Van communist tot consument

De invloed van de huidige afzwakking van de economische groei in de Verenigde Staten op de economie van China (en de rest van de wereld) is onder vermogensbeheerders en in de financiële media sinds de… De invloed van de huidige afzwakking van de economische groei in de Verenigde Staten op de economie van China (en de rest van de wereld) is onder vermogensbeheerders en in de financiële media sinds de zomer van 2007 een hot topic. De meest recente groeicijfers van het Chinese Bruto Nationaal Product (10,6% over het eerste kwartaal van 2008) tonen een lichte afzwakking, die voornamelijk werd veroorzaakt door een minder snel groeiende export. De groei van de consumenten- en overheidsbestedingen blijft daarentegen sterk. De vraag die nu rijst: is de Chinese kooplust voldoende om de groei op peil te houden?

Sinds de toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in 2001 heeft de Chinese economie een sterke groei doorgemaakt die werd gedreven door export en investeringen. Momenteel is China in een overgangsfase aanbeland, waarbij de groeifactoren van de economie een nieuwe balans moeten vinden. Hierbij speelt de afnemende vraag naar Chinese producten vanuit de Verenigde Staten een belangrijke rol. Als gevolg daarvan hebben bijvoorbeeld in de provincie Guangdong (de werkplaats van de wereld) vorig jaar alleen al meer dan 1000 fabrikanten van schoenen de deuren gesloten.

Ondertussen helpt ook de overheid mee om een betere balans in de economische groei te vinden. Voor een meer duurzame ontwikkeling van de Chinese economie tracht de overheid sinds een aantal jaren, met renteverhogingen, exportbeperkingen en andere maatregelen, de relatief grote bijdrage van export en investeringen aan de economische groei te verminderen. Daar staat tegenover dat de bijdrage van de binnenlandse consumptie aan de economische groei wordt gestimuleerd. In het elfde vijfjarenplan van de Chinese Communistische Partij zijn in verband hiermee concrete zaken naar voren gekomen. Voorbeelden zijn het afschaffen van agrarische belastingen en het instellen en/of verhogen van minimumloonstelsels. Ook kwamen er eind vorig jaar berichten door dat huishoudens in de minder welvarende westelijke provincies een subsidie kunnen aanvragen voor de aanschaf van bijvoorbeeld een koelkast. De communistische regering spoort de bevolking aan, door het verhogen van de besteedbare inkomens, meer te consumeren!

Het gevoerde beleid van de afgelopen jaren begint vruchten af te werpen. De besteedbare inkomens zijn sinds de eeuwwisseling met gemiddeld 10% per jaar gestegen. De kooplust zien we ook terug in de robuuste toename van de detailhandelsverkopen. Daarnaast ontstaat er langzaam maar zeker een betere balans in de groeifactoren. Volgens Mark Williams, econoom bij het research bureau Capital Economics, is de bijdrage van consumptie aan de totale Chinese economische groei de bijdrage van investeringen in 2007 voor het eerst in zeven jaar voorbij gestreefd .
       
Het eerder dit jaar gepubliceerde overheidsbudget voor 2008 is sterk gericht op het stimuleren van de binnenlandse vraag. Het budget voor de ontwikkeling van de agrarische sector en het Chinese platteland (infrastructuur) steeg met 30,3% en de begrote uitgaven voor onderwijs, medische- en sociale zorg stegen met 45,1%. Meer uitgaven in deze sectoren zorgen ervoor dat Chinese huishoudens minder hoeven te sparen en meer kunnen besteden. Volgens de Wereldbank  is China goed gepositioneerd om, indien nodig, de binnenlandse vraag extra te stimuleren. De economische groei blijft volgens de verwachting van de Wereldbank met 9,6% voor dit jaar stevig (consensus 10%).

Risico’s
Het grootste risico voor een teruggang van de groei in de consumentenbestedingen is de sinds medio 2007 toegenomen inflatie. Een hogere inflatie beperkt enerzijds de mogelijkheden voor de Chinese overheid om de binnenlandse vraag te stimuleren. Anderzijds zorgen extreme prijsstijgingen van voedsel, waaronder rijst, ervoor dat met name mensen in de opkomende markten een groter deel van hun inkomen moeten besteden aan voedsel. Volgens analisten van Goldman Sachs  heeft de hogere inflatie derhalve niet alleen een negatieve impact op de bedrijfswinsten, maar leidt het eveneens tot lagere consumentenbestedingen. Daarbij moet worden opgemerkt dat de huidige hoge inflatie (8,3% in maart) door veel analisten reeds is ingecalculeerd in de huidige robuuste groeiramingen. De risico’s voor de groei zijn met name van invloed indien de voedselprijzen vanaf het huidige niveau nog eens substantieel (10% – 20%) zullen stijgen.

Vooruitzichten
Als gevolg van de inmiddels teruggevallen groei in de Verenigde Staten en de toegenomen loonkosten en grondstofprijzen hebben veel exporterende sectoren (met name de producenten van eenvoudige exportartikelen) in China te lijden. Het strijdplan om de Chinese economische groei op peil te houden, is met name gericht op de ontwikkeling van meer hoogwaardige technologie en de binnenlandse economie. Op basis van de ontwikkeling van macro-economische cijfers lijkt China goed op weg om de groei in de toekomst vast te kunnen houden. Toch is de hemel niet meer zo strak blauw als in de afgelopen jaren. De kans op een verdere escalatie van inflatie en/of een zwaarder dan verwachte recessie in de Verenigde Staten is aanwezig en kan de groeivooruitzichten in negatieve zin beïnvloeden.

Marten Bruinsma
Intereffekt Investment Funds

Geraadpleegde bronnen:
Williams, Mark, China Chart Book, Consumption rebiunds, London, februari 2008.

World Bank Office, Beijing, China Quarterly Update, februari 2008.

Buchanon, M., Mark Tan en Pranjul Bhandari, Inflation and the Asian consumer – an unhelpful risk for rebalancing, Asian Economics Analyst, 5 mei 2008.