Woordenboek

a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | r | s | t | u | v | w | y | z | Ã
Reset list
M1 Geldhoeveelheid (Europa) -  Het geld in circulatie (munten en biljetten) met ééndagsdeposito's
M2 geldhoeveelheid (Europa) -  M1 + Deposito's tot 2 jaar + Deposito' met een aanzegtijd tot drie maanden.
M3 Geldhoeveelheid (Europa) -  M3: M2 + Terug te kopen schuldpapier + Money Market Fund (MMF) aandelen/units + schulden met een looptijd tot 2 jaar
MA20 -  Engelse afkorting voor Moving Average. In het Nederlands, Voortschrijdend gemiddelde. De 20 staat voor het aantal dagen waarmee gerekend wordt.
Majoreren -  Dit doet een belegger als hij bij de uitgifte van nieuwe aandelen of obligaties voor meer inschrijft als hij eigenlijk wil hebben. Hij doet dat om bij slechts gedeeltelijke toewijzing toch alsnog op het gewenste aantal stukken uit te komen. Als de vraag naar de nieuwe stukken tegenvalt, dan kan je geconfronteerd worden met een enorme positie in niet erg gevraagde stukken. Een speculatieve actie derhalve.
Management fee -  De jaarlijkse management fee of beheerkosten, meestal uitgedrukt als percentage, is de vergoeding die een vermogensbeheerder voor het managen van een fonds in rekening brengt. Deze vergoeding wordt in mindering gebracht op het vermogen van het fonds.
Managementvergoeding  -  Een performance fee is een vergoeding die aan de fondsmanager wordt betaald als hij een bepaalde performance heeft behaald in een gespecificeerde periode. Vaak wordt de performance fee uitbetaald als het fonds beter presteert dan zijn benchmarkindex. Fondsen met een performance fee zijn relatief zeldzaam, soms kennen buitenlandse fondsen of hedge funds zo'n kostenstructuur.
Mandje -  Een pakket aandelen of valuta's van een bepaalde samenstelling.
Margin -  Een bedrag dat de verkoper (schrijver) van een ongedekte optie als zekerheid moet storten. of Het beleggen met als onderpand de aandelen in portefeuille. Beleggen op margin. Zouden in dat geval de aandelen enorm in waarde dalen, dan kan je als belegger een margin call krijgen. Het is dan een kwestie van bijstorten van geld, of het met groot verlies verkopen van de aandelen. Beleggen op margin is dus in zekere zin speculatief van aard.
Market timing  -  Market timing is een beleggingsstrategie waarbij beleggers switchen tussen verschillende effecten of in en uit de markt stappen in de hoop om te profiteren van verschillende economische of technische veranderingen waarvan zij verwachten dat die invloed zullen hebben op de markt.
Maturity  -  Maturity is de datum waarop de hoofdsom van een vastrentende belegging, zoals een obligatie, zal worden terugbetaald. De Maturity, oftewel de afloopdatum, van een vijfjaarsobligatie die is uitgegeven op 1 november 2000 is 1 november 2005
Media -  Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die medianetwerken bezitten of exploiteren en ondernemingen die content creëren. Voorbeelden zijn Time Warner, Pearson en TF1.
Mediaan -  De mediaan is de middelste waarde in een groep van getallen. In een serie met 1,4, 7, 8, 10, 11, 23, 45, en 52, is 10 is de mediaan.
Mediane marktkapitalisatie -  De Mediane markkapitalisatie geeft de marktkapitalisatie van dat aandeel in de portefeuille waarbij de helft van het totaal aantal aandelen in de portefeuille een grotere marktkapitalisatie heeft, en de ander helft een kleinere marktkapitalisatie heeft. Het geeft een indruk of de 'gemiddelde' positie in een portefeuille bestaat uit een aandeel met een hoge dan wel lage marktkapitalisatie. Het wordt weergegeven in miljoenen dollars.
Midkap -  Het middensegment van de effectenbeurs van Euronext. Dit zijn aandelen met een geringere marktkapitalisatie en een geringere effectieve omzet dan de hoofdfondsen. De Next 150 index is de barometer voor de op de effectenbeurs van Euronext genoteerde ondernemingen in het
middensegment. De Amsterdam Midkap-index (AMX-index) geeft het koersverloop van de in Nederland genoteerde ondernemingen in het middensegment weer; de 25 meest op de beurs omgezette aandelen ná de 25 aandelen die deel uitmaken van de AEX-index
Minimale belegging -  De minimale belegging is het kleinste bedrag dat een belegger in een beleggingfonds kan storten. Er kan zowel een minimale belegging gelden voor de eerste storting in een fonds als voor het aanvullen van dit bedrag.
Mismatch -  Verschil tussen looptijd en rentepercentage tussen in- en uitgeleende middelen.
Mixfonds -  Een mixfonds combineert aandelen, obligaties en eventueel kas met als doel een rendement te behalen in combinatie met een gematigd risico. Normaal gesproken doet een mixfonds het in een bear markt beter dan een aandelenfonds, en in een bull markt slechter. Tussen mixfondsen onderling bestaan grote verschillen in de percentages aandelen en obligaties in portefeuille en dus ook grote verschillen tussen het risico en het verwachte rendement.
Moderne Portefeuille Theorie -  De moderne portefeuilletheorie (MPT) is een benadering van beleggen die ervan uitgaat dat beleggers hun beschikbare vermogen in veel verschillende effecten investeren in een verhouding die gebaseerd is op hoe de verwachte rendementen van deze effecten met elkaar samenhangen. De evaluatie van portefeuillebeslissingen wordt gedaan door gebruik te maken van Alfa, Beta en de R-kwadraat bij de afweging van risico versus rendement. Voorstanders van de MPT beweren dat als de analyse goed wordt uitgevoerd, dit leidt tot optimale beleggingsportefeuilles. Een portefeuille is optimaal als er bij het gegeven risiconiveau geen hoger rendement verkregen kan worden.
MSCI-aandelenindices -  Een aantal door Morgan Stanley Capital International bijgehouden indices.

One thought on “Woordenboek


Comments are closed.