Afgelopen weekend vielen er in de stad Odesa meer dan 40 doden bij gevechten tussen pro-Oekraïense en pro Russische betogers. In het oosten van dit land poogde ongeveer tegelijkertijd het leger meer greep te krijgen op oostelijk gelegen steden als Slavyansk en Donetsk. In een reactie op al dat onheilspellend nieuws gingen op maandag de prijzen voor graangewassen als mais en tarwe fors de lucht in.
Dat is niet zo vreemd. Oekraïne is de zesde exporteur van tarwe en de derde van mais. Opstootjes en gevechten in Odesa, een belangrijke havenstad aan de Zwarte Zee kunnen een bedreiging gaan vormen voor een ongestoorde export. Die kans zal alleen maar toenemen naarmate de onrust in de regio’s aan de Zwarte Zee toeneemt. De kans daarop is vooralsnog reëel. Volgens de consultants van onderzoeksbureau Agritel is het feitelijk al zover. Ze stellen vast, dat de export van graan sinds het midden van de afgelopen maand nagenoeg gehalveerd is. De claim van Agritel wordt min of meer ondersteund door de prijsontwikkelingen op de financiële markten. De prijzen voor granen stijgen al drie weken op rij min of meer ononderbroken!
Een ongeluk komt nooit alleen. Niet alleen Agritel kwam met alarmerende berichten. Het filiaal van het Amerikaanse ministerie van landbouw in Kiev (USDA) deed er nog een schepje bovenop. De politieke onrust in Oekraïne heeft volgens een woordvoerder van het bureau verder reikende gevolgen dan de infrastructurele problemen rondom de export. Door die onrust is de lokale munt, de hryvnia, al meer dan 40% in waarde gedaald. Een logisch gevolg is, dat dan de kosten voor de boeren om hun gewas te planten en uiteindelijk van het land te halen, stijgen. USDA schat dat die kostenstijging nu al 20% tot 30% bedraagt en het bureau voorziet eerder een verdere stijging van de kosten dan een daling. Die kostenstijging heeft de financiële positie van veel boeren verder ondergraven. Die was toch al niet zo sterk door de lage prijzen van het vorige jaar. De logische consequentie is, dat boeren minder zullen investeren in zaken als gewasbescherming en kunstmest, laat staan in beter materieel.
Het USDA schat, dat er desondanks toch nog 20,0 miljoen ton tarwe van de akkers zal komen. Dat is weliswaar 2,8 miljoen ton minder dan in 2013, maar nog steeds in lijn met het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. Maar ook hier is een kanttekening op zijn plaats. Na een zachte en vochtige winter worden grote delen van het platteland al weer langere tijd geteisterd door aanhoudende droogt. Het USDA is hier duidelijk over. Als de droogte nog lang aanhoudt, dan zal die ook nog schade toebrengen aan de oogst op het veld.
Ongunstige weersomstandigheden zijn trouwens wereldwijd een factor van belang. In de VS, de grootste exporteur van graan, hebben ze hier al maanden mee te kampen. Aanvankelijk speelde de extreme vorst de ontwikkeling van de tarwe parten. De strenge winter is echter overgegaan in een veel te droog voorjaar, dat recentelijk nog gecompliceerd wordt door sterk stijgende temperaturen. De combinatie van politiek en weer zorgt er voor, dat de prijs voor hard red winter wheat in Kansas aan het begin van deze week naar het hoogste niveau in 15 maanden steeg en uitkwam op $ 8,43 per bushel. Ook de prijs voor soft red winter wheat is door de barrière van $ 7,40 per bushel gebroken. Dat was tot voor kort het hoogste niveau sinds februari 2013. Het ziet er niet naar uit, dat aan die stijging zomaar een einde komt.