde dividend plus rentevergoeding daarop kunnen ook voor een verschil zorgen.Waarop zijn er trackers?
Voor een actueel overzicht kun je het beste kijken op de website van Euronext. Ook op pagina 522 van teletekst is een overzicht te vinden.
Trader -
De naam voor een beleggers die met snel aan en verkopen zijn winsten probeert te maken.
Trading range -
Bereik tussen twee niveaus waarbinnen een koers zich beweegt. Dit is een term die Technisch Analisten vaak gebruiken.
Trend -
Als een koers zich gedurende een langere tijd in een bepaalde, duidelijke richting beweegt spreekt men van een trend. Beleggers proberen trends te ontdekken in de verwachting ervan te kunnen profiteren.
Trendlijn -
Een lijn op een koersgrafiek die een bepaalde (stijgende of dalende) trend aangeeft. Beleggers gebruiken (historische) trendlijnen om een toekomstig koersverloop te kunnen voorspellen.
Trommelpapier -
Aandelen die lang in portefeuille blijven. (Vroeger toen we nog papieren aandelen hadden, werden die in 'de trommel' opgeslagen.)
Turbo -
De Turbo is een financieel instrument met een hefboomwerking. Een Turbo combineert de voordelen maar niet de nadelen van een optie en future. Turbos worden uitgegeven door ABN-AMRO en zijn met name geschikt voor actieve beleggers die willen profiteren van korte termijn (1 week tot enkele maanden) koersbewegingen.
Er zijn twee soorten Turbos waar u in kunt handelen: de Turbo Long Certificaten en de Turbo Short Certificaten. U kunt dus profiteren van zowel een stijgende als een dalende beweging. Turbos kunt u gewoon bij uw eigen bank of broker kopen en verkopen.
Turbo Long -
Het financieringsniveau van een Turbo Long is het deel van de onderliggende waarde dat ABN Amro voor u financiert. Hierdoor ontstaat de hefboom. Bij een Turbo Long is het financieringsniveau het verschil tussen de koers van de onderliggende waarde en de prijs van de Turbo. In het algemeen worden over dit niveau op dagbasis financieringskosten berekend die afhankelijk zijn van de gebruikte rentevoet. Deze kosten worden dagelijks verrekend met het financieringsniveau, waardoor dit iedere dag oploopt. Bij gelijkblijvende marktomstandigheden neemt de waarde van de Turbo Long hierdoor af. Opbrengsten (zoals dividenden en dergelijke) worden in mindering gebracht op het financieringsniveau.
Turbo Short -
Een Turbo Short werkt tegenovergesteld aan een Turbo Long. Als u een Turbo Short koopt, is het alsof ABN Amro de onderliggende waarde voor u verkoopt. Dit noemen we "short gaan". In het algemeen genereert de opbrengst rente die ten goede komt aan het financieringsniveau. In dat geval ontvangt u bij een Turbo Short renteopbrengsten over zowel uw inleg als de verkoopopbrengst van de onderliggende waarde. Bij gelijkblijvende marktomstandigheden zal daardoor het financieringsniveau stijgen en de prijs van de Turbo Short toenemen. Opbrengsten die gerelateerd zijn aan de onderliggende waarde (zoals dividenden) worden ook in het financieringsniveau verrekend, waardoor de koers van de Turbo Short daalt. Het aantal verschillende financieringsniveaus waaruit u kunt kiezen voor Turbo's Long en Short verschilt per onderliggende waarde.
Turn around -
Een wijziging ten goede bij een onderneming die eerder met grote problemen te maken heeft gehad.
Uitgiftestructuur -
De juridische gegevens van een fonds.
Uitoefenen -
Dit houdt in dat de onderliggende aandelen door de optieverkoper worden geleverd aan de koper (callopties), of dat aandelen door de optiekoper worden verkocht aan de verkoper (putopties).
Uitoefenprijs -
In elk optiecontract staat een strikeprice of uitoefenprijs die tijdens de looptijd van een optie
niet kan worden veranderd. Als met een calloptie de onderliggende waarde opgevraagd wordt of met een putoptie geleverd wordt, dan gebeurt dit tegen de vooraf vastgelegde en afgesproken 'uitoefenprijs'.
Underperformer -
Engelse term voor een aandeel dat of een belegger die een laag rendement maakt dan het marktgemiddelde dat uit een index naar voren kan komen.
Unit-linked -
Unit-linked betekent gekoppeld aan een (pensioen)verzekering. Unit-linked beleggingsfondsen zijn alleen toegankelijk via deelname in producten als een beleggingshypotheek, koopsompolis en pensioenverzekeringen.
Upgraden -
Het naar boven bijstellen van de verwachtingen of een beleggingsadvies.
Value investor -
Belegger die op zoek is naar bedrijven met een hoge intrinsieke waarde en een lage waardering op de beurs.
Valuta -
Munt van oorsprong
Vastgoedfonds -
Beleggingsfonds dat in onroerend goed belegt.
Vastrentend fonds -
Een vastrentend fonds is een fonds dat belegt in effecten die op een reguliere basis vaste inkomsten genereren, meestal obligaties, geldmarktinstrumenten of preferente aandelen.
Verkoopkosten -
Verkoopkosten zijn kosten die bij een belegger in rekening worden gebracht als hij zijn aandelen in een beleggingsfonds verkoopt. Bij buitenlandse fondsen worden de verkoopkosten vaak lager naar mate een belegger langer in een fonds heeft gezeten, na drie of vijf jaar zijn de kosten vaak nul. Deze kostenstructuur moet beleggers ervan weerhouden om te snel hun middelen weer uit de fondsen te halen.
Vermogensbeheer -
Vermogensbeheer, ook wel asset management is de algemene term voor het beheren van een portefeuille van een groep assets, zoals aandelen, obligaties of kas.
Vermogensstructuur -
De omvang van het totale vermogen van een bedrijf op een bepaald moment en de manier waarop dat is samengesteld. Geeft inzicht in de mate waarin een bedrijf gebruikgemaakt heeft van bijvoorbeeld aandelenkapitaal, obligatieleningen en bankleningen.
Vertrekken -
Beursterm voor sterk stijgen van een koers. (De koers is vertrokken)
Verwachtingswaarde -
Een deel van de premie die voor opties moet worden betaald. De optiepremie bestaat uit tijd- en verwachtingswaarde. De verwachtingswaarde heeft te maken met het stukje hoop en verwachting dat beleggers hebben en waar ze dus ook geld (premie) voor over hebben.
Volatility -
Engels voor beweeglijkheid of volatiliteit. Het begrip volatility duidt de beweeglijkheid van de koers van een effect aan. Een hoge volatility betekent dat de koers van een fonds sterk stijgt en daalt binnen een relatief korte periode. Volatility is mede een indicator voor het risico dat een belegger loopt met een bepaald fonds. Volatility is een belangrijke factor bij de waardebepaling van een optie.
Voortschrijdende rendementen -
Het voortschrijdend rendement geeft de beleggingsopbrengsten (total return) over recente periodes weer. Die periode kan een jaar, maand, week of dag zijn. Op 14 maart bijvoorbeeld beslaat het 1-jaars voortschrijdend rendement een periode van 15 maart 2000 tot 14 maart 2001. Het 1-week voortschrijdend rendement geeft op die dag de opbrengst over de periode van 8 tot 14 maart 2001 weer.
Waarde -
Waarde is een karakterisering voor een beleggingsaanpak waarbij de belegger ondergewaardeerde aandelen koopt.
Waarde belegger -
Belegger die op zoek is naar bedrijven met een hoge intrinsieke waarde en een lage waardering op de beurs.
Warrant -
Een verhandelbaar recht om gedurende een bepaalde periode tegen een bepaalde prijs nieuwe aandelen bij de uitgevende instelling te kopen. Lijkt veel op een calloptie.
Weerstandsniveau -
Prijsniveau waarop er genoeg aanbod in de markt is om een koersstijging een halt toe te roepen
Wees positie -
Bij een eerdere optiestrategie met meerdere posities is alles gesloten, op één overgebleven optiepositie na.
Wegen -
Meetellen, relatieve omvang hebben. Het aandeel Shell weegt vanwege haar omvang zwaar in de AEX index.
Wereldwijd fonds -
Een wereldwijd fonds belegt in internationale aandelen of obligaties.
Wholesale -
Transactie en orders van een grote omvang
Willig -
Zo wordt de beurs genoemd bij een marktstemming met beperkt oplopende koersen.
Winst -
Vaak gebruikt in plaats van nettowinst: de omzet van een bedrijf minus alle kosten zoals rente, belastingen, afschrijvingen, reorganisatievoorzieningen etcetera.
Winst per aandeel -
De (netto)winst van een bedrijf gedeeld door het aantal uitstaande aandelen.
Woekerpolis -
De term “Woekerpolis†is in 2006 bedacht door het tv-programma Radar van de Tros. Dit om aan te geven dat op de meeste beleggingsverzekeringen tussen de 30 en 40% van de door u betaalde premie als kosten door de verzekeringsmaatschappij worden ingehouden.
Year to Date -
Year to Date (YTD) betekent in het Nederlands: vanaf vorig jaareinde. Onder YTD vindt u dus het rendement van een beleggingsfonds vanaf de laatste jaarwisseling. Het geeft antwoord op de vraag hoe het fonds tot nu toe in het lopende jaar heeft gepresteerd.
Yield -
Yield is het uitbetaalde inkomen uit een belegging uitgedrukt als een percentage. De uitbetaalde inkomsten kunnen bestaan uit dividend of rente. In het geval van een uitgekeerd dividend, wordt er ook gesproken van dividendrendement.
Yield curve -
De yield curve, of rentetermijnstructuur, is een grafiek die het verband weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds. Een normale yield curve laat een stijgend verloop zien omdat de spaarrente doorgaans lager is dan de kapitaalmarktrente. Als iemand zijn geld voor een langere periode uitleent, eist hij een hogere vergoeding dan bij een lening over een korte termijn.
Yield gap -
Renteverschil tussen staatsobligaties en gewone obligaties.
Yield to Maturity -
Yield to Maturity is het (effectief) rendement op een obligatiebelegging als deze tot het einde van de looptijd wordt aangehouden.
Zeer flauw -
Term voor een beursstemming met sterk dalende koersen.
Zerobond -
Obligaties die men onder de nominale waarde uitgeeft en die geen rente uitkeren. Op de aflossingsdatum keren zij de nominale waarde uit. Het verschil tussen uitgifteprijs en nominale waarde is het rendement. Zero bonds noemt men ook wel nulcouponobligaties.
Zetel -
Figuurlijke uitdrukking voor een beurslidmaatschap
Zwarte Zwaan -
Een gebeurtenis die totaal niet was verwacht. (Er waren ooit alleen witte zwanen in Europa, tot er ineens een zwarte zwaan opdook)
One thought on “Woordenboek”
Comments are closed.