Woordenboek

a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | r | s | t | u | v | w | y | z | Ã
Reset list
S&P 500  -  De door Standard’s & Poor ontwikkelde en berekende index waarin de aandelen van 500 Amerikaanse ondernemingen zijn opgenomen. De S & P 500 index werkt volgens het sector classificatiesysteem. De S & P 500 kende haar eerste berekening in 1926. Sinds 1957 bestaat zij uit 500 ondernemingen.
Schrijven -  Het verkopen van Call of Put opties. Met dit verkopen verstrek je als schrijver het recht om aandelen te kopen (Call optie) of aandelen de verkopen (Put optie). De schrijver heeft de verplichting om als deze aangewezen is de aandelentransactie door te (laten) voeren. De koper van de optie heeft een recht, niet de verplichting. De meeste opties verlopen waardeloos, vandaar het beursgezegde "de schrijver blijft".
Schrijver -  De verkoper van een optierecht tot koop (Call) of verkoop (Put) optie voor een vaste periode tegen een vastgestelde uitoefenprijs.
Sectorfondsen  -  Andere naam voor beleggingsfonds dat alleen maar effecten van bedrijven uit een bepaalde bedrijfstak ofwel sector belegt.
Securities and Exchange Commission (SEC) -  Amerikaanse overheidsorganisatie die toezicht houdt op/en regels opstelt voor de effectenhandel in Amerika.
Sell -  Verkoop. Een Sell advies is een analisten advies tot het verkopen van de positie.
Sentiment -  Stemming
Sharpe Ratio  -  Met dit getal kunnen de resultaten van fondsen met elkaar worden vergeleken. De share-ratio geeft het rendement boven het risicovrije rendement per eenheid gelopen risico weer. Hoe hoger de ratio, hoe beter het is gelukt om bij een bepaald genomen risico een extra rendement te behalen.
Short gaan -  Jargon voor het verkopen van effecten of valuta's terwijl men die niet bezit, of het verkopen (schrijven) van een optie. Wordt ook wel baissepositie genoemd. De speculant gaat er van uit dat de koersen zullen dalen en probeert van die daling te profiteren door hoog te verkopen en laag te kopen.
Short Squeeze -  Doet zich voor als speculanten die verkocht hebben zonder te bezitten (shorters) plotseling verrast worden door een koersstijging en ze zich gedwongen zien tegen elke koers in te dekken. De koers van het aandeel zal op dat moment sterk stijgen omdat de vraag naar de aandelen door de terugkoop van de shorters enorm zal zijn.
SICAV -  SICAV staat voor Sociétés d'Investissement à Capital Variable en is een open-end beleggingsfonds. De meeste fondsen in Luxemburg zijn SICAV's.
Small Cap -  Aandelen met een kleine marktkapitalisatie
Speeder -  Het type beleggingsproduct waar de Speeder in thuis hoort is redelijk nieuw in Nederland. In andere Europese landen worden deze derivaten al veel verhandeld door zowel particuliere als professionele beleggers en worden dagelijks hoge omzetten gegenereerd In Duitsland bijvoorbeeld, waar dit product in 2001 is ontstaan en wordt verhandeld onder de naam Turbo-Zertifikate, wordt daarmee jaarlijks een omzet van meer dan 35 miljard euro gegenereerd. Commerzbank is een van de top 5 uitgevers van deze Turbo-Zertifikate in Duitsland en na het grote succes van dit beleggingsproduct heeft Commerzbank besloten deze derivaten ook uit te geven in Nederland, waar dit product een goed alternatief is voor opties. In Nederland zal Commerzbank dit beleggingsproduct uitgeven onder de naam Speeders. Speeders bieden de voordelen van traditionele beleggingen in aandelen of opties en hebben daarnaast de volgende kenmerken: (hefboomwerking). Speeders versterken de performance van de onderliggende waarde Speeders zijn transparante producten waarvan u de prijs zelf kunt berekenen. U kunt in Speeders handelen met een kleine belegging. een koersdaling. Kortom,u dekt zich in tegen dat risico. Met Speeders kunt u een aandeel dat u bezit beschermen tegen Speeders kennen geen verwachtingswaarde. Met Speeders kunt u zowel beleggen in een stijging als een daling van een onderliggende waarde. Speeders kennen geen tijdswaarde
Spin off -  Afsplitsing van een (klein) onderdeel van een groter bedrijf.
Spread -  De maximale afwijking van de intrinsieke waarde van het fonds, zowel positief als negatief. Het fonds kan worden aangeboden tegen een prijs die enkele procenten boven de intrinsieke waarde ligt. Andersom kan een fonds worden teruggekocht tegen een prijs die enkele procenten onder de intrinsieke waarde ligt. Het verschil tussen koers en intrinsieke waarde noemen we Afslag / Opslag ofwel spread.
Sprinter -  De Sprinter is een door ING bank uitgegeven beursgenoteerd beleggingsproduct met een hefboom. De Sprinter is vergelijkbaar met de Turbo en de Speeder.
STE -  Stichting Toezicht Effectenverkeer, de oude naam van wat nu de Autoriteit Financiële Markten (AFM) is.
Stock dividend  -  Dividend uitgekeerd in aandelen. Er wordt vaak voor een uitkering in stock (aandelen) gekozen omdat dit dan voor de aandeelhouders fiscaal aantrekkelijker is dan uitkering in cash. Voor de onderneming kan het ook aantrekkelijk zijn omdat het geen cash kost. Wel zal het bezit verwateren voor hen die kiezen voor dividend in cash.
Stoploss order -  Een aankooporder voor een gelimiteerde koers of hoger, of een verkooporder een gelimiteerde koers of lager. De stop loss moet in zijn geheel, dus nooit gedeeltelijk, worden uitgevoerd. De naam is niet helemaal gelukkig omdat het natuurlijk ook een "pak de al gemaakte winst" order kan zijn.
Straddle -  Optietransactie opzet, waarbij zowel een Put- als Call optie worden gekocht of een Put- en Call optie worden verkocht, die betrekking heeft op dezelfde onderliggende waarde, uitoefenprijs en looptijd. Zie ook http://www.optiecursus.com
Strafbankje -  Denkbeeldige bank alwaar beursfondsen op moeten plaatsen als ze wegens gebleken onregelmatigheden zijn geschorst uit de officiële notering.
Strangle -  Het tegelijkertijd aanhouden/kopen van long Call opties en long Put opties, of short Call opties en Short Put opties, met ongelijke uitoefenprijzen en/of ongelijke afloopdatums.
Strategic fit -  Overname die precies past in de bedijfsstrategie.
Striking price -  De uitoefenprijs van een optie of warrant.
Strippen -  Scheiden van de mantel (terugbetalen nominale waarde)en de coupon (rentebetaling) van een obligatie om ze apart te verhandelen.
Subfondsen -  Beleggingsfondsen die deel uitmaken van een parapluconstructie.
Sweetspot -  De plek waar u het liefst de koers van het aandeel ziet bij expiratie van uw opties.
Switch fee  -  Kosten die in rekening worden gebracht (in plaats van reguliere aan- en verkoopkosten) wanneer men overstapt van het ene naar het andere fonds binnen een fondsfamilie.
Switchen -  Switchen is het overbrengen van geld in het ene fonds van een fondsaanbieder naar een andere fonds van dezelfde aanbieder.
Synergie -  Meerwaarde door overname, fusie of samenwerking.
Synthetisch aandeel -  Een met opties nagebootst aandeel. In feite: de optieconstructie gedraagt zich qua koersrisico en rendement als een aandeel.

One thought on “Woordenboek


Comments are closed.