Woordenboek

a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | r | s | t | u | v | w | y | z | Ã
Reset list
Obligatie -  Een effect in de vorm van een schuldbewijs. Door uitgifte van een obligatie kan de uitgevende instelling vreemd vermogen aantrekken voor bijvoorbeeld investeringen. Een obligatie geeft recht op (meestal) een vaste rente en op terugbetaling van de hoofdsom aan het einde van de looptijd.Obligaties kennen geen stemrecht en geven ook geen eigendomsrecht in de uitgevende instelling. Uitgevers van obligaties zijn ondernemingen, publieke instellingen en landelijke- en lokale overheden. Er bestaan verschillende soorten obligaties met elk een eigen kenmerk: nulcoupon-, winstdelende-, achtergestelde-, converteerbare-, premieobligaties et cetera. De verhandeling van obligaties gebeurt op de effectenbeurs van Euronext.
Obligatiefonds  -  Een obligatiefonds belegt vooral in obligaties met als doel een stabiele stroom van inkomsten en/of koersresultaat voor beleggers te genereren. De waarde van een obligatiefonds beweegt tegenovergesteld aan veranderingen in de kapitaalmarktrente.
Officiele Prijscourant (OPC) -  Een dagelijkse publicatie van Euronext Amsterdam die de gehandelde prijzen (noteringen) en volumes vermeldt van alle op de markten van Euronext Amsterdam verhandelde producten.
Offshore fund -  Beleggingsfonds dat zijn officiële zetel heeft in andere, dikwijls fiscaal vriendelijke landen. Ook: beleggingsfonds waarvan de beheerder officieel in een ander land gevestigd is dan de beleggers die in dat fonds deelnemen.
Omzet -  De omzet binnen de beleggingsportefeuille geeft weer hoe actief een fondsmanager gedurende een jaar heeft gehandeld. Het wordt weergegeven als percentage van het totale vermogen van een fonds. Een omzet van 20% bijvoorbeeld, betekent dat de fondsmanager eenvijfde van portefeuille heeft omgezet in andere posities. Een omzet van 100% echter betekent niet dat iedere positie uit de portefeuille is verkocht. Het percentage geeft een indicatie van het percentage van de portefeuilleposities die zijn veranderd in het afgelopen jaar.
Onderwegen -  Een aandeel, sector, land of werelddeel minder laten meetellen in een beleggingsportefeuille dan volgens de index of benchmark normaal zou zijn. Het tegenovergestelde van Overwegen.
Ongedekt schrijven -  Het schrijven (verkopen) van een Call optie als men niet in het bezit is van de onderliggende waarde.
Online Broker -  Broker die alleen via Internet en telefoon te bereiken is. Voor Internet waren orders alleen bij de bank 'om de hoek' op te geven. Met de opkomst van Internet kwam ook de veel goedkopere Online Broker op.
Open end beleggingsfonds  -  Een open endbeleggingsfonds bestaat uit een variabele hoeveelheid uitgegeven aandelen. Desgewenst is het aandelenkapitaal uit te breiden of in te krimpen. Bij een groot aanbod van de eigen aandelen kan de fondsbeheerder tot inkoop ervan besluiten om zodoende de koers te steunen.
Open interest -  Een getal dat aangeeft hoeveel long-posities (of shortposities) op een bepaald moment open staan in een bepaalde optieserie of optieklasse. Het aantal openstaande posities kan iets zeggen over de liquiditeit van die positie in de markt.
Openingskoers -  De eerste koers die op een beursdag wordt vastgesteld.
Oprichtingsdatum -  De oprichtingsdatum is de datum waarop een fonds van start is gegaan.
Opschorting -  Het tijdelijk staken van de beurshandel in een fonds. Het komt meestal voor net voor er een belangrijks 'koersgevoelig' persbericht uitgebracht gaat worden.
Optie -  Het op een optiebeurs verhandelbaar recht om een bepaalde vaste hoeveelheid onderliggende waarde (bijvoorbeeld aandelen of een valuta) te kopen of te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs gedurende een bepaalde periode. Bij de koop van een optie betaalt men premie, bij de verkoop van een optie ontvangt men premie.
Optiepremie -  De vergoeding die de optiekoper betaalt aan de optieverkoper ('schrijver').
Optieprijs -  De prijs (premie) waartegen een optie wordt verhandeld dan wel de prijs waartegen er nu een prijs op het bord staat.
Optieserie -  Alle opties van dezelfde klasse die dezelfde uitoefenprijs en afloopdatum hebben.
Order driven -  Een prijsvorming die plaatsvindt vanuit de aanwezige orders.
OTC -  Over the counter. De Engelse term voor effectentransacties tussen professionele marktpartijen onderling en waarvan aanbod en handel niet op een centrale gereguleerde marktplaats, de beurs, gebeuren. Ook de afwikkeling van deze transacties (clearing) kan men onderling afspreken. Er is in Amerika ook de OTC beurs, die minder gereguleerd is. Daar staan ook degelijke aandelen op, maar ook aandelen waaraan een luchtje hangt.
Out of the money -  Een Call optie heet "out of the money" als de uitoefenprijs hoger is dan de koers van de onderliggende waarde. Een Put optie is "out of the money" wanneer de uitoefenprijs lager is dan de beurskoers van de onderliggende waarde.
Outperformer -  Engels jargon voor aandeel dat het duidelijk beter doet dan andere aandelen op de index van de betreffende aandelenmarkt. Soms wordt ook een belegger of beleggingsinstelling bedoeld die het beter doet dan een ander.
Over the Counter (OTC) -  De engelse term voor effectentransacties tussen professionele marktpartijen onderling en waarvan aanbod en handel niet op een centrale gereguleerde marktplaats, de beurs, gebeuren. Ook de afwikkeling van deze transacties (clearing) kan men onderling afspreken.
Oversold -  Een positie is te ver gedaald of is in de ogen van een analist ondergewaardeerd.
Overwegen -  Een aandeel, sector, land of werelddeel meer laten meetellen in een beleggingsportefeuille dan volgens de index of benchmark normaal zou zijn. Het tegenovergestelde van Onderwegen.

One thought on “Woordenboek


Comments are closed.